International Film Festival Rotterdam

International Film Festival Rotterdam

De Stichting International Film Festival Rotterdam (hierna: IFFR) is een jaarlijks, twaalf dagen durend festival waarin honderden artistieke en onafhankelijke filmproducties uit de hele wereld te zien zijn en waar tevens filmgerelateerde kunstprojecten worden geprogrammeerd. Het IFFR is een ontmoetingsplek, facilitator in de zoektocht naar financiering voor filmprojecten, hoeder van talent en promotor van onafhankelijke cinema. Het festival herbergt tevens sinds vele jaren de Cinemart, een internationale coproductiemarkt, en het Hubert Bals Fonds. Ook organiseert het IFFR tijdens het festival debatten, lezingen en masterclasses. Het IFFR kent vier programmasecties: ‘Bright Future’ (met kanshebbers voor de Hivos Tiger Awards), ‘Voices’, ‘Deep Focus’ en ‘Perspectives’. In de komende edities wil het IFFR meer duiding en context bieden bij de films.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert Stichting International Film Festival Rotterdam een subsidie toe te kennen van € 1.210.000.

Het IFFR beschrijft een sterke ambitie en heeft een helder beeld van zijn eigen positie in het veranderende (internationale) filmlandschap. Het IFFR ziet zijn eigen sterkte en kwetsbaarheid als internationaal filmfestival ten opzichte van de andere internationale filmfestivals. De reikwijdte van het IFFR is lovenswaardig, zowel qua bezoekers en aanbod als qua plaats op de internationale markt.

Het IFFR wil een nieuwe stap naar de toekomst zetten en heeft een nieuw team gevormd om dat te realiseren. De raad ondersteunt de ambitie om uitnodigend te blijven, aansprekende titels te blijven programmeren en films van de beste context te blijven voorzien. Hiervoor zijn echter niet meer financiën beschikbaar in de basisinfrastructuur dan het IFFR nu al ontvangt. Om aanvullende inkomsten te verkrijgen zou het IFFR bijvoorbeeld een verdienmodel kunnen ontwikkelen voor ‘IFFR Unleashed’.

Beoordeling

Kwaliteit

Het IFFR kiest voor artistieke kwaliteit en toont artistieke filmproducties uit de hele wereld. Het voorziet deze van een context door middel van onder andere Q&A’s, debatten en masterclasses, voor een uiteenlopend publiek. De cinematografische kwaliteiten van de films zijn over het algemeen hoog. De thema’s die in de films worden behandeld zijn vaak maatschappelijk relevant en geven aanleiding tot reflectie.

Het IFFR heeft een goede reputatie als artistiek filmfestival en heeft een groot publieksbereik. Het IFFR is gezaghebbend in Nederland, maar merkt zelf ook op dat het heeft ingeboet aan internationale relevantie. De omvang en kracht van een filmfestival als dat van Berlijn, dat in de agenda net na het IFFR plaatsvindt, heeft gevolgen voor de bereidheid van internationale regisseurs om hun film op het IFFR in première te laten gaan. De markt die in Berlijn wordt bereikt, is fors groter. Hier ligt een uitdaging voor het IFFR.

Om hier een antwoord op te formuleren heeft het IFFR, onder regie van de nieuwe directeur, de programmaopzet veranderd. Het IFFR kiest voor een sterk internationaal en eigenzinnig profiel en past zijn ambities daarop aan. Deze koers en de goede en kritische reflectie op het eigen functioneren vindt de raad positief. Tegelijkertijd, terwijl de urgentie om de koers te herijken wel wordt gevoeld, lijkt dit voor het IFFR geen gemakkelijke opgave.

Het IFFR heeft van oudsher een scherp oog voor nieuwe ontwikkelingen en nieuw talent. Om internationaal weer een stevige positie in te nemen en op artistieke inhoud de concurrentie met andere (opkomende) festivals aan te kunnen, is het belangrijk het aantal wereldpremières van vooral jong talent te vergroten. Films die gerealiseerd worden met steun van het Hubert Bals Fonds en Cinemart zouden zowel op het eigen festival als internationaal nog zichtbaarder kunnen worden.

Met het Hubert Bals Fonds, Cinemart en de distributieactiviteiten heeft het IFFR zichzelf sterk op de kaart gezet. Deze initiatieven hebben als voorbeeld gediend voor andere festivals. De cruciale stap om een nieuwe, onderscheidende plek in de top van internationale festivals te kunnen behouden, ligt naar de mening van de raad vooral in de eigenzinnigheid van de keuze voor artistieke en grensverleggende projecten. Dat doet het IFFR door de indeling van het programma aan te scherpen. Dit vergroot de herkenbaarheid en biedt mogelijkheden voor context, verdieping en uitstappen naar andere disciplines. De vernieuwde distributieactiviteiten en de aangescherpte opzet van het programma zijn nu nog pril wat betreft uitwerking, maar wel veelbelovend.

Naast het Hubert Bals Fonds wil het IFFR nu ook met IFFR Talents aandacht besteden aan talentontwikkeling. De raad vindt dit een goed initiatief, zeker als er samenwerking en afstemming plaatsvinden met het Nederlands Filmfonds, de publieke en commerciële omroepen en andere filmfestivals.

Cinemart was altijd een zeer relevante coproductiemarkt. Het IFFR erkent dat die aan relevantie heeft ingeboet. Om dat te herstellen wil het IFFR artistiek inhoudelijker en creatiever zijn dan de (internationale) concurrentie, maar het maakt helaas niet duidelijk hoe het dat denkt te gaan realiseren.

In zijn algemeenheid constateert de raad dat het IFFR inhoudelijk nog altijd zeer sterk is. Wel is het, door de stevige concurrentie van andere festivals, een uitdaging de artistieke ambities waar te blijven maken.

Educatie en participatie

De visie van het IFFR op educatie is niet helder; men spreekt vooral de vurige wens uit meer opleidingen te bedienen. Het streven lijkt vooral te bestaan uit het in contact brengen van nieuwe doelgroepen met film. De raad heeft geen zicht op eventueel ontwikkeld educatief materiaal en/of het faciliteren van docenten.

Het IFFR richt zich vooral op de groepen zeven en acht van het basisonderwijs in de regio en de kunst- en av-opleidingen. Er is samenwerking met Erasmus, Zadkine en de Hogeschool Rotterdam. In de toekomst wil het IFFR met meer onderwijs­instellingen samenwerken. De raad acht dit wenselijk en mogelijk. Voor de hand ligt ook dat het IFFR meer samenwerkingsverbanden aangaat met opleidingen op het gebied van film en filmwetenschap.

Het IFFR zegt met 4.000 leerlingen het maximumaantal basisschoolleerlingen te hebben bereikt dat het festival in de huidige opzet aankan. De raad vraagt zich af waarom dit het maximum is, wat de beperkingen zijn en of het IFFR de ambitie heeft dit te vergroten, en op welke wijze dat dan gebeurt. Samen met lokale theaters moet daar een oplossing voor gevonden kunnen worden.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

Het IFFR heeft een trouw, hoogopgeleid publiek (87,7 procent) dat voornamelijk (80 procent) uit de Randstad komt. Het IFFR wil echter een diverser publiek bereiken, onder andere door middel van educatie. Om de diversiteit te vergroten zou het IFFR samenwerking kunnen zoeken met organisaties in en buiten Rotterdam. Gezien de diversiteit van het aanbod is de potentie van het IFFR om nieuwe product-marktcombinaties te maken groot.

Er zijn vele VOD-platforms waarop films kunnen worden vertoond. Dat zijn echter vaak niet de films die vanuit het IFFR opkomen. Dankzij de distributie via ‘IFFR Unleashed’ zullen de toegankelijkheid en het bereik van het IFFR toenemen. Het IFFR zegt er in eerste instantie niets aan te verdienen; vanwege de onzekere financiering van het IFFR is het aan te bevelen dat het hier spoedig verandering in brengt en dat het onderzoekt in hoeverre deze activiteit inkomsten kan genereren. Wellicht kan het IFFR een kickback fee vragen van andere VOD-platforms, zodat een breder publiek kan worden bereikt en het IFFR aanvullende inkomsten verkrijgt. Samenwerking met de publieke omroepen kan hierbij mogelijk van pas komen. Zij werken immers aan een infrastructuur voor financiële afhandeling van VOD.

Ondernemerschap

Het verdienmodel van het IFFR is gevarieerd. Het IFFR benut de diverse kansen en weet goed publieksinkomsten, sponsoring en private middelen binnen te halen. Het eigen inkomstenpercentage ligt boven de 150 procent, waardoor de afhankelijkheid van subsidies relatief beperkt is.

In het verdienmodel voor de komende BIS-periode gaat het IFFR uit van hogere bijdragen van diverse subsidieverstrekkers en hogere bijdragen uit sponsoring, waarvan niet vastgesteld kan worden in hoeverre deze ook daadwerkelijk gehonoreerd dan wel behaald gaan worden. Dat is niet zonder risico. Uit de aanvraag wordt bovendien niet duidelijk waarvoor men dat wil inzetten. Daar komt bij dat de strategie bij tegenvallende inkomsten beperkt is omschreven. De raad stelt voor bij de monitoring van het festival de komende jaren nadrukkelijk naar de realisatie te kijken en te bezien of de risico’s zich voordoen. Daarbij vindt de raad dat het IFFR zich – met rekenschap voor het cultureel ondernemerschap – beter op deze risico’s en het mitigeren daarvan zou moeten concentreren.

Het IFFR onderschrijft de principes van de Governance Code Cultuur en beschrijft de verhoudingen tussen bestuur en toezicht. In het plan ontbreekt echter een overzicht van de leden en de deskundigheid in beide gremia. Naast de raad van toezicht zou het IFFR kunnen overwegen een internationale (of internationaal georiënteerde) raad van advies in te stellen. Deze adviesraad zou met name ter versterking van de internationale positie dienen. Dit is namelijk een van de grote uitdagingen voor het IFFR.

In het beleidsplan signaleert het IFFR problemen met de Wet werk en zekerheid. Voor verschillende functies is namelijk slechts zeven maanden per jaar werk; er is dan geen basis voor een vast contract of zzp-overeenkomst, aldus het IFFR. De wet bepaalt dat deze werknemers na twee jaar een vast contract moeten krijgen. Het IFFR schrijft dat de vastgelegde minimale periode van zes maanden tussen twee contractperiodes het lastiger maakt om tijdelijke krachten terug te vragen. Het IFFR constateert dat hierdoor het personeelsbestand aan kwaliteit inboet. Ook laat het IFFR weten dat er flink in het personeel moet worden geïnvesteerd om de gestelde doelen te behalen in de planperiode. In het plan wordt het nieuwe personeelsbeleid niet nader toegelicht.

International Film Festival Rotterdam

International Film Festival Rotterdam

Aanvullend advies
14 juli 2016

In zijn reactie schrijft het IFFR dat uit het advies van de raad de indruk zou kunnen ontstaan dat het festival uitgaat van een maximum aantal leerlingen dat kan worden bereikt. Dit is volgens hem onjuist. Het IFFR laat weten dat het festival aan de grens zit van beschikbare zalen en programmeerruimte. Maar het educatiebereik kan de komende jaren aanzienlijk worden vergroot door meer vertoningsmogelijkheden binnen en buiten het festival, met gebruikmaking van analoge en digitale distributiekanalen. De raad dankt het IFFR voor deze toelichting. Hij vindt het prijzenswaardig dat het IFFR zich inspant en gebruikmaakt van nieuwe methoden om het bereik van kinderen en jongeren te vergroten.

De raad schrijft in zijn advies dat de visie van het IFFR op educatie niet helder is en dat de raad geen zicht heeft op eventueel ontwikkeld educatiemateriaal en/of het faciliteren van docenten. Het IFFR zegt wellicht te beknopt geweest te zijn in zijn aanvraag; het ontwikkelt al jaren lesmateriaal voor zowel het primair als voortgezet onderwijs. Ook licht het in zijn reactie zijn visie op educatie toe. De raad waardeert deze toelichting.

De reactie van het IFFR heeft geen consequenties voor het positieve advies van de Raad voor Cultuur.