De Ateliers
De Ateliers
In de aanvraag beschrijft Stichting De Ateliers (hierna: De Ateliers), gevestigd in Amsterdam, haar lange ervaring en expertise in talentontwikkeling in de beeldende kunst. Jonge kunstenaars krijgen een professionele werkomgeving aangeboden waar zij zich onder intensieve begeleiding van prominente vakgenoten gedurende twee jaar optimaal kunnen ontwikkelen in een internationale werkomgeving. De opleiding wordt ingevuld vanuit kleinschaligheid (jaarlijks zijn er tien plaatsen beschikbaar) en aan de hand van wekelijkse ateliergesprekken. De productiefaciliteiten zijn rudimentair.
De instelling profileert zich als een relatief besloten opleidingsinstituut voor jonge kunstenaars dat een belangrijke bijdrage levert aan de beeldende kunst in Nederland en daarbuiten. Met de jaarlijkse tentoonstelling ‘Off Spring’ toont de instelling het werk van circa tien deelnemers, die daarmee hun werkperiode afronden.
De samenwerking met De Rijksakademie, waarop de raad in de vorige periode heeft aangedrongen, is niet gerealiseerd.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting De Ateliers een subsidiebedrag toe te kennen van € 400.000, op voorwaarde dat de instelling de governance aanpast en een nieuwe – sluitende – begroting indient met een daarop aangepast activiteitenplan.
De Ateliers heeft de afgelopen periode zijn reputatie en werkwijze als internationaal gerenommeerde postacademie met een intensief begeleidingsprogramma weten te continueren. De Ateliers houdt vast aan zijn bewezen aanpak en steekt veel energie in een persoonlijke begeleiding. De positionering van de instelling ten opzichte van andere postacademische instellingen in de basisinfrastructuur blijft onderbelicht.
De instelling is financieel gezond en heeft verzamelaars en bedrijven aan zich weten te binden. Uit het plan blijkt echter nog onvoldoende duidelijk hoe zij zich wil ontwikkelen met betrekking tot criteria als educatie, participatie en maatschappelijke waarde. De raad mist de ambitie om het belang van het traditionele ateliermodel te toetsen aan actuele ontwikkelingen binnen en buiten de kunstsector.
De raad is nog steeds van mening dat De Ateliers en De Rijksakademie op den duur gebaat zijn met verregaande samenwerking, en uiteindelijk ook met een fusie. Door de krachten te bundelen is het mogelijk met meer financiële stabiliteit en ruimte een kwalitatief hoogwaardig begeleidingsprogramma structureel te waarborgen. In de huidige competitieve markt zouden de instellingen gezamenlijk alternatieve vormen van financiering kunnen verwerven. De raad constateert echter ook dat een fusie, met de huidige bestuurders en cultuurverschillen, op korte termijn nog niet haalbaar is. Niettemin verwacht de raad dat er de komende periode wel stappen in die richting worden gezet.
Beoordeling
Kwaliteit
De raad constateert dat De Ateliers erin geslaagd is om in een periode van zware bezuinigingen zijn reputatie als internationaal gerenommeerde postacademie te bestendigen. De belangstelling van aanvragers is onverminderd hoog en ook de trackrecords van de activiteiten van de deelnemers en alumni zijn goed. De instelling kan bogen op een trouwe kring van verzamelaars, alumni en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven die De Ateliers ruimhartig hebben ondersteund.
De instelling biedt jonge kunstenaars een begeleidingsprogramma waarin interactie en confrontatie met gevorderde kunstenaars tot een artistiek hoog niveau moet leiden. De raad is van mening dat de kwaliteit van de kernactiviteit ‘talentontwikkeling’ niet ter discussie staat, maar dat die bij De Ateliers wel sterk afhangt van de kunstenaars die als begeleider en deelnemer aan de instelling verbonden zijn. Ook mist hij in de aanvraag een reflectie op de behaalde resultaten. Meer visie dan de notitie dat De Ateliers een programma aanbiedt ‘voor en door kunstenaars’ wordt niet in het plan beschreven. De Ateliers, ooit opgericht als alternatief voor het te ‘academische’ kunstonderwijs, is inmiddels zelf geïnstitutionaliseerd. Het in de jaren zestig ontwikkelde model heeft tot voorbeeld gediend van het kunstonderwijs, dat zich beter aan de actuele ontwikkelingen lijkt aan te passen dan De Ateliers zelf.
In het plan wordt niet ingegaan op de rol van de kunstenaar en de instelling zelf in de huidige, sterk veranderende samenleving. Het borduurt voort op de beproefde werkwijze. De raad vindt dat De Ateliers duidelijker kan maken hoe het invulling geeft aan criteria als maatschappelijke waarde, publieksbereik en participatie. De Ateliers verwijst niet naar andere (inter)nationale atelierprogramma’s en de raad krijgt onvoldoende beeld van de effecten van de presentaties die De Ateliers op verzoek op buitenlandse podia verzorgt, bijvoorbeeld in de vorm van afspraken over institutionele samenwerking en kennisdeling. De raad blijft daarom bij zijn eerdere constatering dat het internationale activiteitenprogramma incidenteel en projectmatig is. Hij vindt het plan qua ambitie bescheiden en merkt op dat de instelling maar marginaal iets aan de eigen werkwijze verandert.
De selectie van de relatief jonge deelnemers (bij voorkeur twintigers) vindt plaats op basis van beeldende kwaliteit, artistieke ambitie en persoonlijkheid. De raad vindt het verstandig dat De Ateliers is gestart met het verjongen van het team begeleiders om beter aan te sluiten bij de huidige generatie kunstenaars en de ontwikkelingen in de masteropleidingen.
De Ateliers is een samenwerking aangegaan met het Gemeentemuseum Den Haag (‘Ateliers Debuut Serie’) en ontwikkelt activiteiten tijdens het Amsterdam Art Weekend. Ook is er een verbinding met het Appel Curatorial Programme, die verder zal worden geïntensiveerd. De raad constateert dat De Ateliers moeite heeft gedaan om zijn zichtbaarheid te vergroten, maar mist nog een duidelijk sturende strategie op dit onderwerp.
Educatie en participatie
Er is in het voor- en najaar een goed opgezet, actueel lezingenprogramma door (internationale) gastbegeleiders, dat ook door studenten van kunstopleidingen en universiteiten wordt bezocht. De Ateliers heeft geen programma voor schoolgebonden educatie en participatie. Er wordt wel gehoor gegeven aan verzoeken van schoolgroepen om kennis te maken met de atelierpraktijk van de deelnemers. De raad begrijpt dat een intensief programma, gericht op educatie en participatie, logistiek en organisatorisch niet haalbaar is, gezien de huidige, kleine bezetting van De Ateliers. De raad ziet hier opnieuw een argument om te gaan samenwerken met De Rijksakademie.
De Ateliers lijkt weinig actief in de opbouw en consolidatie van sectorale verbindingen. Door bijvoorbeeld directeuren en curatoren van Nederlandse instellingen aan te trekken als gastbegeleiders zou De Ateliers meer verbinding kunnen leggen met kunstvakonderwijs, musea en presentatie-instellingen.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De raad vindt dat De Ateliers een te beperkte benadering hanteert van publieksbereik. Hij constateert dat de instelling weinig stappen zet om nieuwe doelgroepen aan te trekken. De instelling is, passend bij haar missie en profiel, wel succesvol in activiteiten gericht op professionals.
De peer group en in mindere mate het bredere publiek volgen De Ateliers en de deelnemers bij Artist Talks, Off Spring, Spring Performance festival, Amsterdam Art Weekend en bij presentaties in musea. In 2014 werden bijna 3.900 bezoekers geregistreerd; in 2017 verwacht de instelling 4.000 bezoekers. Het aantal unieke bezoekers op de website, die in 2016 zal worden vernieuwd, is nog laag.
De Ateliers heeft meegewerkt aan uitzendingen op AT5 en recentelijk aan de documentaire ‘De Confrontatie’. De raad vindt dit een lovenswaardige manier om de zichtbaarheid te vergroten. Ook de aandacht voor het lezingenprogramma die dit seizoen op Tubelight werd gecreëerd, is volgens de raad een stap in de goede richting.
Ondernemerschap
De financiële huishouding van De Ateliers is gezond dankzij een laag kostenniveau en gestegen eigen inkomsten. De Ateliers heeft een mooie mix van privaat en publiek geld.
De eigen bijdrage van de kunstenaars (2.750 euro) is gelijk gebleven. De raad uit opnieuw de wens dat De Ateliers een marktconforme bijdrage van zijn deelnemers vaststelt, in overeenstemming met vergelijkbare atelierprogramma’s in omringende landen.
De Ateliers heeft stappen gezet op het terrein van ondernemerschap door relaties te leggen met verzamelaars en begunstigers. Zo heeft de instelling de extra korting van de subsidie in de periode
De Ateliers voorziet geen stijging van het aantal fte’s. De raad is van mening dat educatie en publieksbereik aan kwaliteit en effectiviteit zouden kunnen winnen door meer mensen in te zetten op positionering, pr en marketing. De Ateliers werkt maar met een kleine bezetting en weet zijn kernteam van begeleiders lang aan zich te binden, evenals veel van zijn oud-deelnemers.
De betrokkenheid van het bestuur heeft de instelling geholpen haar financiële situatie op orde te krijgen. De raad vindt de governance van De Ateliers echter problematisch. De instelling hanteert een horizontale organisatievorm, waarbij het beleid wordt bepaald door de directie, in samenspraak met onder andere de vaste begeleiders. Het bestuur bewaakt de continuïteit en biedt ondersteuning.
De raad is van oordeel dat het bestuur zich onafhankelijk en kritisch moet opstellen binnen besluitvormingsprocessen om de continuïteit van De Ateliers en zijn beleid te bewaken. De afgelopen periode heeft het hieraan ontbroken, met stevige (financiële) consequenties tot gevolg. De raad dringt aan op een koerswijziging.
De Ateliers
De Ateliers
Aanvullend advies
14 juli 2016
De Ateliers stelt in een reactie op het advies dat de fusie met de Rijksakademie in 2013 niet tot stand is gekomen door het uitblijven van een prioritair, kwalitatief hoogwaardig begeleidingsprogramma en de financiële instabiliteit van de fusiepartner. Cultuurverschillen zouden geen rol hebben gespeeld. De raad neemt dit voor kennisgeving aan. Hij vindt deze overwegingen minder relevant; het gaat hem om het doelmatig besteden van overheidsgeld. Wanneer voor de periode
De Ateliers schrijft tevens de indruk te hebben dat het advies is gebaseerd op de idee dat bij De Ateliers sprake is van een variant op het kunstvakonderwijs. Ze licht toe waarin talentontwikkeling bij De Ateliers zich onderscheidt van het kunstvakonderwijs. De raad weerspreekt deze kritiek; hij heeft De Ateliers beoordeeld als een postacademische instelling voor kunstenaars en niet als een instelling die is gericht op kunstvakonderwijs of scholing. Wel benadrukt hij dat de instelling, net als andere postacademische instellingen, voeling moet houden met actuele ontwikkelingen binnen en buiten de kunstsector die raken aan de positie van kunstenaars. In de aanvraag had dat sterker tot uitdrukking moeten komen.
De Ateliers wijst erop dat de raad de eigen bijdrage voor deelname ten onrechte op 2.700 euro stelt. De raad erkent dat hij in het advies een onjuist bedrag heeft genoemd; de eigen bijdrage voor deelname aan De Ateliers is vanaf 2013 verhoogd tot een bedrag van 3.200 euro in 2017.
De Ateliers schrijft ten slotte, in reactie op het oordeel van de raad dat een koerswijziging op het gebied van governance noodzakelijk is, dat er een bestuurswisseling heeft plaatsgevonden. De raad vindt dit een goede ontwikkeling en spreekt de hoop uit dat het nieuwe bestuur de opmerkingen in het advies over governance ter harte neemt.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van De Ateliers geen aanleiding zijn positieve advies te herzien.
De Ateliers
De Ateliers
Aanvullend advies
27 februari 2017
De minister heeft De Ateliers gevraagd de governance aan te passen. Volgens de raad beschikt De Ateliers over een competent en gevarieerd samengesteld bestuur. Hij verwacht dat de instelling de doelstellingen van de Governance Code Cultuur toepast.
In het opnieuw ingediende activiteitenplan schrijft De Ateliers dat uit het advies van de raad niet duidelijk wordt waarop hij doelt met zijn opmerking over de governance. De instelling weet daarom niet weet welke aanpassing gewenst is.
De Ateliers hanteert naar eigen zeggen een ‘horizontale organisatievorm’, waarbij de begeleidend kunstenaars, de (kleine) staf en het bestuur samen de verantwoordelijk voor het beleid dragen. De raad vindt deze vorm op zich consequent en passend bij de missie en visie van De Ateliers, die is geïnspireerd op het uitgangspunt ‘door kunstenaars voor kunstenaars’. Maar deze organisatievorm kan mogelijk op gespannen voet staan met de Governance Code Cultuur. De raad spoort De Ateliers aan om in haar beleid rondom governance de toepassing van deze code uit te leggen.
De Ateliers
19.05.2016
14.07.2016
27.02.2017