de Appel
de Appel
Stichting de Appel (hierna: de Appel) is een grote presentatie-instelling in Amsterdam. De instelling wil het publiek confronteren met getalenteerde kunstenaars uit binnen- en buitenland. Daarnaast profileert de instelling zich door experiment, onderzoek en het aanjagen van het discours hierover. Het centrale thema voor de programmering gedurende de komende periode is ‘synchroniciteit’. de Appel verwacht eind 2016 te kunnen starten met de nieuwe programmering.
de Appel onderscheidt zich van andere presentatie-instellingen doordat het behalve een platform voor beeldend kunstenaars sinds 1994 ook een opleidingstraject biedt voor curatoren: het ‘Curatorial Programme’. Vanaf zijn oprichtingsjaar (1975) onderhoudt en ontsluit de Appel een archief.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting de Appel geen subsidie toe te kennen.
Het plan van de Appel wekt onvoldoende vertrouwen en voldoet op veel punten niet aan de verwachtingen die de raad van presentatie-instellingen heeft. Aspecten als vernieuwing, experiment, kwaliteit en het internationaal belang van de instelling komen nauwelijks uit de verf. Het ontbreekt de instelling niet aan plannen, maar deze zijn generiek. Inhoudelijke onderbouwing en concrete uitwerking ontbreken. De raad betreurt het dat de Appel zijn vooraanstaande positie op het gebied van experiment en signaleren van ontwikkelingen verliest. Het plan reflecteert niet op het conflict van het bestuur en de huidige directie en op de vraag hoe dergelijke conflicten in de toekomst zullen worden voorkomen. de Appel verdient een professionele organisatie die continuïteit biedt en die voldoet aan de Governance Code Cultuur.
Beoordeling
Kwaliteit
de Appel kan bogen op een goede reputatie en beschikt over een groot internationaal netwerk. De raad constateert echter dat de afgelopen anderhalf jaar een kentering heeft plaatsgevonden. de Appel toont zich in zijn keuze van kunstenaars niet meer vooruitstrevend, maar eerder behoudend. Dit, in combinatie met de vaak ontoegankelijke wijze van presenteren, zorgt ervoor dat de tentoonstellingen van de Appel hun relevantie verliezen voor de doelgroep.
de Appel formuleert in zijn aanvraag een veelbelovende missie en presenteert veel plannen die het in een programma wil omzetten. De raad ziet echter geen concrete uitwerkingen hiervan. Bovenal ontbreken een inhoudelijke explicitering en koers; dat geldt evenzeer voor de generieke noties die de Appel in de komende periode centraal stelt, waaronder ‘synchroniciteit’.
De raad maakt uit het plan op dat de Appel zijn rol en functie als presentatie-instelling wil onderzoeken en deze gezamenlijk met de geselecteerde kunstenaars en het publiek wil herontdekken. De raad vindt dat het formuleren van een visie op de rol, positie en kunstopvatting voorafgaat aan alle andere ambities van een presentatie-instelling. Overige presentatie-instellingen hebben voor een onderscheidende profilering gekozen. de Appel niet. Ten behoeve van de discussie die de Appel hoopt los te maken, kiest het naar eigen zeggen voor de meest extreme, experimentele vormen van hedendaagse kunst. De raad ziet dit voornemen niet vertaald naar de longlist van kunstenaars, van wie velen al een behoorlijke staat van dienst hebben en geregeld zijn tentoongesteld, ook in het commerciële en museale circuit. Dit strookt volgens de raad niet met de intentie in het plan om kunst te tonen die nog niet rijp is voor het museum en roept vragen op over hoe de Appel zijn missie om radicale vernieuwing te tonen, gaat verwezenlijken.
de Appel staat in zijn plan stil bij zijn lange en succesvolle geschiedenis. Daarmee maakt de instelling duidelijk dat zij haar voorhoedepositie graag wil herwinnen en haar publiek actief deelgenoot wil maken van de programma’s, waarmee zij haar nieuwe rol en positie wil verkennen. Zo wil de instelling ook teruggrijpen op de formule van spraakmakende programma’s uit het verleden, en symposia en lezingencycli buitenshuis organiseren, in de geest van ‘The Old Brand New’ en ‘Facing Forward’. Dit voornemen is in zichzelf weinig vernieuwend, maar het zou het programma van de Appel inhoudelijk verdieping kunnen geven. de Appel heeft immers met dergelijke programma’s in het verleden een zeer waardevolle bijdrage geleverd aan het kunstdebat. De aanvraag bevat echter op dit punt geen concrete uitwerking of afspraken.
In het plan is geen uitgewerkte visie opgenomen over de rol en positie van de Appel in de internationale context. Volgens de raad kan de Appel zich veel gerichter positioneren in het internationale speelveld. De instelling heeft immers goud in handen met haar netwerk van alumni die wereldwijd en bij toonaangevende instellingen werkzaam zijn. De alumni zijn wel betrokken bij de meerjarige reflectie op het ‘Curatorial Programme’, maar voor het overige doet de Appel niet veel met het netwerk. Over de uitkomsten van de evaluatie van dat programma en over de intenties van de Appel hiermee geeft de aanvraag geen uitsluitsel.
Educatie en participatie
Het educatieve programma dat de Appel voor scholen in het voortgezet onderwijs heeft ontwikkeld, maakte in de afgelopen periode geen kwaliteitsslag door. de Appel bezuinigde op zijn educatieve activiteiten en het programma trok jaarlijks slechts ongeveer 300 scholieren. De instelling heeft zich voor de komende periode ten doel gesteld ditzelfde aantal te behalen. Dat is een teleurstellende ambitie. De raad is van mening dat de Appel, om een zinvolle invulling aan de educatieve taak te geven, de educatieve programma’s dient te evalueren of in contact moet treden met scholen om passend beleid te ontwikkelen.
Op het gebied van talentontwikkeling voor curatoren speelt de Appel een prominente rol. Sinds 1994 organiseert de instelling in dit verband het ‘Curatorial Programme’. Sinds 2013 wordt dit programma geëvalueerd. De raad mist in het plan echter een reflectie op deze evaluatie.
de Appel wil in de komende periode samen met de Universiteit van Amsterdam ook PhD-trajecten voor curatoren opzetten. Daarnaast wil de Appel onderzoeken of het een internationaal opleidingstraject kan ontwikkelen voor critici (‘Critics Programme’). Dit zijn in potentie zinvolle activiteiten, maar ze zijn volgens de raad niet uniek en de plannen missen ook hier een inhoudelijke onderbouwing en concrete uitwerking.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
de Appel heeft in de afgelopen jaren publieksonderzoek laten doen. De instelling weet een relatief jong publiek te trekken: veelal tussen de 18 en 30 jaar oud. De instelling ambieert in de komende periode 22 procent meer publiek te trekken met behulp van strategisch publieksbeleid. Om deze ambitie te verwezenlijken, heeft de Appel een verhoging van subsidie aangevraagd.
Ondernemerschap
De financiële positie van de Appel is in orde. Voor de komende periode gaat de instelling uit van een stijging van subsidies, zowel van het ministerie van OCW als van de gemeente Amsterdam. Daarmee vergroot de instelling haar afhankelijkheid van subsidies. Desalniettemin verwacht de Appel dat het percentage eigen inkomsten zal toenemen. De instelling behaalt momenteel gemiddeld 37,5 procent eigen inkomsten. Het plan maakt, op de kaartverkoop na, niet inzichtelijk hoe de stijging van deze inkomsten zal worden gerealiseerd.
In de periode
de Appel heeft vrijwel alle personeel (6 fte) in vaste dienst. Voor presentaties wordt met zzp’ers gewerkt. de Appel voorziet een uitbreiding van het personeel met 2,4 fte, waaronder de functie van een curator, die de rechterhand van de algemeen directeur wordt.
De organisatie kent een bestuursmodel. Aan de naleving van de Governance Code Cultuur wordt in het plan summier aandacht besteed. Dit verbaast de raad. Hij had verwacht dat de instelling reflecteert op het conflict tussen bestuur en directie dat in 2015 naar buiten is gekomen. Dit conflict heeft tot een slepende rechtszaak geleid en heeft commotie in het veld veroorzaakt. Omdat het plan hierover geen duidelijkheid geeft, blijft het voor de raad onduidelijk via welke organisatorische en bestuurlijke aanpassingen dit soort problemen in de toekomst voorkomen gaan worden.
de Appel
de Appel
Aanvullend advies
14 juli 2016
de Appel geeft in haar reactie aan dat het bestuur een plan heeft willen opstellen dat op hoofdlijnen een artistiek-inhoudelijk kader biedt voor de periode
de Appel vindt dat de raad ten onrechte ‘synchroniciteit’ aanwijst als centraal thema van de programmering voor de komende periode. De thematiek is volgens de Appel in haar subsidieaanvraag breed omschreven als een verkenning van de toekomst; als een onderzoek naar de manieren waarop kunstenaars de onbekende toekomst percipiëren en verbeelden. ‘Synchronicity’ is daarnaast de titel van een voorgenomen tentoonstelling. De raad begrijpt dat het de Appel er niet om te doen is de inhoud van het begrip synchroniteit in de komende periode uit te werken in tentoonstellingen. De raad leest echter in het plan dat dit thema een centrale rol speelt en daarom wordt gepresenteerd als een van de drie belangrijkste ‘noties’ van waaruit de Appel haar programma ontwikkelt. De raad begrijpt uit de reactie dat de instelling hiermee het beleid kadert en slechts refereert aan een abstract gegeven.
de Appel is verbaasd dat de raad constateert dat het educatieve programma voor scholen in de afgelopen periode geen kwaliteitsslag heeft doorgemaakt. De bezuinigingen op educatie zijn volgens de instelling een rechtstreeks gevolg van bezuinigingen door de gemeente Amsterdam; daarbij is afgesproken dat de Appel geen schoolactiviteiten hoefde uit te voeren. Met bijdragen uit het VSB Fonds werden alsnog activiteiten voor scholen ontwikkeld; in 2014 werd het eerste programma voor het voortgezet onderwijs gelanceerd. Het aantal bereikte scholieren was volgens de Appel een kwart meer dan door de raad is vermeld en ook meer dan de prestatieafspraken met het Rijk.
De raad is uitgegaan van door het ministerie van OCW aangeleverde cijfers over de realisatie van educatieve activiteiten in 2013 en 2014, en de prognoses voor de periode
Uit de aangeleverde cijfers maakt de raad op dat de Appel 198 scholieren in 2013 heeft bereikt en 304 scholieren in 2014. De instelling begroot voor de periode
de Appel vindt de constatering van de raad dat de instelling in de komende periode 22 procent meer publiek wil trekken onjuist. de Appel geeft aan het aantal bezoekers te willen vergroten van 18.000 in 2016 naar 19.000 in 2017 en 22.000 in 2020. Pas in het laatste jaar wordt dus ten opzichte van 2016 een stijging van 22 procent gerealiseerd; over de hele periode spreekt de Appel zelf van 14 procent meer bezoekers. De raad had inderdaad moeten vermelden dat het aantal bezoekers 19.000 zal bedragen in 2017 en zal stijgen naar 22.000 in 2020: een toename van 16 procent.
de Appel reageert op de opmerking van de raad dat zij onvoldoende inzichtelijk maakt hoe de verwachte stijging van de eigen inkomsten zal worden gerealiseerd. de Appel verwijst naar haar begroting, waarin zij aangeeft dat de stijging vanaf 2018 mede zal worden gerealiseerd door inkomsten uit het ‘Critics Programme’. Daarnaast zijn volgens de Appel de aannames van de raad met betrekking tot de stijging van de eigen inkomsten onjuist. de Appel verwacht dat het percentage eigen inkomsten in 2020 hoger ligt dan in 2017, maar dat het gemiddelde percentage 1,3 procent lager is dan in de huidige periode. Het klopt dat de Appel in haar aanvraag heeft vermeld dat het eigen inkomstenpercentage in 2020 naar verwachting zal toenemen ten opzichte van 2017. Omdat er in de aanvraag geen toelichting wordt gegeven op de begroting, kan de raad in zijn advies echter niets opmerken over de verwachte inkomsten uit het ‘Critics Programme’.
de Appel wijst erop dat de opmerking van de raad dat de publieksinkomsten in
De aanname van de raad dat het personeel met 2,4 fte zal worden uitgebreid is volgens de Appel onjuist; wel is er een uitbreiding gepland van 0,8 fte, bestemd voor de positie van curator. De raad verduidelijkt dat de genoemde 2,4 fte de toename betreft tussen 2014 en 2017.
Ook wil de Appel de constatering van de raad bijstellen dat haar tentoonstellingen hun relevantie verliezen voor de doelgroep door te kiezen voor voornamelijk behoudende kunstenaars en een vaak ontoegankelijke wijze van presenteren. de Appel wijst erop dat zij meer dan één doelgroep heeft en dat de tentoonstellingen bij het kernpubliek, blijkens positieve recensies in vakbladen, wel degelijk in de smaak vielen. Voor een breder, nieuwsgierig publiek introduceert de Appel in haar beleidsplan juist een trits aan activiteiten, waaronder mediators op zaal. De raad verschilt hierover van mening met de Appel. En hoewel de raad notie neemt van recensies van tentoonstellingen, dienen deze niet als basis voor de beoordeling van de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van de presentaties.
In haar reactie kaart de Appel ook enkele interpretatiekwesties aan en levert zij enkele aanvullingen en toelichtingen op de subsidieaanvraag. Zo is de Appel verbaasd over de uitspraak van de raad dat de instelling een professionele organisatie verdient die continuïteit biedt en die voldoet aan de Governance Code Cultuur. De instelling mist een onderbouwing van deze uitspraak; het is de Appel niet duidelijk welk van de negen principes van de Governance Code Cultuur het bestuur geschonden zou hebben.
De raad refereert in zijn advies aan de slepende rechtszaak tussen bestuur en directie en merkt op dat in de subsidieaanvraag aan de naleving van de Governance Code Cultuur summier aandacht wordt besteed. Omdat de Appel niet reflecteert op de situatie, wordt het de raad niet duidelijk via welke organisatorische en bestuurlijke aanpassingen dit soort problemen in de toekomst voorkomen gaan worden.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van de Appel geen aanleiding het advies te herzien.
de Appel
de Appel
Stichting de Appel (hierna: de Appel) is een presentatie-instelling in Amsterdam. De instelling presenteert gerenommeerde en beginnende kunstenaars, die later vaak over de hele wereld neerstrijken. De instelling plaatst zichzelf in het culturele middenveld van Amsterdam, tussen enerzijds de kleinere try-out-initiatieven voor jonge, lokale kunstenaars en anderzijds de musea, die zich meer richten op oeuvres van kunstenaars die zich reeds hebben bewezen. Hiertussen wil de Appel een schakel zijn ‘waar zowel jonge als meer gerenommeerde kunstenaars een plek vinden’ en ‘waar hoogst experimentele praktijken de mogelijkheid krijgen om zich met het publiek te meten’. Kern van de Appel ‘is en blijft de tentoonstelling’. Behalve een platform voor beeldend kunstenaars biedt de Appel sinds 1994 een opleidingstraject voor curatoren, het ‘Curatorial Programme’. Vanaf zijn oprichtingsjaar 1975 onderhoudt en ontsluit de Appel een archief.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting de Appel geen subsidie toe te kennen.
De raad waardeert de daadkracht waarmee de Appel na het uitkomen van zijn vorige, negatieve advies de bestuurlijke en organisatorische kwaliteiten heeft verbeterd. In een kort tijdsbestek werd een nieuw bestuur aangesteld en een nieuwe directeur aangetrokken, Niels Van Tomme. Bestuursleden en directeur wekken bij de raad vertrouwen voor de ontwikkeling van de Appel in de toekomst.
De raad moet echter constateren dat de organisatie niet is toegekomen aan het vaststellen van een nieuwe artistiek-inhoudelijke koers en het opstellen van een activiteitenplan voor de komende periode. Op basis van het nu voorliggende visiedocument kan de raad daarom geen oordeel vellen over de activiteiten van de Appel in de komende vier jaar. Ook kan de raad niet bepalen of de in zijn eerder advies gesignaleerde knelpunten ten aanzien van de huidige BIS-periode het hoofd zullen worden geboden. Hij meent dat de organisatie nu eerst tijd nodig heeft om de problemen uit het verleden op te lossen en dan een nieuwe artistieke koers te ontwikkelen.
De raad oordeelt positief over het ‘Curatorial Programme’, dat al vele curatoren kansen heeft geboden. Ook is hij positief over het voornemen om voor het samenstellen van tentoonstellingen samen te werken met alumni van dit programma; hij meent dat de Appel hiermee op een goede manier aansluiting zoekt bij zijn internationale netwerk.
Het educatieve beleid van de Appel vindt de raad op grond van de resultaten uit het verleden en de voorgenomen deelnemersaantallen te beperkt. De instelling is van plan het voortouw te nemen bij de oprichting van een platform voor kunsteducatie, maar de raad meent dat het beter eerst zijn eigen educatiebeleid op orde kan brengen.
De instelling neemt zich voor een breder publiek te trekken door gebruik te maken van digitale platforms en storytelling, maar het is de raad niet duidelijk hoe dit tot stand zal komen en hoe hiermee nieuwe bezoekers op de activiteiten van de Appel zullen worden gewezen.
Financieel staat de Appel er gezond voor, maar de instelling schat haar inkomsten voor de komende periode (ruim) te hoog in en rekent in hoge mate op subsidies. De raad vindt de aandacht voor sponsorwerving te klein en maakt zich ook zorgen omdat een afname van publieksinkomsten is voorzien.
Zeven instellingen dienden een aanvraag in voor een plek in de BIS als presentatie-instelling. Op basis van een vergelijking tussen de aanvragers adviseert de raad de Appel niet te subsidiëren. Voor een integrale afweging tussen de aanvragers, zie de Inleiding Presentatie-instellingen, aanvullende aanvraagronde.
Beoordeling
Kwaliteit
de Appel kan bogen op een goede reputatie en beschikt over een groot internationaal netwerk. In zijn advies van 19 mei 2016 constateerde de raad al dat de afgelopen anderhalf jaar een kentering heeft plaatsgevonden. de Appel toonde zich in die periode volgens de raad minder vooruitstrevend in zijn keuze van kunstenaars dan voorheen en in zijn ogen verloren de tentoonstellingen van de Appel daarmee hun relevantie voor de beoogde doelgroepen. De vaak ontoegankelijke manier van presenteren droeg hier nog aan bij.
In zijn nieuwe aanvraag erkent de Appel dat zijn stem de afgelopen periode onduidelijk is geworden. De instelling schrijft ook hoe na het uitkomen van het advies van de raad opnieuw een inhoudelijke en organisatorische koers is bepaald. In zijn nieuwe aanvraag formuleert de Appel hoe hij zijn profiel opnieuw wil vormgeven en welke positie hij wil bekleden in het Amsterdamse kunstenveld, waarbij ook ruimte is voor banden met internationale partners. Hoe de Appel zich op nationaal niveau profileert komt minder ter sprake; de raad wijst erop dat dit voor een plek in de BIS van even groot belang is. De raad mist verder vooral een concrete uitwerking van de activiteiten die de Appel wil ontplooien om zijn nieuwe positie te verwerven. Het plan leest als een intentieverklaring die breed wordt gedragen door de organisatie, zijn nieuwe bestuur en diverse belanghebbenden. Echter, concrete plannen zijn niet geformuleerd. Ook kan de raad uit de plannen niet opmaken hoe de Appel zich met zijn kunstenaars en tentoonstellingen zal onderscheiden van andere presentatie-instellingen in Nederland en Amsterdam.
de Appel schrijft in zijn aanvraag een kwalitatief hoogstaand scala aan tentoonstellingspraktijken na te streven, van solo- en groepstentoonstellingen tot performances en events. Voor het samenstellen van tentoonstellingen zal hij samenwerken met alumni van het ‘Curatorial Programme’, dat hij sinds 1994 organiseert. De resultaten zullen zowel in de Appel worden vertoond als in de instituten of netwerken waar deze alumni op dat moment actief zijn. Ook zal de nieuwe directeur zelf solo- en thematische tentoonstellingen samenstellen. De raad spreekt zijn waardering uit voor de aansluiting die de Appel door deze wijze van programmeren zoekt bij zijn internationale netwerk van alumni. Hiermee kan de Appel de vruchten plukken van zijn succesvolle curatorenprogramma. De raad wijst er wel op dat dit er niet toe mag leiden dat de Appel de blik beperkt tot het netwerk dat hij al kent. Hij vindt het jammer dat niet wordt beschreven met welke alumni uit het ‘Curatorial Programme’ zal worden samengewerkt. Behalve een rijtje beoogde namen wordt ook niet benoemd welke kunstenaars worden getoond in solo- of groepsexposities, en vanuit welke motivatie.
Educatie en participatie
In zijn advies van 19 mei constateerde de raad dat het educatieve programma dat de Appel voor scholen in het voortgezet onderwijs heeft ontwikkeld in de afgelopen periode geen kwaliteitsslag doormaakte. De instelling bezuinigde op haar educatieve activiteiten en het programma trok een licht stijgend aantal scholieren, van tweehonderd in 2013 tot 375 in 2015.
In het nieuwe plan schroeft de Appel het te bereiken aantal scholieren verder op naar vijfhonderd in 2017 en zeshonderd in 2020. De instelling schrijft educatie te zullen heroverwegen als een intrinsiek programmaonderdeel en educatie te verweven ‘in het hele nieuwe Appel huis’. De raad waardeert deze ambitie, maar blijft het beoogde deelnemersaantal klein vinden.
Juist vanwege de beperkte output en het beperkte bereik van het eigen educatieve beleid van de Appel is het de raad niet duidelijk waarom en op welke wijze de Appel het voortouw wil nemen bij de oprichting van een platform voor hedendaagse kunsteducatie, waarbij hogescholen, docentenopleidingen, festivals, kunstinitiatieven, podia en andere organisaties zich kunnen aansluiten. De raad meent dat de Appel er goed aan zou doen eerst de eigen educatieve activiteiten en het bereik daarvan op orde te brengen, bijvoorbeeld door samenwerking te zoeken met scholen of met partijen die daarvoor reeds over de nodige expertise beschikken.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
de Appel trekt een bescheiden, relatief jong publiek. De instelling ambieert in de komende periode een bescheiden toename van het publiek, van jaarlijks gemiddeld bijna 17.000 in 2013 – 2015 tot 20.000 in 2020.
In plaats van zich te richten op de ‘blanke, hetero normatieve middenklasse’ wil de Appel er de komende periode zijn voor een ‘polyfone veelvuldigheid van stemmen die gender, etniciteit, seksuele geaardheid, klasse, leeftijd et cetera doorkruisen’. Om deze brede groep te bereiken wordt blijkens de aanvraag een nieuwe communicatiestrategie uitgezet, met intensieve gebruikmaking van digitale platforms en storytelling. Hoe dit vorm krijgt, hoe verschillende marketingmiddelen worden ingezet om bepaalde publieksgroepen voor te lichten of te verleiden tot bezoek, blijft echter onuitgewerkt. Ook ontbreekt een strategie om publiek te bereiken dat de communicatiekanalen van de Appel nog niet kent (of daar minder gemakkelijk mee in aanraking komt). De raad kan niet inschatten of de beoogde stijging van de bezoekersaantallen de komende periode zal worden gerealiseerd. Het is niet duidelijk of de Appel heeft onderzocht of de verbreding van de beoogde doelgroepen haalbaar is.
Ondernemerschap
De raad stelt vast dat de Appel er financieel gezond voor staat. Wel baart het de raad zorgen dat de instelling zijn inkomsten in de komende periode te positief inschat; de Appel rekent erop dat 74 procent van de baten zullen bestaan uit gemeentelijke en landelijke subsidies. Hij begroot weliswaar een lagere landelijke subsidie dan in de huidige periode, maar vraagt alsnog een BIS-subsidie aan van 350.000 euro per jaar. De raad wijst erop dat vooraf bekend is gemaakt dat voor de opnieuw opengestelde plek voor een presentatie-instelling in de BIS ten hoogste 225.000 euro per jaar is gereserveerd. De kostenkant van de begroting is hierdoor begrijpelijkerwijs ruim te hoog beraamd.
de Appel rekent tevens op een toename van de vierjarige subsidie die hij ontvangt van de gemeente Amsterdam. Inmiddels is bekend dat deze toename niet wordt toegekend. Ook de toename van bijdragen uit private middelen (met 32 procent) lijkt de raad irreëel, te meer omdat die in de aanvraag niet wordt toegelicht.
Daartegenover staat een opvallend gebrek aan sponsorambities en is een grote afname van publieksinkomsten voorzien, twee inkomstenposten waarmee de Appel zich volgens de raad nu juist een zekerder toekomstpositie kan verwerven.
In het plan vermeldt de Appel niet hoe hij zal omgaan met tegenvallende subsidies of minder andere inkomsten. Wel voert hij enkele bezuinigingen door; de instelling is van plan de komende periode op zoek te gaan naar een nieuwe, goedkopere locatie en het aantal fte’s te verkleinen en meer te gaan werken met vrijwilligers. Het personeelsbeleid en de wijze van werving van vrijwilligers worden verder niet toegelicht.
De raad heeft er waardering voor dat er in rap tempo een nieuw bestuur is aangesteld, waarvan de achtergrond en expertise van de leden wordt toegelicht in de aanvraag. Ook reflecteert de Appel op het conflict tussen bestuur en directie dat in 2015 naar buiten kwam en op de nasleep daarvan; deze reflectie miste de raad in de vorige aanvraag. Het bestuur werkt volgens de Governance Code Cultuur. In zijn aanvraag schrijft de Appel de komende jaren te willen overgaan van een bestuursmodel naar een raad-van-toezichtmodel. De reden hiervoor en de wijze waarop hij dit wil doen wordt echter niet toegelicht.
de Appel onderschrijft de Code Culturele Diversiteit. Diversiteit is in de organisatie vertegenwoordigd in de keuze van kunstenaars en in het nieuwe bestuur.
de Appel
19.05.2016
14.07.2016
15.08.2016