Metropole Orkest

Metropole Orkest

Stichting Metropole Orkest (hierna: Metropole Orkest) is een pop- en jazzorkest met een symfonische bezetting dat een breed repertoire aanbiedt onder leiding van een chef-dirigent en een aantal gastdirigenten. Het Metropole Orkest wil als orkest voor pop-, jazz- en wereldmuziek een internationaal erkende, leidende positie innemen en bijdragen aan de ontwikkeling van orkestrale niet-klassieke muziek. Het orkest programmeert en produceert eigen producties en concerten en speelt daarnaast op festivals en op uitnodiging van internationaal befaamde artiesten.

Nadat het Metropole Orkest lange tijd onderdeel was geweest van het Muziekcentrum van de Omroep, werd het in 2013 zelfstandig en kreeg het een tijdelijke rijkssubsidie. Het orkest bracht in 2013 de contracten van de musici terug naar 50 procent. Het Metropole Orkest kon met de tijdelijke subsidie concerten en producties blijven realiseren en een aanvraag voor de BIS voorbereiden voor de periode 2017 – 2020.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Metropole Orkest een subsidiebedrag toe te kennen van € 3.000.000, op voorwaarde dat de instelling de aanvraag aanvult met:

  • Een sluitende begroting, die uitgaat van het integrale, ingediende activiteitenplan.
  • Een realistische en verder uitgewerkte strategie om de eigen inkomsten te vergroten.

De raad waardeert het Metropole Orkest als pop- en jazzorkest met een veelzijdig repertoire. Het presenteert in de aanvraag voor de komende periode heldere programmalijnen en interessante samenwerkingen.

De raad vindt de activiteiten voor educatie in de aanvraag mager uitgewerkt. Hij verwacht van een BIS-instelling op dit gebied meer ambitie. De raad waardeert de inspanningen om een breed en diverser publiek te bereiken, vooral de online activiteiten. Maar hij verwacht van het orkest een duidelijke strategie en rijkere visie.

De raad vindt het ondernemerschap van het Metropole Orkest onvoldoende ambitieus. De financiële positie is zwak en het orkest toont nauwelijks aan hoe het deze de komende periode wil versterken.

Beoordeling

Kwaliteit

De raad is van mening dat het Metropole Orkest een aansprekend en breed repertoire biedt: het speelt pop-, jazz-, film- en wereldmuziek. Het orkest is aanwezig op verschillende festivals, waaronder het Holland Festival, de Uitmarkt en het Knoop in je Zakdoek Gala. Verder werkt het orkest mee aan commerciële projecten, zoals cd- en dvd-opnames en commercials.

Het orkest heeft volgens de raad de afgelopen twee jaar laten zien goede keuzes te maken op het gebied van samenwerking met spraakmakende artiesten. Zo ontving het Metropole Orkest voor het zelf geïnitieerde project met Snarky Puppy een Grammy in de categorie ‘best contemporary instrumental album’. De raad constateert dat het Metropole Orkest projecten onderneemt die passen bij zijn signatuur, zoals optredens met Laura Mvula tijdens de BBC Proms en een concert in Paradiso dat wereldwijd in bioscopen werd vertoond.

Het Metropole Orkest presenteert voor de komende periode heldere artistieke kaders en interessante samenwerkingen. Het orkest onderscheidt vier verschillende programmalijnen, met als zwaartepunt programma’s waarin het zelf leidend is. Verder zijn er projecten die verschillende culturen bij elkaar brengen, het presenteren van niet-klassiek erfgoed en concerten met laagdrempelige muziek, bedoeld als kennismaking met de wereld van muziek en het orkest. Het Metropole Orkest geeft aan dat het met een flexibele programmering op de actualiteit inspeelt, een visie die de raad gerechtvaardigd vindt en passend bij het profiel van het orkest.

Het Metropole Orkest heeft de ambitie om op topniveau te musiceren en ambieert een leidende, internationale positie als pop- en jazzorkest. Uit de aanvraag kan de raad niet direct opmaken hoe het orkest deze positie wil bereiken en behouden. Het valt de raad verder op dat het Metropole Orkest de eigen concerten en producties vanaf 2017 behoorlijk wil verminderen ten opzichte van 2014. Het aantal concerten buiten de standplaats gaat van 48 naar 40, binnen de standplaats van 22 naar 10 en internationale activiteiten gaan van 9 naar 2 per jaar. De raad mist in de aanvraag een argumentatie voor deze koerswijziging.

Educatie en participatie

De raad vindt het activiteitenplan voor educatie en participatie mager uitgewerkt, onvoldoende met cijfers onderbouwd en summier van omvang. Het Metropole Orkest meldt in de aanvraag dat er geen middelen zijn om de educatieve activiteiten uit te breiden. De raad vindt echter dat een BIS-instelling de verplichting heeft om deze activiteiten op een hoger niveau te brengen.

Het Metropole Orkest heeft naar de mening van de raad een interessant initiatief genomen om talent te stimuleren. De net opgerichte Metropole Academy biedt aan minimaal 320 studenten uit verschillende disciplines van de Nederlandse conservatoria de kans om in projecten van het orkest mee te werken. Studenten leren naast musiceren andere vaardigheden, zoals het maken van arrangementen. Jaarlijks zijn er vier programma’s in het kader van deze Metropole Academy, die overigens extern gefinancierd is.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

Het orkest bereikt met zijn activiteiten een breed publiek. Voorheen lag de marketing van het orkest bij de omroeporganisaties, sinds 2013 heeft het Metropole Orkest een eigen marketingafdeling. Het orkest meldt in de aanvraag dat het jaarlijks 80.000 mensen bereikt via concerten en 1,5 miljoen via het eigen YouTube-kanaal.

De aanvraag geeft weliswaar een beeld van de gewenste groei van het publiek, maar het activiteitenplan geeft weinig prijs over de marketingstrategieën en over de samenstelling en diversiteit van het publiek. De raad acht het van belang dat het orkest blijk geeft van een duidelijkere koppeling tussen de publieksprofielen en de beoogde programmalijnen. Daarnaast ziet de raad geen onderbouwing van het orkest om te groeien van ruim 40.000 betalende bezoekers in 2014 naar 55.000 in 2017.

De raad waardeert de inzet van de traditionele media in combinatie met online activiteiten, zoals het streamen van producties, de Metropole-app en het bereik via YouTube. Verder stelt de raad vast dat het Metropole Orkest de samenwerking met vijf steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen) bestendigt om daar een vast publiek op te bouwen en spreiding van de activiteiten in het land te realiseren.

Ondernemerschap

De raad vindt het ondernemerschap van het Metropole Orkest onvoldoende ambitieus. Het verbaast de raad dat het orkest ervoor kiest om het aantal programma’s vanaf 2017 omlaag te brengen ten opzichte van 2014 en toch een subsidiebedrag van 3,5 miljoen euro aan te vragen, een even hoog bedrag als het in 2014 kreeg. De raad vindt dat het orkest de voorgestelde activiteiten wel degelijk kan realiseren met een subsidiebedrag van 3 miljoen euro. Met de geraamde groei van het aantal betalende bezoekers zou de raad een forse stijging van de publieksinkomsten verwachten, in plaats van de flinke daling die het orkest in de begroting heeft opgenomen.

De raad vindt de consequenties die het orkest verbindt aan het maken van een sluitende begroting onaanvaardbaar: een verdergaande reductie van het aantal programma’s en het staken van de ontwikkeling van educatieve activiteiten. Ook het halveren van de projecten van de Metropole Academy is niet nodig, aangezien deze extern gefinancierd zijn.

De aanvraag vermeldt vrijwel niets over het personeelsbeleid en het werkgeverschap, terwijl de musici de afgelopen periode fors hebben moeten inleveren op hun aanstelling en hun toekomst deels onzeker is. De raad vindt het in dit licht ongepast dat de directeur de afgelopen periode een salaris heeft verdiend dat hoger is dan het bedrag dat volgens de Wet normering topinkomens geldt. Het Metropole Orkest werkt ook niet verder uit hoe het de Governance Code Cultuur naleeft.

De raad verwacht een nieuwe sluitende begroting met een beter ontwikkeld en realistisch verdienmodel, inclusief een goed uitgewerkt sponsorplan en een realistische raming van de publieksinkomsten. Het Metropole Orkest dient daarbij oog te hebben voor de verhouding tussen de kosten van de staf en die van de musici, de mogelijkheden van private middelen en sponsoring en het aantal concerten per productie; het orkest speelt nu een programma gemiddeld nog geen twee keer.

Metropole Orkest

Metropole Orkest

Aanvullend advies
14 juli 2016

In zijn reactie vraagt het Metropole Orkest aandacht voor de hoogte van het geadviseerde subsidiebedrag van 3.000.000 euro, waar het 3.500.000 euro had aangevraagd; het bedrag dat het orkest de afgelopen periode ontving. Volgens het Metropole Orkest wordt het met een lager budget gedwongen tot scherpere keuzes, die ten koste gaan van het profiel. De raad merkt op dat hij zich houdt aan de door de minister en Tweede Kamer vastgestelde subsidieplafonds.

Verder uit de instelling kritiek op enkele observaties van de raad. Zo bevreemdt het haar dat de raad uit de aanvraag niet kan opmaken hoe het orkest zijn leidende, internationale positie wil bereiken en behouden, terwijl hij wel positief is over de artistieke kaders, de samenwerkingen en het profiel van het orkest. De zorgen van de raad betreffen echter niet het programma, maar het aantal voorgenomen concerten en daarmee samenhangend de kwaliteit van het spel. Hij vraagt zich af of het orkest met een groep musici die slechts in deeltijd in dienst is deze positie wel kan behouden, omdat minder frequent samen spelen kan leiden tot kwaliteitsverlies.

Ook onderstreept het Metropole Orkest naar aanleiding van de kritiek van de raad over de teruggang in het aantal concerten en producties in 2017 ten opzichte van 2014 dat 2014 een atypisch jaar was, waarin het eenmalig ruim een miljoen euro extra kon investeren in het orkest. Uit de aanvraag werd de raad echter niet duidelijk dat het om een atypisch jaar ging; het is hem evenmin duidelijk waarom de extra middelen in de komende periode niet eveneens geworven kunnen worden.

De instelling vindt het bevreemdend dat de raad met betrekking tot educatie geen enkele opmerking maakt over de methode ‘Metropole op School’ en de componeertool voor het onderwijs ikcomponeer.nl. De raad merkt op dat de kwaliteit van deze middelen goed is, maar dat het educatiemateriaal van het Metropole Orkest in vergelijking met andere orkesten laag is. Hij benadrukt dat alle BIS-instellingen een educatieve taak hebben.

Ook is de instelling verbaasd dat de raad een koppeling mist tussen de publieksprofielen en de beoogde programmalijnen. De raad bevestigt dat het orkest in zijn aanvraag een onderscheid van publieksdoelgroepen opneemt en ook vier artistieke lijnen benoemt die de kaders voor zijn programmering vormen, maar de raad mist een uitwerking van de wijze waarop beoogde publieksdoelgroepen in contact worden gebracht met het aanbod.

De instelling bestrijdt het oordeel van de raad over het ondernemerschap. Zij is het oneens met de opvatting dat het onaanvaardbare consequenties verbindt aan het maken van een sluitende begroting. De raad blijft echter bij zijn standpunt dat het orkest met de geadviseerde subsidie van 3.000.000 euro zijn activiteiten zou moeten kunnen realiseren. Het verheugt de raad overigens dat het Metropole Orkest in de bijgestelde begroting de groei van het aantal betalende bezoekers vertaalt naar een forse stijging van de publieksinkomsten, in plaats van de daling die in de huidige begroting is opgenomen.

Het Metropole Orkest merkt verder op dat de externe financiering voor de Metropole Academy niet langdurig is gegarandeerd en dat het geen inkomsten meer mag verwachten uit de Stichting Suppletiefonds en private cultuurfondsen. De raad ziet in deze redenering zijn standpunt ondersteund dat het orkest zich weinig ambitieus toont als ondernemer. De raad verwacht van BIS-instellingen dat ze ondersteunende financiering zoeken bij fondsen en sponsoren. Het is gebruikelijk dat fondsen maar voor beperkte tijd ondersteuning bieden.

De zorgen die de raad uitspreekt over het feit dat de aanvraag vrijwel niets vermeldt over het personeelsbeleid en het werkgeverschap terwijl de musici fors hebben moeten inleveren op hun aanstelling en hun toekomst deels onzeker is, zijn volgens het Metropole Orkest onterecht. Met een vijftigprocentsaanstelling biedt het orkest zijn musici naar eigen zeggen juist een zekere toekomst en maakt het zich hard voor de loopbaanmogelijkheden en voor meerwerk voor de musici. De raad is daar verheugd over maar mist in de aanvraag een uitwerking van hoe het orkest voor zijn personeel zorgt, hoe musici worden begeleid, hoe eenheid in het orkest wordt bewaakt, hoe musici worden vastgehouden, et cetera.

Het Metropole Orkest acht het oordeel feitelijk onjuist dat de directeur de afgelopen periode een salaris genoot dat hoger is dan het bedrag dat volgens de Wet normering topinkomens (Wnt) is toegestaan. De instelling merkt op dat de bezoldiging van de directeur in 2015 fors naar beneden is bijgesteld, waardoor deze ruim onder het toepasselijke Wnt-maximum komt. De raad ziet zich naar aanleiding hiervan geroepen zijn constatering met betrekking tot de Wnt-norm te herzien, maar blijft van mening dat de bezoldiging van de directeur niet in verhouding staat tot die van de musici en die van overige directeuren van de kleinere orkesten in de BIS.

Op de kritiek van de raad dat het Metropole Orkest in zijn aanvraag niet uitwerkt hoe het de Governance Code Cultuur naleeft, reageert het orkest met de toezegging om in de loop van het jaar 2016 een uitgebreide verantwoording voor de Stichting Metropole Orkest en de gelieerde stichtingen op zijn website op te nemen. De raad spreekt hiervoor zijn waardering uit.

De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van het Metropole Orkest geen aanleiding zijn positieve advies te herzien.

Metropole Orkest

Metropole Orkest

Aanvullend advies
27 februari 2017

De minister heeft het Metropole Orkest verzocht zijn aanvraag aan te vullen met een sluitende begroting die uitgaat van het integrale, ingediende activiteitenplan, en met een realistische, verder uitgewerkte strategie om de eigen inkomsten te vergroten. Hieraan voldoet het orkest volgens de raad niet. De instelling stelt alleen haar begroting bij naar 3,044 miljoen euro. Wel vraagt het orkest in een brief aan de raad aandacht voor het toegekende subsidiebedrag van 3 miljoen euro, terwijl het Metropole Orkest stelt 3,5 miljoen euro nodig te hebben voor de exploitatie.

In zijn activiteitenplan nam het Metropole Orkest al een paragraaf op, waarin het omschreef welke consequenties het orkest zou verbinden aan een daling van de subsidie van 3,5 miljoen naar 3 miljoen euro.

In zijn advies van 19 mei 2016 uitte de raad kritiek op de voorgestelde activiteitenvermindering. Vooral het verkleinen van de Metropole Academy leek hem onnodig, omdat deze academie extern gefinancierd is.

Hij vindt het jammer dat het orkest nu een ongewijzigd activiteitenplan indient en alleen zijn begroting heeft bijgesteld. Het orkest heeft geen realistische, verder uitgewerkte strategie ingediend om de eigen inkomsten te vergroten. De raad vindt dit zorgelijk, gezien de grote subsidieafhankelijkheid van het orkest.

In zijn brief van 3 januari 2017 pleitte het Metropole Orkest bij de raad voor herstel van het budget dat het orkest in de periode 2013 – 2016 heeft ontvangen (3,5 miljoen euro per jaar). De raad wijst erop dat hij zich in zijn advies heeft gehouden aan het vastgestelde subsidieplafond, maar brengt de brief onder uw aandacht.