Toneelgroep Maastricht
Toneelgroep Maastricht
Stichting Toneelgroep Maastricht (hierna: Toneelgroep Maastricht) is een gezelschap dat voorstellingen maakt vanuit en voor de regio Limburg, met tevens speelbeurten in de rest van Nederland. Sinds 2015 wordt het gezelschap artistiek geleid door Michel Sluysmans en Servé Hermans, twee jonge theatermakers van Limburgse afkomst. Zij stellen zich ten doel Toneelgroep Maastricht weer te laten wortelen in stad en regio, door met cultureel-maatschappelijke activiteiten het sociale netwerk te versterken. Vanuit het Limburgse land richten zij hun blik op de wereld. Onder Limburg worden hierbij nadrukkelijk ook Belgisch- en Duits-Limburg verstaan. Om het gezelschap een eigen gezicht te geven, wordt een vast ensemble samengesteld van negen acteurs.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Toneelgroep Maastricht een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.600.000.
Na een moeilijke start in de huidige periode wist Toneelgroep Maastricht in 2015 een positieve draai te geven aan haar situatie door twee nieuwe, jonge artistiek leiders aan te stellen. De raad heeft met enthousiasme kennisgenomen van het artistieke plan dat zij ontvouwen voor de komende periode. De raad vindt het prijzenswaardig hoe het gezelschap met zijn theaterproducties weer een band wil aangaan met het regionale publiek.
Op educatief vlak spreekt de raad zijn zorgen uit over het feit dat Toneelgroep Maastricht haar klassenvoorstellingen gratis aanbiedt; in zijn ogen gaat daar een verkeerd signaal van uit. De samenwerking met amateurverenigingen spreekt hem wel zeer aan. Ook het plan voor een tweede grotezaalvoorstelling vindt hij goed, mits dat niet te grote financiële risico’s met zich meebrengt.
Het ondernemerschapsplan van Toneelgroep Maastricht vindt de raad onvoldoende uitgewerkt. Over het eigen werkgeverschap schrijft het gezelschap niets in zijn aanvraag. Het marketingplan is niet uitgebreid uitgewerkt. Ook rekent Toneelgroep Maastricht op forse extra subsidies van de provincie Limburg en de gemeente Maastricht, zonder toe te lichten of die reeds zijn toegezegd.
Beoordeling
Kwaliteit
Toneelgroep Maastricht bevindt zich in een transitiefase. Met betrekking tot de eerste jaren van de huidige BIS-periode merkt de raad op dat het gezelschap zijn band met de regio, die het na de fusie tussen Het Vervolg en Els Inc. in 2009 was kwijtgeraakt, niet wist te hervinden. De producties waren in artistiek opzicht redelijk tot goed, maar misten urgentie voor het publiek. Grotezaalproducties werden slecht bezocht.
Het verheugt de raad daarom dat Toneelgroep Maastricht zich de afgelopen jaren heeft bezonnen op haar positie in de regio en plannen heeft gemaakt om zich steviger te wortelen in de stad en de omgeving van Maastricht. Met het aantreden van het nieuwe artistiek leidersduo Sluysmans en Hermans in januari 2015 heeft het gezelschap een nieuwe koers ingezet, waarbij een sterkere nadruk ligt op het aangaan van een band met het regionale publiek. De raad beoordeelt het recente werk als degelijk en goed gespeeld acteurstheater, dat duidelijk regionale thema’s op de kaart zet. Hij bemerkt bij de nieuwe leiding een aanstekelijk enthousiasme voor de toekomst.
Toneelgroep Maastricht laat in haar plan aansprekend zien hoe zij de komende jaren haar banden met de eigen omgeving wil versterken door verhalen te ensceneren die ontspruiten aan de Limburgse cultuur. De raad vindt dat hiervoor interessante schrijvers worden aangetrokken. De muzikale kwaliteit wordt gewaarborgd door samen te werken met ervaren muzikanten en componisten. Door een vast, negenkoppig acteursensemble te vormen wordt de herkenbaarheid voor het publiek vergroot. De raad verwacht dat met dit team aansprekende producties tot stand kunnen worden gebracht, die het publiek in de regio zeker kunnen aanspreken. De raad constateert verder dat beide artistiek leiders zelf nog weinig ervaring hebben met het regisseren van grotezaaltoneel; hij ziet hun ontwikkeling op dit terrein met belangstelling tegemoet.
Door te kiezen voor Limburgse thema’s die ook landelijk tot de verbeelding spreken, waarborgt Toneelgroep Maastricht ook haar afzet in de rest van het land. Hoge verwachtingen heeft de raad in dat opzicht van de producties over de gewezen strafpleiter Moszkowicz en over het populaire festival Pinkpop.
De raad is kritisch over het gebrek aan initiatieven op het gebied van talentontwikkeling. Hoewel Sluysmans en Hermans zelf nog relatief jonge makers zijn, vindt hij toch dat het gezelschap meer verantwoordelijkheid moet nemen voor de aanwas van nieuw talent. Het volstaat in zijn ogen niet om samen met VIA ZUID een maand lang te werken met zes jonge talenten, uitmondend in een eindpresentatie. Ook met het argument dat regelmatig wordt samengewerkt met jonge medewerkers geeft de instelling onvoldoende blijk van een uitgewerkte visie op talentontwikkeling. Met de Toneelacademie Maastricht naast de deur meent de raad hier een doordachter beleid te mogen verwachten.
Educatie en participatie
De raad heeft bedenkingen over de wijze waarop Toneelgroep Maastricht haar educatiepakket aanbiedt. Hij vindt het een goed voornemen om voor het initiatief ‘Theater in de Klas’, waarmee het gezelschap jaarlijks vele scholen bezoekt, te gaan samenwerken met jeugdtheatergezelschap Het Laagland. Van de keuze om deze voorstellingen gratis aan te bieden aan scholen gaat volgens hem echter een verkeerd signaal uit.
De raad onderkent de problemen die Toneelgroep Maastricht ondervindt met scholen die geen geld overhebben voor theater, maar meent dat dit niet moet worden ondervangen door ‘om niet’ op de scholen te spelen. Hij pleit er daarom voor dat Toneelgroep Maastricht zich oriënteert op andere oplossingen, zoals het ontwikkelen van een ander soort product in samenspraak met scholen of het aankaarten van deze problematiek op hogere beleidsniveaus.
De raad is enthousiast over het plan van Toneelgroep Maastricht om participatie en sociale cohesie te bevorderen door theatercursussen te gaan verzorgen voor tien amateurverenigingen per jaar, in nauwe samenwerking met Het Huis voor de Kunsten. Ook de ‘Week van het Amateurtoneel’, waar de resultaten zullen worden gepresenteerd, spreekt tot de verbeelding.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De afgelopen periode is het Toneelgroep Maastricht niet gelukt om met haar voorstellingen een maatschappelijke inbedding te vinden in de stad. Dat was af te lezen aan de bezoekersaantallen, die matig waren en in de periode 2012 – 2014 geen groei lieten zien.
De komende jaren voorziet Toneelgroep Maastricht dat het aantal bezoekers varieert van ruim 41.000 bezoekers in 2017 tot bijna 24.000 bezoekers in 2020, wanneer het gezelschap twee grotezaalproducties gaat maken. Met onder andere nieuwe stukken, Limburgse thema’s en een jaarlijkse openlucht-Shakespeare denkt het gezelschap een aanzienlijk breder publiek te kunnen trekken dan voorheen. Ook wordt het draagvlak vergroot door de nauwe samenwerking met amateurverenigingen en toegankelijke komedies van een Limburgse volksschrijver. De keuze voor een tweede grotezaalproductie in 2017 getuigt volgens de raad van gezonde ambitie, mits de financiële risico’s niet te hoog zijn. Uit het plan wordt niet duidelijk waarom Toneelgroep Maastricht de speelbeurten met een derde gaat terugbrengen. De flinke toename van het aantal bezoekers vraagt om een sterke marketingstrategie.
De raad merkt in dat verband op dat de marketingmiddelen niet uitgebreid zijn uitgewerkt. De wijze waarop nieuwe publieksgroepen worden benaderd, online en social media worden gebruikt en andere communicatiestrategieën worden ingezet, verdient een nadere uitwerking. Het is de raad nu niet duidelijk hoe Toneelgroep Maastricht haar producties en nieuwe koers onder de aandacht van nieuw publiek denkt te gaan brengen. Het gezelschap reflecteert in zijn aanvraag bovendien niet op manieren om ook een cultureel divers publiek aan te spreken.
Ondernemerschap
Toneelgroep Maastricht zag zich aan het begin van de vorige BIS-periode geconfronteerd met grote financiële problemen. Deze zijn de afgelopen jaren gedeeltelijk opgelost. Nog steeds beschikt het gezelschap echter over een beperkt eigen vermogen en een klein aandeel eigen inkomsten, wat volgens de raad risico’s met zich meebrengt voor de ambitieuze bedrijfsvoering. Toneelgroep Maastricht reflecteert hier zelf ook op, maar de raad is er niet van overtuigd dat haar manier om de situatie te verbeteren, zal verbeteren.
Behalve dat het marketingplan nauwelijks is uitgewerkt, licht het gezelschap ook niet toe hoe realistisch de verhoogde begrote bijdragen van de provincie Limburg en de stad Maastricht zijn. Mochten deze bijdragen niet worden toegekend, dan ontstaat daardoor een groot gat in de begroting. Dit kan de toekomstbestendigheid van Toneelgroep Maastricht in gevaar brengen.
Om de eigen inkomsten te vergroten, blaast Toneelgroep Maastricht de vriendenstructuur en het bedrijvengenootschap nieuw leven in. Ook wordt uitgezocht of er een beroep kan worden gedaan op particuliere vermogensfondsen. Het is de raad niet duidelijk of de inkomsten die hieruit worden verwacht ook daadwerkelijk kunnen worden verworven.
Over het eigen werkgeverschap schrijft Toneelgroep Maastricht niets in haar plan. Wel geeft zij aan de Governance Code Cultuur te hanteren en licht zij beknopt toe hoe taakverdeling, bevoegdheden, toezicht en deskundigheid zijn vastgelegd in het bestuursmodel.
Toneelgroep Maastricht
Toneelgroep Maastricht
Aanvullend advies
14 juli 2016
Toneelgroep Maastricht reageert allereerst op de zorgen van de raad over het gratis aanbieden van schoolvoorstellingen aan het onderwijs. Het gezelschap schrijft dat dit inmiddels niet meer de praktijk is. De raad is blij dit te vernemen.
Toneelgroep Maastricht erkent de magere uitwerking op het onderdeel ondernemerschap, maar wijt dit vooral aan de afwezigheid van een zakelijke leiding tijdens de ontwikkeling van het beleidsplan. De raad neemt dit voor kennisgeving aan en is verheugd te lezen dat de genoemde elementen in de aanvraag momenteel door het gezelschap verder worden uitgewerkt en geconcretiseerd.
Daarnaast laat Toneelgroep Maastricht weten dat de kritische opmerking van de raad over de te verwachte bijdragen van de provincie Limburg en de gemeente Maastricht een terechte, maar lastige constatering is. Het gezelschap wijst er op dat de aanvraagprocedures van verschillende overheden synchroon lopen, waardoor het voor een gesubsidieerde instelling lastig is de planvorming en de bijbehorende financiering direct op elkaar aan te laten sluiten. De raad verwijst voor zijn reactie met betrekking tot dit onderwerp naar de Inleiding.
Tot slot schrijft Toneelgroep Maastricht dat zij ondanks het ontbreken van een toelichting in de aanvraag, wel degelijk een visie heeft op het eigen werkgeverschap. De raad is blij dit te lezen.
De reactie van Toneelgroep Maastricht heeft geen consequenties voor het positieve advies van de Raad voor Cultuur.
Toneelgroep Maastricht
19.05.2016
14.07.2016