LKCA

LKCA

De Stichting Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (hierna: LKCA) is een landelijk kennisplatform voor professionals in onderwijs, participatie en beleid. Het LKCA is in de vorige subsidieperiode ontstaan uit een fusie van Cultuurnetwerk en Kunstfactor. Vanuit het Rijk zijn drie kerntaken geformuleerd: professionalisering van de educatiefunctie in de culturele sector; het vervullen van een landelijke informatie- en netwerkfunctie voor zowel amateurkunst als cultuureducatie; het verrichten van onderzoek en monitoring op deze terreinen.

Het LKCA staat voor het belang van cultuureducatie en amateurkunst voor individu en samenleving. Het zet zich ervoor in om het maatschappelijk draagvlak en de waardering voor cultuur te vergroten. Het LKCA wil een actieve kennisorganisatie zijn die zich profileert als ondersteuner en ambassadeur voor professionals in praktijk en beleid. Het ziet zijn meerwaarde in de bundeling van kennis en ervaring en in de verbindingen die het onderhoudt met partijen in het veld en daarbuiten.

Het LKCA is een van de vijf bovensectorale ondersteunende instellingen die worden meegenomen in het door de minister aangekondigde onderzoek naar de ondersteuningsstructuur.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert de Stichting Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst een subsidie van € 5.060.000 toe te kennen onder de volgende voorwaarden.

  • De instelling dient voor de start van de nieuwe subsidieperiode een aangepast activiteitenplan in voor de komende twee jaar, waarin duidelijk zichtbaar wordt hoe met de aandachtspunten in dit advies wordt omgegaan.
  • De instelling reflecteert op haar rol in het bestel naar aanleiding van het advies dat de raad gaat uitbrengen over het door de minister aangekondigde onderzoek naar bovensectorale ondersteunende instellingen; zie de algemene inleiding.
  • De instelling dient op basis van deze reflectie in het najaar van 2018 een activiteitenplan in voor de periode 2019 – 2020.

De raad hecht grote waarde aan cultuureducatie en -participatie en vindt dat het LKCA daarin als ondersteunende instelling een belangrijke rol moet spelen. De aanvraag van het LKCA getuigt van een aansprekende visie op die rol, maar geeft geen inzicht in de concrete doelstellingen en activiteiten voor de korte en middellange termijn. In deze omissie moet worden voorzien.

Het LKCA heeft de afgelopen periode laten zien veel kennis in huis te hebben op het terrein van cultuureducatie en -participatie. De raad vindt wel dat de instelling nog onvoldoende zichtbaar is en te weinig een verbindende rol in het veld op zich neemt. Hij meent dat het LKCA zich de komende subsidieperiode hierin verder moet ontwikkelen.

Dat begint met een activiteitenplan waarin doelstellingen, strategie en activiteiten helder en consequent worden uitgewerkt. Zo’n plan moet volgens de raad blijk geven van een proactieve en naar buiten gerichte houding. Ook vindt de raad dat het LKCA in dit activiteitenplan moet laten zien hoe het provinciale en lokale partijen betrekt bij zijn werkzaamheden en zo het belang van cultuureducatie en -participatie in (stedelijke) regio’s behartigt.

Beoordeling

Kwaliteit

Het LKCA heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan het vormen van de nieuwe organisatie. De instelling heeft voldaan aan de drie kerntaken die het Rijk haar als opdracht heeft gegeven. De raad vindt het positief dat het LKCA zijn beschouwende rol heeft verlegd naar een actievere rol als ondersteuner, ambassadeur en adviseur van beleid en praktijk. Met het bijgestelde plan 2013 – 2016 is het LKCA de goede weg ingeslagen. De raad is echter van mening dat het LKCA zich de afgelopen jaren te weinig heeft opgesteld als verbinder en zich onvoldoende heeft gemanifesteerd als spreekbuis namens het veld. Afstemming met provinciale en lokale partijen, waaronder provinciale instellingen voor kunst en cultuur en lokale centra voor de kunsten, heeft te weinig plaatsgevonden. In het nieuwe activiteitenplan mist de raad concretisering van acties voor de korte en middellange termijn.

De raad oordeelt positief over het formuleren van gezamenlijke ambities in samenspraak met het Fonds voor Cultuurparticipatie (hierna: FCP), maar vindt de gezamenlijke activiteiten nog onvoldoende uitgewerkt. Het is niet altijd duidelijk hoe het LKCA en het FCP de verantwoordelijkheden hebben verdeeld en welke resultaten worden beoogd. De raad waardeert de manier waarop de instellingen het Platform Promotie Cultuurparticipatie willen inzetten om beeldvorming over cultuureducatie en -participatie positief te beïnvloeden, maar zet vraagtekens bij de realisatie. De raad wil graag zien waar het LKCA en het FCP bij dergelijke initiatieven complementair zijn en verwacht een uitwerking van de samenwerking in concrete activiteiten.

In het kader van deze samenwerking is de raad het speerpunt ‘Cultuur ophalen en verbinden’ opgevallen als een veelbelovend initiatief. Aandacht besteden aan de veranderende beleving van cultuur en aan niet-canonieke kunsten past in de huidige samenleving. Volgens de raad moeten de instellingen op dit vlak een onderscheidende rol gaan spelen.

De raad begrijpt niet dat het LKCA de onderzoeksfunctie, een kerntaak, wil ombuigen in de richting van systematische dataverzameling en -analyse. Onderzoek is essentieel voor een organisatie die proactief in het veld staat. De raad vindt dat het LKCA zich niet alleen met literatuuronderzoek moet bezighouden maar ook met veldonderzoek, waarbij lokale en regionale partijen worden betrokken. De raad is overigens van mening dat het LKCA vaker strategische aansluiting moet zoeken bij bestaand onderzoek van culturele instellingen of decentrale overheden. De raad vindt dat de onderzoeksagenda van de instelling moet worden geactualiseerd en moet worden afgestemd met het veld.

Het initiatief van het LKCA om zich als partner van het Rijk op te werpen in de systematische dataverzameling en -analyse vindt de raad voorbarig. In Agenda Cultuur heeft de raad aandacht gevraagd voor de organisatie van de kennisfunctie in het culturele veld. De raad meent dat dataverzameling, -interpretatie en -ontsluiting meer in samenhang moet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een kenniscentrum of een coördinerend samenwerkingsverband. De raad vindt dat de minister hiervoor eerst de route moet aangeven, voordat het LKCA deze taak oppakt.

Educatie en participatie

De raad is positief over de initiatieven die het LKCA ontwikkelt op het gebied van cultuureducatie in het onderwijs, met name in de discussie over ‘Ons Onderwijs 2032’. Om het eigenaarschap van cultuureducatie bij scholen te vergroten, is de raad van mening dat het LKCA aansluiting moet zoeken bij de onderwijskoepels en bij provinciale en lokale intermediairs voor het onderwijs.

De raad vindt dat het LKCA zijn rol bij deskundigheidsbevordering van professionals op het terrein van cultuureducatie en -participatie explicieter en met meer daadkracht moet oppakken. Het was voor de raad de afgelopen periode onvoldoende zichtbaar hoe het LKCA invulling gaf aan zijn taak om BIS-instellingen te ondersteunen bij hun educatieve taak.

De raad hecht waarde aan het continueren van de inspanningen op het terrein van erfgoededucatie, maar stelt vast dat deze in het activiteitenplan onderbelicht blijven. In het kader van erfgoededucatie vraagt de raad aandacht voor de begeleiding van de grote groep niet-professionals (vrijwilligers), die belangrijk is voor de voortgang ervan. Ook op het vlak van community arts en amateurkunst verdienen niet-professionele partijen meer aandacht. Deze groepen behoren niet tot de doelgroep van het LKCA, maar zijn van groot belang voor het fijnmazige netwerk van cultuureducatie en -participatie.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

De raad constateert dat het LKCA veel actie heeft ondernomen om zijn bestaande doelgroepen te bereiken, maar er in mindere mate in is geslaagd nieuwe aan te boren. 1 Activiteiten zijn inhoudelijk sterk, maar missen vaak het elan om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Om de (landelijke) zichtbaarheid en slagkracht te vergroten, zou de instelling er goed aan doen aansluiting te zoeken bij of afspraken te maken met andere relevante netwerken, bijvoorbeeld door partnerschappen aan te gaan op het terrein van onderwijs, welzijn of sport. Ook decentrale bestuurders en overheden zijn mogelijke partners.

De raad oordeelt positief over het agenderen van het maatschappelijk belang van cultuurparticipatie. Met het meerjarenprogramma ‘Lang Leve Kunst’, waarin het LKCA participeert, zijn mooie resultaten geboekt, waaronder de ontwikkeling van een gelijknamige website en de Europese conferentie ‘Long Live Arts’ in 2015. De raad heeft echter de indruk dat er meer initiatieven mogelijk zijn op het gebied van zorg en welzijn. Het slechten van de schotten tussen de verschillende beleidsterreinen ziet hij als uitdaging voor de komende periode.

Ondernemerschap

De raad constateert dat het LKCA in hoge mate afhankelijk is van de overheid en dat deze afhankelijkheid de komende jaren nog verder oploopt: van 85 procent in 2014 naar 92 procent in 2020. De instelling geeft aan geen commerciële activiteiten te willen ontplooien en geen concurrentie te willen aangaan op terreinen waar andere (commerciële) partijen werkzaam zijn. De raad begrijpt dit standpunt van een ondersteunende instelling. Hij ziet echter wel mogelijkheden om alternatieve inkomsten te genereren, zoals het matchen van subsidie met geld uit maatschappelijke en particuliere fondsen. Het LKCA zou erbij gebaat zijn expertise te verwerven op het terrein van fondsenwerving.

Het LKCA is een relatief grote ondersteunende instelling. Het personeelsbestand groeit van 48,4 fte in 2014 naar 53,5 fte in 2017, en daalt vervolgens naar 48 fte in 2020. De raad mist in de aanvraag een verklaring voor dit verloop. Ook een algemene visie op het personeelsbeleid ontbreekt. De raad meent dat het LKCA zijn organisatie flexibeler en slagvaardiger moet maken en verwacht daarom in een nieuw activiteitenplan een toelichting op de wijze waarop het zijn ambities in personele zin wil realiseren. Diversiteit in het personeelsbestand, in de brede zin van het woord, hoort hierbij.

Het LKCA hanteert de Governance Code Cultuur en licht in zijn aanvraag beperkt toe hoe hiermee wordt omgegaan. De instelling geeft aan dat bij de werving van nieuwe leden diversiteit, deskundigheid en onafhankelijkheid aandachtspunten zijn. De raad is van mening dat er bij toekomstige wervingen moet worden gelet op een evenwichtige combinatie van leden uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de overheid.

Klanttevredenheidsonderzoek, Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, juni 2015.

LKCA

LKCA

Aanvullend advies
27 februari 2017

De minister heeft het Landelijke Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) verzocht om een aangepast activiteitenplan voor de jaren 2017 en 2018 in te dienen, waarin zichtbaar wordt hoe de instelling omgaat met de verbeterpunten die de raad in zijn advies heeft benoemd. Het LKCA heeft aan deze voorwaarde voldaan. De raad geeft nog wel enkele aandachtspunten mee.

De voorwaarden die de raad in zijn advies over de subsidieaanvraag van het LKCA had gesteld, waren substantieel. Hij constateert dat er hard is gewerkt om aan deze eisen te voldoen, en de raad complimenteert de instelling daarvoor. Het aangepaste plan geeft een beter inzicht in de doelstellingen op korte en middellange termijn. Ook vindt de raad dat de ambities voor cultuurparticipatie concreter zijn beschreven. Wel mist hij een nadere toelichting op de samenwerking met het Fonds Cultuurparticipatie. Wat opvalt, zijn de inzet op meer zichtbaarheid in het veld en een rol als verbindende factor. Het voornemen van het LKCA om een helpdesk in te richten, kan hieraan bijdragen.

De raad vindt dat het betrekken van provinciale en lokale partijen bij de uitvoering van de activiteiten nog niet goed uit de verf komt. In het plan wordt niet duidelijk hoe de instelling wil samenwerken met partners in provincies, grote steden en op maatschappelijke terreinen zoals bijvoorbeeld onderwijs, welzijn en sport. De raad spoort de instelling aan zich hiervoor te gaan inspannen.

Een toelichting op de werkwijze van het kenniscentrum is nog te summier beschreven. De raad is benieuwd hoe het LKCA zijn organisatie flexibeler en slagvaardiger gaat maken, zodat de geformuleerde doelstellingen kunnen worden behaald.

Met het oog op het door de minister aangekondigde onderzoek naar bovensectorale ondersteunende instellingen had de raad enige reflectie verwacht op de toegevoegde waarde van een landelijk kennisinstituut voor cultuureducatie en amateurkunst in de BIS. Hij moedigt de instelling aan dit alsnog te doen, zodat zij goed voorbereid dit onderzoek en de discussie over de inrichting van de ondersteunende functies in het cultuurbestel ingaat.