Nederlands Film Festival
Nederlands Film Festival
Het Nederlands Film Festival (hierna: NFF) is een jaarlijks tiendaags filmfestival in Utrecht, gericht op de presentatie en promotie van zowel de Nederlandse film als televisiedrama en -documentaires. Het NFF fungeert tevens als platform voor inhoudelijke uitwisseling en innovatie. Naast honderden filmvertoningen zijn er discussiebijeenkomsten, masterclasses en conferenties, zowel gericht op publiek als op professionals in de wereld van film, televisiedrama en documentaires. Het NFF wil graadmeter en aanjager zijn van de Nederlandse filmcultuur en die verbinden met publiek en samenleving. Het NFF is gericht op samenwerking met vrijwel alle geledingen binnen de sector van film en televisiedrama. Die verbindende kwaliteit zet het NFF in om de Nederlandse film in de volle breedte voor het voetlicht te brengen. Het beleid van het NFF wordt afgestemd met EYE en het Filmfonds.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Nederlands Film Festival een subsidie toe te kennen van € 650.000, op voorwaarde dat de instelling een nieuwe, sluitende begroting indient met een aangepast activiteitenplan.
De raad ziet het NFF vooral als een publieksfestival dat dient als etalage ter promotie van de Nederlandse film. Deze rol vervult het NFF uitstekend. Er worden films getoond waarin verhalen over en uit Nederland centraal staan. De raad vindt het getuigen van goed cultuurbeleid om de investeringen in de Nederlandse film via een Nederlands filmfestival eenmaal per jaar onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Niet zozeer de artistieke kwaliteit is hierbij leidend – die zit hem immers vooral in de individuele films en programma’s – maar vooral de marketingkracht van het festival is van belang.
De functie van podium voor de Nederlandse film en het Nederlandse televisiedrama is de belangrijkste kernactiviteit van het NFF. Hierbij is de raad van mening dat een kortere periode dan tien dagen zou kunnen volstaan, waarbij de nadruk dan nog meer op de premières en op publiciteit rondom de Nederlandse film komt te liggen.
Het NFF speelt een prijzenswaardige hoofdrol op het gebied van filmeducatie. Die activiteiten verdienen het dan ook ondersteund en voortgezet te worden. De raad beveelt aan hiervoor middelen vrij te maken.
Op de overige onderdelen van het plan heeft de raad het nodige aan te merken. Het schort aan onderbouwing van de ambities en aan duidelijkheid over de vraag hoe deze gestalte gaan krijgen. Zo gaat het NFF uit van een enorme groei van het aantal betalende bezoekers zonder duidelijk te maken hoe het die gaat werven. Dit is van belang om de beoogde groei in te zetten en de financiering haalbaar te maken.
Beoordeling
Kwaliteit
Het NFF is hét festival voor de Nederlandse film, en inmiddels ook voor televisiedrama. Jaarlijks weet het festival veel media- en publieksaandacht te genereren en biedt het een podium aan Nederlandse acteurs en andere filmprofessionals.
Binnen de filmsector leven verschillende opvattingen over het festival: volgens de een besteedt het festival vooral aandacht aan de kleinere Nederlandse (arthouse)film, volgens de ander is het festival juist te veel gefocust op de commerciële Nederlandse films. De raad constateerde mede hierdoor in 2012 dat het NFF geen eigen artistieke signatuur heeft; voor een festival dat dé Nederlandse film promoot, is dat ook niet verwonderlijk. Het NFF opereert bewust in het spanningsveld tussen de commerciële en de artistieke films. Dat lijkt de raad geen onverstandige keuze, maar het brengt wel het risico met zich mee dat de verschillende groepen zich niet gerepresenteerd voelen, of niet het gevoel hebben erbij te moeten zijn. Des te meer is het van belang dat het NFF goed omgaat met de gevoeligheden die leven binnen de branche en met de vraag hoe deze tot uiting kunnen komen op het festival. Het NFF moet ervoor waken ‘gegijzeld’ te worden als podium om deze gevoeligheden uit te spelen. Het NFF dient ervoor te zorgen dat de focus blijft liggen op promotie en vertoning van Nederlandse film in de breedste zin van het woord.
Met betrekking tot artistieke of inhoudelijke kwaliteit is en blijft het NFF vanzelfsprekend afhankelijk van het aanbod uit de branche, van artistiek tot commercieel. De raad ziet het belang van het NFF dan ook vooral in de etalagefunctie voor het Nederlandse filmcultuurgoed. De band die het NFF met de pers en met de televisie- en filmsector heeft, zorgt ervoor dat het NFF bij uitstek geschikt is om maximale (media-)aandacht voor de diversiteit van het Nederlandse audiovisuele aanbod – commercieel en artistiek, film- en televisiedrama – te krijgen.
Het NFF stelt dat het er, ondanks praktische en financiële tegenslagen, in is geslaagd zijn ambities waar te maken en te vernieuwen. Het Academy-systeem is zo’n vernieuwende stap, net als de keuze om de game-industrie meer bij het festival te betrekken.
Het NFF heeft initiatieven genomen ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen in de filmbranche, zoals interactiviteit en gaming. De grotere rol van interactiviteit en de kruisbestuiving daarvan met televisie en film dragen bij aan de vernieuwing die het festival nastreeft. De raad verwacht dat met de selectie van dit type producties het aantal jonge bezoekers toeneemt.
Tegelijkertijd draagt het NFF bij aan de stimulering van innovatie op het gebied van (hybride vormen van) media. De raad ziet de stelling dat het aandeel jonge bezoekers toeneemt niet in cijfers vertaald en tekent daarnaast aan dat de aandacht voor interactiviteit en gaming een risico van verder verlies aan focus met zich meebrengt. Gezien de ontwikkelingen in de audiovisuele industrie vindt de raad het wel te begrijpen dat het NFF aandacht besteedt aan nieuwe media en aan andere manieren van storytelling. Hij is er echter niet van overtuigd dat interactiviteit en games een zelfstandige pijler zouden moeten zijn naast film en televisie, zeker niet als de financiering louter uit het rijksbudget voor de filmsector komt.
De internationale activiteiten – de promotie van de Nederlandse film in het buitenland – vinden vooral plaats in samenwerking met EYE en het Filmfonds. Het is voor de raad echter niet helder op welke manier het NFF hieraan precies bijdraagt en of die bijdrage noodzakelijk is.
De raad zou graag zien dat het NFF keuzes maakt die dicht bij zijn kerndoelen liggen en waarmee het aansluit bij andere festivals. Het NFF zal vanwege het nationale stempel nooit de internationale positie krijgen die het wellicht ambieert. Daarom kan het aanbieden van de Nederlandse film in een internationale context volgens de raad beter via IFFR of IDFA gebeuren. Daar is tenslotte de internationale markt al aanwezig.
Door de bezuinigingen in de sector is de infrastructuur voor talentontwikkeling verzwakt. Het NFF heeft op dit gebied echter goed vormgegeven ambities. De samenwerking met de sector en het Filmfonds wordt verstevigd. De raad ondersteunt dit van harte. Ook het voornemen om programmeurs te gaan opleiden verdient veel lof. Dat geldt eveneens voor de organisatie van een nationale film- en televisieconferentie. Dit initiatief behoeft wel afstemming met Filmfonds, IDFA, EYE en de publieke en commerciële omroepen.
Educatie en participatie
Het NFF besteedt veel aandacht aan educatie. De raad is van mening dat het festival zelfs van substantieel belang is voor filmeducatie, veel meer dan de andere festivals. Tijdens het festival organiseert het NFF een educatief programma voor het basis- en voortgezet onderwijs, de ‘Kidsbios’ en het jongerenprogramma. Het programma bestaat onder andere uit speciale filmvertoningen en nagesprekken met cast en crew. Ook worden verschillende workshops gegeven over het werken op een filmset.
Kidsbios bevat een educatiepakket, overwegend bestaande uit fictiefilm, dat in samenwerking met EYE is ontwikkeld voor drie- tot twaalfjarigen. Het gratis lesmateriaal is een handvat om in de klas filmbezoek voor en na te bespreken. Het NFF biedt ook workshops voor leraren aan, maar het is onduidelijk wat die precies inhouden en in welke mate daarvan gebruikgemaakt is.
Ook is er een aantal online programma’s in ontwikkeling (‘NFF Online voor Kids’) en worden er nieuwe programma’s geïntroduceerd, zoals de Filmcanon voor het voortgezet onderwijs. Het bereik hiervan is nog onduidelijk. Het festivalprogramma voor jongeren, ‘Blik op de Set’, werd bezocht door 6.000 scholieren uit de regio.
Nu trekt het NFF vooral kinderen en jongeren uit de regio Utrecht. Voor een groter bereik zou het daarom goed zijn als het NFF, in plaats van bijvoorbeeld scholieren uit België te laten komen, financiën aanwendt voor (online) vertoningen in het hele land, inclusief België, het hele jaar door.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De gewenste groei van de bezoekersaantallen is uitgebleven. Dit schrijft het NFF vooral toe aan de locatieproblemen waarmee het festival te maken had. Het online bereik is toegenomen, maar dat heeft zich niet vertaald in meer bezoekers.
Het NFF wenst een verbreding van het publiek, dat nu vooral Randstedelijk, bovenmodaal en dertig plus is. Het NFF wil een cultureel diverser publiek en meer jongeren bereiken. Het wil dit doen via een scherper marketingbeleid, doelgroepprogrammering en ‘uitgebreidere samenwerkingsrelaties’. De raad waardeert deze ambitie, maar het wordt uit de plannen niet duidelijk wat het festival hiermee precies voor ogen heeft. Ook zijn er ambities om met bioscoopexploitanten in het land satellietfestivals op te zetten, maar er worden geen concrete plannen of plaatsen genoemd. Het NFF heeft wel een beeld van zijn publiek, maar weet onvoldoende wat de samenstelling van het publiek is per activiteit. Deze informatie zou het festival meer handvatten kunnen bieden om specifieke publieksgroepen te bereiken.
Het NFF is zeer ambitieus wat betreft zijn publieksbereik. Zo wil het de komende periode 25 procent meer bezoekers behalen en het aantal betalende bezoekers van 40 naar 85 procent brengen. Dit is een prijzenswaardig streven, maar het NFF maakt niet duidelijk hoe het deze doelen denkt te gaan behalen.
Ondernemerschap
Het NFF is een financieel gezonde organisatie. Het geeft in zijn activiteitenplan blijk van goed ondernemerschap, met name op de onderdelen marketing en de samenstelling van de financieringsmix. Met combinaties van producten en doelgroepen is het NFF in staat aanzienlijke eigen inkomsten te halen, waarbij vooral het hoge aandeel van inkomsten uit sponsoring opvallend is.
Het NFF geeft in zijn plannen geen blijk van een reële strategie bij tegenvallende inkomsten. Vanwege het lagere adviesbedrag zal de instelling bij zichzelf te rade moeten gaan om tot een houdbare begroting voor de komende jaren te komen. Impliciet blijkt wel uit het plan dat bij tegenvallende inkomsten op de activiteiten navenant kan worden gekort.
Met (de uitreiking van) de Gouden Kalveren, maar ook met een goede onlinestrategie en een goede website, voert het NFF een sterke marketing en creëert het draagvlak voor en zichtbaarheid van de Nederlandse filmindustrie.
Het NFF geeft aan de negen principes van de Governance Code Cultuur bewust toe te passen en licht dat toe in het financieel jaarverslag en op de website.
Nederlands Film Festival
Nederlands Film Festival
Aanvullend advies
14 juli 2016
Het NFF schrijft in zijn reactie verrast te zijn door het onvolledige beeld dat de raad schetst van de activiteiten en taken van het festival. Het NFF is daarnaast van mening dat bij de overwegingen voor het subsidiebedrag voor de filmfestivals onvoldoende rekening is gehouden met de structurele ondersteuning.
Volgens het NFF mist de raad een belangrijke pijler door het festival vooral als een publieksfestival te zien dat dient als etalage ter promotie van de Nederlandse film, en dat een podium biedt aan de Nederlandse film en het Nederlands televisiedrama. Volgens het NFF is het festival ook een belangrijk platform van professionals. De raad erkent dat dit ook een zeer waardevolle functie is. In de beschrijving die de raad geeft, heeft hij ook deze functie voor ogen gehad.
Het NFF vindt dat de raad een te smalle benadering van de functie van het festival hanteert als hij schrijft dat interactiviteit en games geen zelfstandige pijler bij het NFF zouden moeten zijn, naast film en televisie; zeker niet als de financiering louter uit het rijksbudget voor de filmsector komt. Het NFF wil via de programmalijn ‘Interactive’ crossovers en kruisbestuiving stimuleren en belangrijke allianties aangaan met professionals uit de wereld van games en interactive, waaronder Control Magazine, Dutch Game Awards en Indigo. De raad vindt het prijzenswaardig dat het NFF oog heeft voor de veranderde creatieve audiovisuele sector, maar is van mening dat hiervoor additionele middelen, buiten het subsidiebedrag voor film, gevonden moeten worden.
In het advies schrijft de raad dat het NFF wellicht een internationale positie ambieert. Het NFF schrijft dat dit niet het geval is. Het wil duidelijk maken dat de Nederlandse film en de Nederlandse makers in toenemende mate internationaal opereren en wijst op de internationale context waarbinnen de nationale filmcultuur zich afspeelt en gedijt. De raad en het NFF verschillen hierover niet van mening; de raad dankt het NFF voor zijn toelichting.
Het NFF oppert dat de raad bij de bepaling van het geadviseerde subsidiebedrag niet de kosten van de sectorale taken die het NFF uitvoert, heeft meegewogen.
Daarnaast schrijft het NFF dat de raad niet ingaat op het knelpunt waar het NFF specifiek aandacht voor vraagt: het Academysysteem en de daarmee samenhangende kosten.
De raad heeft bij het geadviseerde subsidiebedrag alle belangrijke functies van het NFF meegewogen, ook die het uitvoert ter versterking of ondersteuning van de sector. Met het oog op de beperkte budgetten heeft de raad prioriteiten moeten stellen. Hij heeft alle filmfestivals in relatie tot elkaar beoordeeld en is op grond daarvan tot de geadviseerde verdeling van de bedragen gekomen (zie inleiding Film). Wat de kosten van het Academysysteem betreft, merkt de raad op dat dit een wens van de sector zelf is. Hij vindt het redelijk dat de sector hiervoor dan ook (gedeeltelijk) de kosten draagt.
Het NFF is van mening dat de raad, gezien zijn lovende woorden voor het NFF op het gebied van filmeducatie, het subsidiebedrag hiervoor had kunnen verhogen. Vanwege het subsidieplafond was dit niet mogelijk, maar de raad heeft de minister wel geadviseerd hiervoor middelen vrij te maken.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van het NFF geen aanleiding het positieve advies te herzien.
Nederlands Film Festival
19.05.2016
14.07.2016