Persmuseum

Persmuseum

Stichting het Persmuseum (hierna: Persmuseum) beheert een collectie kranten en prenten van Nederland die meer dan 400 jaar persgeschiedenis beslaat. Daarnaast organiseert het Persmuseum tentoonstellingen en activiteiten rondom oude en nieuwe manieren waarop journalistiek wordt bedreven en ontvangen. Daarmee draagt het museum bij aan historisch besef, mediawijsheid en actief burgerschap in de samenleving. Het museum wil daarbij een ontmoetingsplaats zijn voor iedereen die de journalistiek en persvrijheid belangrijk vindt, van algemeen publiek tot mensen die werkzaam zijn in de journalistiek en media. Begin 2017 wordt de expositieruimte van het Persmuseum verplaatst naar het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert Stichting het Persmuseum geen subsidie toe te kennen, tenzij de aanvrager voldoet aan de volgende voorwaarden.

  • De stichting dient een nieuw activiteitenplan in, met een daarop aangepaste en sluitende begroting.
  • In het aangepaste plan beschrijft de aanvrager op heldere wijze zijn museale profiel en missie en visie, en geeft de aanvrager concreet aan welke activiteiten het museum in de periode 2017 – 2020 wil ontplooien.
  • Ook wordt het educatiebeleid en het daaruit voortvloeiende activiteitenprogramma concreet uitgewerkt in het plan.
  • De aanvrager werkt de samenwerking met Beeld en Geluid inhoudelijk uit met als einddoel een bestuurlijke fusie.

De raad vindt de aanvraag van het Persmuseum onvoldoende uitgewerkt. Het profiel, de missie en de visie zijn onduidelijk, en de activiteiten voor de komende subsidieperiode worden niet of nauwelijks beschreven. Ook de uitwerking van het educatiebeleid acht de raad onvoldoende. Het plan richt zich vooral op de praktische kanten van de geplande verhuizing naar Beeld en Geluid. De verhuizing biedt echter ook veel inhoudelijke mogelijkheden, die onvoldoende worden uitgewerkt. Er worden veel praktische voordelen verondersteld op het gebied van inkomsten en publieksbereik, maar de onderbouwing hiervan ontbreekt.

Het belang van de collectie en de presentatie van persvrijheid vindt de raad echter groot. De raad adviseert daarom aan te sturen op een duurzame samenwerking tussen het Persmuseum en Beeld en Geluid, op termijn uitmondend in een fusie.

Beoordeling

Kwaliteit

Het Persmuseum heeft naar de mening van de raad in de afgelopen vier jaar de collectie op weinig overtuigende wijze onder de aandacht weten te brengen. Hoewel de collectie van grote waarde is, blijft het museum hangen in een klassieke aanpak. Het geeft in de presentatie weinig aandacht aan nieuwe media en de invloed ervan op de samenleving. Ook in het collectiebeleid ziet de raad aandacht voor nieuwe media onvoldoende terug.

De raad vindt de missie, de visie en het profiel onvoldoende helder beschreven. Het museum wil laten zien welke vitale rol de journalistiek speelt in onze samenleving. De raad onderschrijft het belang hiervan, maar het wordt hem niet duidelijk op welke wijze het museum dit wil gaan doen. De uitgeschreven activiteiten beperken zich tot het jaar 2016; voor de aankomende subsidieperiode 2017 – 2020 zijn de activiteiten niet uitgewerkt. Hierdoor kan de raad zich geen goed beeld vormen van het activiteitenprogramma van het museum. Er worden interessante invalshoeken genoemd, zoals een vernieuwingsslag in exposeren geïnspireerd door het Newseum in Washington. Het plan licht echter niet toe op welke wijze het museum dit wil bewerkstelligen.

Het museum richt zich in het plan vooral op de geplande verhuizing naar Beeld en Geluid. De raad onderschrijft deze verhuizing, maar zet vraagtekens bij de keuzes die in het kader van de verhuizing worden gemaakt. De verhuizing betreft alleen de presentatiefunctie; de collectie blijft achter bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Hierdoor ontstaat het risico dat het museum in een spagaat komt. Dit blijkt ook uit de aanvraag. De oriëntatie van het activiteitenplan richt zich wisselend op Amsterdam en op Hilversum.

De raad krijgt daardoor de indruk dat de verhuizing met name is ingegeven door praktische overwegingen. Het publieksbereik van het Persmuseum is laag, wat het museum met name wijt aan de huidige locatie. De verhuizing naar Beeld en Geluid biedt naar de mening van het museum mogelijkheden om dit bereik substantieel te vergroten. Dit is een helder argument, maar ook inhoudelijk ziet de raad veel voordelen in een verhuizing naar Beeld en Geluid. Deze inhoudelijke argumenten leest de raad in het plan echter slechts beperkt terug. De raad vindt dit een gemiste kans. De collectie, kennis en expertise die aanwezig zijn bij Beeld en Geluid bieden allerlei inhoudelijke mogelijkheden voor de collectie en de presentatiefunctie van het Persmuseum. Uiteraard zijn praktische overwegingen, zoals een groter publiek, legitiem, maar dit kan naar de mening van de raad nooit het enige doel zijn.

Educatie en participatie

Hoewel het bereik van het museum klein is, is de raad tevreden over de kwaliteit van het educatieve aanbod in de afgelopen periode, zeker gezien de beperkte capaciteit. Het programma is goed opgebouwd en sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Het schoolbezoek is in 2015 toegenomen ten opzichte van 2013 en 2014. Het museum ontving in 2015 ruim 3.200 leerlingen, tegenover bijna 2.800 leerlingen in 2013.

De raad vindt de uitwerking van de educatieve plannen van het Persmuseum voor de komende periode onvoldoende. De plannen richten zich met name op de verwachte stijging van het bezoek door de verhuizing naar Beeld en Geluid. Het Persmuseum zegt een vaste plaats te zullen innemen in het basisprogramma-aanbod van Beeld en Geluid. Er zullen programma’s worden ontwikkeld in samenwerking met Beeld en Geluid, afnemers, museumdocenten en andere partners en stakeholders. Hoe dit gestalte zal krijgen blijft echter onduidelijk.

Het museum noemt verder samenwerkingspartners op het gebied van educatie in Amsterdam, maar maakt niet duidelijk hoe deze samenwerkingsverbanden worden vormgegeven na de geplande verhuizing naar Hilversum.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

De raad constateert dat de huidige locatie niet optimaal is voor het museum en zijn publieksbereik. Het museum heeft met zijn tentoonstellingen op diverse locaties in 2013 circa 51.000 en in 2014 ruim 57.000 bezoekers ontvangen. In 2015 is dit aantal gedaald naar ruim 40.000 bezoekers. Daarvan hebben in 2013 echter slechts 2.650 bezoekers betaald; in 2014 waren dat er bijna 3.600 en in 2015 3.221. Het merendeel van het publiek bezocht exposities van het museum op andere locaties, zoals bibliotheken en rechtbanken.

Het museum wil het tij keren door in te trekken bij Beeld en Geluid. Het verwacht hierdoor een aanzienlijke stijging van de bezoekersaantallen, naar 102.500 bezoekers in 2017, waarvan 57.500 betalend. Deze grote stijging wordt echter, afgezien van de fysieke verhuizing van de presentatieplek, op geen enkele manier onderbouwd.

Diversiteit in het publiek bewerkstelligt het museum naar eigen zeggen door de samenwerking met JINC en de stadspas Amsterdam, en door in het tentoonstellingsbeleid rekening te houden met de diversiteit van de samenleving. Specifiek doelgroepbeleid wordt echter onvoldoende uitgewerkt in het plan.

Ondernemerschap

Het Persmuseum heeft 2014 afgesloten met een negatief exploitatieresultaat. Dit komt voor een deel door tegenvallende publieksinkomsten. Andere eigen inkomsten zijn daarentegen flink gestegen, met name door een toename van private middelen; het eigen inkomstenpercentage lag in 2014 op ruim 50 procent. Het Persmuseum verwacht na de verhuizing vier keer zoveel publieksinkomsten te genereren. Van deze aanname mist de raad een onderbouwing.

De verhuizing van de museale activiteiten naar Hilversum zal gevolgen hebben voor de huidige medewerkers en vrijwilligers van het Persmuseum. Het plan maakt echter niet duidelijk wat dit concreet betekent; dit zal in de loop van 2016 verder uitgewerkt worden.

Het museum hanteert de Governance Code Cultuur en werkt dit in het plan ook voldoende uit. De raad constateert dat de huidige directeur van Beeld en Geluid ook de directeur van het Persmuseum wordt. Zolang er nog geen sprake is van een fusie, vindt de raad een dergelijke dubbelfunctie onverstandig.

Persmuseum

Persmuseum

Aanvullend advies
2 december 2016

De raad heeft op 19 mei 2016 geadviseerd Stichting het Persmuseum geen subsidiebedrag toe te kennen, tenzij wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De minister heeft dit advies overgenomen. Zij heeft de instelling in haar subsidiebeschikking van 20 september 2016 verzocht een aangepast activiteitenplan in te dienen dat voldoet aan de volgende eisen:

  • De instelling beschrijft op heldere wijze zijn museale profiel en missie en visie, en geeft concreet aan welke activiteiten hij in de periode 2017 – 2020 wil ontplooien.
  • De instelling werkt het educatiebeleid en het daaruit voortvloeiende activiteitenprogramma concreet uit.
  • De instelling werkt de samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid inhoudelijk uit.

In dit advies beoordeelt de raad of de instelling in het aangepaste activiteitenplan aan deze eisen heeft voldaan. Voor het overige handhaaft hij zijn beoordeling van 19 mei 2016.

Conclusie

De Raad voor Cultuur is van oordeel dat Stichting het Persmuseum met haar aangepaste plan heeft voldaan aan de gestelde eisen.

De raad is enthousiast over de voortvarendheid waarmee het Persmuseum de fusie met Beeld en Geluid aangaat. Het plan getuigt van zelfreflectie en nieuw elan. De meerwaarde van samenwerking met Beeld en Geluid wordt herkend, niet alleen op organisatorisch, maar juist ook op inhoudelijk vlak. De plannen die het museum beschrijft, bieden veel vertrouwen in de toekomst. Zowel de programmering van de tentoonstellingen als van de educatieve activiteiten worden door de kennis en expertise van Beeld en Geluid verrijkt en geactualiseerd. Door de fusie met Beeld en Geluid kan de presentatie van het Persmuseum naar een hoger plan worden getild; de raad heeft dan ook vertrouwen in de plannen.

Beoordeling

Kwaliteit

De raad is positief over het aangepaste activiteitenplan van het Persmuseum. Het museum schrijft dat het zal toewerken naar een volledige fusie met Beeld en Geluid. Beide instellingen hebben de missie om uitingen en uitingsvormen van de media en de journalistiek te verzamelen, te bewaren, te duiden, te verbinden en toegankelijk te maken, en het belang ervan in alle facetten voor een breed publiek over het voetlicht te brengen. Door te fuseren zullen volgens het Persmuseum belangrijke thema’s als persvrijheid duurzaam museaal worden geborgd. De raad onderschrijft dit en is verheugd dat deze fusie voortvarend wordt aangepakt. In het plan geeft het museum blijk van zelfreflectie en wordt helder beschreven wat de meerwaarde van de samenwerking met Beeld en Geluid is, zowel op organisatorisch als op inhoudelijk vlak.

De voorgenomen activiteiten worden concreet uitgewerkt, evenals de doelgroepen. De raad constateert dat de fusie met Beeld en Geluid veel kansen biedt om de presentatie op een vernieuwende wijze vorm te geven. Uit het plan blijkt dat ook het Persmuseum deze kansen ziet en aangrijpt. Het museum is bijvoorbeeld van plan interactieve en non-lineaire content te presenteren en niet alleen meer tweedimensionale objecten. Daarnaast zal in de presentatie aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van de journalistiek en media als onderdeel van een maatschappelijk interactief en wederkerig krachtenspel. De raad ziet nieuw elan in de plannen en is dan ook tevreden over deze ontwikkelingen.

Educatie en participatie

Het Persmuseum wil in het educatieprogramma kernwaarden als persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, burgerschap en het functioneren van de democratie leidend laten zijn. Het museum noemt als educatieve doelstellingen: het bewust maken van het belang van persvrijheid; het informeren over de functie van persvrijheid; het bevorderen van mediawijsheid en het stimuleren van kritisch nadenken. Volgens de raad zijn dit aansprekende uitgangspunten voor een goed educatieprogramma.

De uitwerking van de educatieve activiteiten is beperkt, maar de raad vindt dit in het licht van de voorgenomen fusie begrijpelijk. Het museum meldt dat het bestaande aanbod in de komende periode geleidelijk zal worden toegevoegd aan en geïntegreerd in het educatieaanbod van Beeld en Geluid. De educatieve benadering kan hierdoor worden verrijkt en geactualiseerd, vanuit de meer op interactie gerichte waarden van Beeld en Geluid.