Het Nationale Ballet
Het Nationale Ballet
Stichting Nationale Opera & Ballet profileert zich als een cultuurinstelling die opera en ballet van topkwaliteit brengt op internationaal niveau, en is gevestigd in Amsterdam. Ze wil op allerlei vlakken een voorbeeldfunctie vervullen en wil investeren in een breed, klassiek en innovatief opera- en balletrepertoire en in nieuwe generaties kunstenaars. Hiermee beoogt de instelling een breed en divers samengesteld publiek te bereiken.
Het Nationale Ballet (hierna: HNB), onderdeel van Nationale Opera & Ballet, specialiseert zich in een combinatie van romantisch klassiek, neoklassiek en eigentijds ballet, dat het constant wil vernieuwen. Het werkt met een aantal vaste choreografen en nodigt ook gasten uit om choreografieën te maken. Om bij te dragen aan de ontwikkeling van talent heeft het de Junior Company opgericht en is het mede-initiator van de Nationale Balletacademie.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Nationale Opera & Ballet een subsidiebedrag toe te kennen van € 6.950.000, op voorwaarde dat de aanvraag wordt aangevuld met een onderbouwing van de governance.
De raad oordeelt positief over het constant hoge artistieke niveau van HNB, waardoor een groot publiek zich aangesproken voelt. Door ook invloeden toe te laten van andere kunstvormen en kunstenaars draagt het gezelschap bij aan de vitaliteit van de dans in Nederland.
De Junior Company is een goede plek gebleken voor talentontwikkeling van jonge dansers. De raad benadrukt wel dat talentontwikkeling tot een kerntaak van HNB behoort en dat het voortbestaan van de Junior Company niet afhankelijk moet zijn van sponsors of aanvullende subsidies.
Het gezelschap heeft zijn publiek in de eigen standplaats goed in kaart en ontwikkelt effectieve campagnes en acties om dit verder te verbreden. Ook op educatief gebied ontwikkelt HNB een aantal aansprekende activiteiten. De aandacht voor en van een cultureel divers publiek vindt de raad nog te gering.
De wijze waarop governance in de organisatie is geregeld, verdient nadere toelichting; de instelling besteedt volgens de raad te weinig aandacht aan haar werkgeverschap en bestuur.
Beoordeling
Kwaliteit
De raad oordeelt positief over de hoge artistieke prestaties van HNB. Het gezelschap weet een groot publiek te enthousiasmeren met klassieke sprookjesballetten, moderner repertoire en hedendaagse choreografieën. Het valt op dat het gezelschap steeds naar nieuwe impulsen blijft zoeken in zijn choreografische keuzes. Naast choreografen Hans van Manen en David Dawson zijn bijvoorbeeld Christopher Wheeldon en Alexei Ratmansky aangetrokken.
De raad heeft grote waardering voor de manier waarop artistiek directeur Ted Brandsen de afgelopen periode het balletgezelschap heeft opengesteld voor invloeden van andere kunstdisciplines. Het verheugt de raad dat dit nieuwsgierige onthaal van nieuwe kunstvormen en kunstenaars in de komende periode wordt voortgezet. Hij kijkt in dit verband vooral uit naar de samenwerkingsverbanden met harpist Remy van Kesteren en zangeres Wende Snijders, naar het vervolg van ‘Dutch Doubles’, en naar de creatie van de animatiefilm ‘Coppélia’. De raad vindt dit goede manieren om de zichtbaarheid van het balletgezelschap en van de dans in Nederland te vergroten. Als goede voorbeelden noemt hij daarnaast de samenwerking met Lowlands en de Museumnacht en de televisiedocumentairereeks ‘Bloed, zweet en blaren’. Ook is hij verheugd over de samenwerking met multiculturele partners in Amsterdam, zoals Theater de Meervaart en ISH Dance Collective.
HNB creëert elk jaar een nieuwe avondvullende balletproductie. Met het oog op de grote rijkdom in het bestaande repertoire van het gezelschap en de hoge kosten voor een avondvullende choreografie vraagt de raad zich af wat de ‘artistieke’ motivatie is om jaarlijks zo’n nieuw ballet uit te brengen.
Hoewel de raad de dans van HNB van hoog niveau vindt, uit hij ook zijn zorgen over het feit dat het het gezelschap niet lukt eerste solisten vast te houden, waardoor sommige dansers een rang te hoog dansen. De raad beseft dat dit samenhangt met een sterk concurrerende internationale markt, waarin veelal hogere bedragen omgaan. Toch zou hij graag zien dat HNB reflecteert op mogelijkheden om toptalent steviger aan zich te binden en de groep solisten kwantitatief op niveau te houden.
Met de Junior Company levert HNB een belangrijke impuls aan de talentontwikkeling van jonge dansers. De raad heeft veel vertrouwen in de artistieke leiding van Ernst Meisner. Hij kijkt uit naar de organisatie van een Europees festival met vergelijkbare juniorgezelschappen in 2018.
Ook de samenwerkingen met instellingen als Dansmakers, ISH en ICKamsterdam dragen volgens de raad substantieel bij aan talentontwikkeling.
Wel benadrukt de raad dat talentontwikkeling een kerntaak is van HNB en dat het voortbestaan van de Junior Company niet afhankelijk moet zijn van sponsors of aanvullende subsidies. Het gezelschap vraagt extra subsidie aan bij de gemeente Amsterdam voor de Junior Company. Als dat bedrag niet wordt toegekend, zal het gezelschap dit waardevolle initiatief vanuit de huidige exploitatie moeten financieren.
In het kader van talentontwikkeling voor choreografen is de raad positief over het jaarlijkse programma ‘New Moves’.
Educatie en participatie
De raad is verheugd dat Nationale Opera & Ballet zijn educatieve activiteiten en participatieprojecten verder heeft uitgebouwd met een evenwicht tussen meedoen, ervaren en reflecteren. Zo organiseert het de kennismakingslessen ‘Ballet met je klas’ en zijn er ckv-workshops voor middelbare scholieren. De raad vindt het een goed streven om alle schoolkinderen uit Amsterdam minstens één keer een voorstelling van HNB te laten bezoeken.
Op het gebied van participatie heeft HNB de afgelopen jaren enkele aantrekkelijke projecten opgezet met onder andere DOX en een aantal amateurdansverenigingen. Ook heeft de raad waardering voor projecten die worden ontwikkeld met instellingen op het gebied van zorg, sport en beweging. De afgelopen periode werd in samenwerking met Dance for Health een pilot opgezet van een dansprogramma voor MS-patiënten, dat HNB de komende jaren blijft aanbieden.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
Nationale Opera & Ballet steekt over het algemeen veel energie in het bereiken van uiteenlopende doelgroepen en heeft een goed vormgegeven marketingbeleid met bijzondere aandacht voor de prijsstrategie. Door continu publieksonderzoek heeft de organisatie een goed beeld van haar bezoekers in Amsterdam. Zij werkt op een inventieve manier aan een uitbreiding van het publiek door verschillende acties en campagnes te organiseren. De zaalbezetting van HNB in het eigen theater bereikte in 2014 een hoogtepunt met gemiddeld 94 procent. De raad vraagt zich af of het publiek in Amsterdam nog verder kan worden vergroot door meer voorstellingen te spelen in het eigen theater.
De raad heeft er vertrouwen in dat Nationale Opera & Ballet het effectieve beleid voortzet. De manier waarop topdansers in de media worden ingezet om de nieuwsgierigheid van het publiek te vergroten lijkt vruchten af te werpen. Wel meent de raad dat extra inspanningen nodig zijn om meer publiek met een niet-westerse achtergrond naar de voorstellingen te trekken. Van een dansgezelschap van deze omvang en statuur verwacht hij meer visie op dit vlak.
Ook merkt de raad op dat het werk van HNB relatief weinig buiten de standplaats te zien is, met slechts een kwart van de binnenlandse voorstellingen. Het betreft hier vooral werk van de Junior Company.
Ondernemerschap
Het Muziektheater, HNB en De Nederlandse Opera zijn per 2013 gefuseerd tot Nationale Opera & Ballet. Hoewel de organisatie de fusie in de aanvraag zeer succesvol noemt en de instelling meldt dat het programma’s heeft ontwikkeld met minder middelen dan voorheen, licht de organisatie niet toe in hoeverre de fusie tot een efficiëntere of kostenbesparende bedrijfsvoering heeft geleid in de backoffice of in het productiewerk. De raad had hierop graag een reflectie gelezen.
De financiële situatie van NO&B als geheel en van HNB afzonderlijk is gezond en de instelling weet voldoende eigen inkomsten te genereren. De aanvraag kent een solide financiële onderbouwing en een stabiele financieringsmix.
Verder constateert de raad dat het aandeel publieksinkomsten is de afgelopen periode toegenomen tot 23 procent van de baten; dit aandeel blijft de komende periode gelijk. De raad meent dat de stijging van de overige eigen inkomsten te voorzichtig begroot is, van 6 procent in 2014 tot 9 procent in 2020. Opvallend vindt hij vooral dat het aandeel sponsorinkomsten gelijk blijft, te meer omdat Nationale Opera & Ballet schrijft een meerjarenplan te hebben opgesteld om de inkomsten uit sponsoring, fondsen, bijdragen van particulieren en events te vergroten. Ondanks de krappe sponsormarkt meent de raad dat de organisatie haar voorhoedepositie actiever kan inzetten om sponsors binnen te halen.
De operationele organisatie heeft een uitstekend niveau en kent een degelijk personeelsbeleid. De raad beschouwt het als een gemis dat in de aanvraag de governance nauwelijks wordt toegelicht, ook omdat de organisatie een fusie achter de rug heeft.
Het Nationale Ballet
Het Nationale Ballet
Aanvullend advies
14 juli 2016
In een reactie op het advies geeft HNB aan dat het onjuist is dat zij jaarlijks een nieuwe avondvullende productie creëert. De instelling heeft daarvoor niet voldoende middelen. Wel streeft ze ernaar elk jaar een nieuwe titel van een avondvullend ballet toe te voegen aan het beperkte repertoire aan grote ballettitels, om het publiek te blijven inspireren en verrassen. Dit kunnen zowel nieuwe eigen producties zijn als gehuurde bestaande producties of coproducties. De raad erkent dat hij ten onrechte uit het advies heeft opgemaakt dat het jaarlijks om een nieuw avondvullend ballet zou gaan.
De instelling is het verder oneens met de zorgen die de raad uit over het vasthouden van eerste solisten. HNB toont aan dat het verloop van solisten een normaal en internationaal gebruikelijk patroon kent. De raad kan zich hierin vinden en merkt op dat zijn opmerking is voortgekomen uit het monitorgesprek in de huidige BIS-periode, waarin de instelling aangaf te weinig (vrouwelijke) solisten te hebben. Dit zou de instelling kwetsbaar maken, ook vanwege internationale verplichtingen. De raad benadrukt het van belang te vinden dat het hele solistencorps voldoende zichtbaar is.
De instelling ontkent dat de huidige subsidie vanuit de BIS voldoende zou zijn om de Junior Company te kunnen financieren naast de activiteiten van het grote gezelschap. De raad heeft oog voor de financiële knelpunten van het gezelschap maar blijft bij zijn standpunt dat het voortbestaan van de Junior Company niet (volledig) afhankelijk mag zijn van externe financiering.
Op basis van de reactie van HNB handhaaft de Raad voor Cultuur zijn positieve advies. Hij kijkt verder uit naar de toegezegde uitwerking van de toepassing van de Governance Code Cultuur, de diversiteit in het publieksbereik en de meerjarige ontwikkeling van de sponsorinkomsten van Nationale Opera & Ballet.
Het Nationale Ballet
19.05.2016
14.07.2016