Inleiding
Presentatie-instellingen
Inleiding
Presentatie-instellingen
De presentatie-instellingen functioneren als belangrijk platform voor kunstenaars, niet alleen als podium, ook als opdrachtgever. Ze maken onderdeel uit van de keten die leidt van het kunstvakonderwijs en de postacademische instellingen naar de musea (in beperkte mate) en naar collecties en kunstvakbladen, al dan niet in het commerciële circuit. Samen met de tientallen kunstenaarsinitiatieven in ons land worden ze gezien als onmisbare schakel voor talentontwikkeling van (Nederlandse) kunstenaars en voor (onafhankelijke) curatoren. Hun relevantie in het mondiaal georiënteerde kunstenaarschap is groot. Zij dragen zorg voor een voortdurende innovatie van de kunstsector.
Presentatie-instellingen worden zowel door de minister van OCW (in het kader van de basisinfrastructuur) als door het Mondriaan Fonds gesubsidieerd. De hoogte van de Bijdrage Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen van dit fonds wordt per aanvraag vastgesteld; van de programmakosten wordt maximaal 40 procent vergoed. De komende periode kan subsidie ook worden toegekend voor maximaal vier jaar. Instellingen die zijn opgenomen in de BIS moeten voldoen aan andere formele voorwaarden en ontvangen een subsidie voor vier jaar. Hierdoor kunnen zij programma’s lang voorbereiden en uitwerken met een snoer aan tentoonstellingen en publicaties. Het meerjarige perspectief draagt zo bij aan inhoudelijke verdieping en meerjarig engagement met thema’s en werkt door in (internationale) partnerschappen, publieksbereik en financiële mogelijkheden. De raad is van mening dat beide vormen van subsidiëring elkaar aanvullen en bijdragen aan een divers landschap van zich vernieuwende presentatie-instellingen.
De regeling kent echter een aantal criteria en voorwaarden die een beperkende werking hebben, zoals de eis om in een internationale context te opereren. Die drempel is voor (kleine) Nederlandse presentatie-instellingen soms te hoog. Instellingen die daarentegen voortreffelijk functioneren in een internationale context kunnen in hun format of oriëntatie afwijken van andere voorwaarden, waardoor ze toch niet in aanmerking komen voor een plek in de BIS. Andere beperkingen die de raad signaleert zijn dat er maar één aanvraag per grote gemeente kan worden gehonoreerd, dat de instelling over een vaste presentatieruimte moet beschikken en dat een eigen inkomstennorm moet worden gehaald van gemiddeld 19,5 procent. Beeldende kunst is voorts erg nauw gedefinieerd, waardoor presentatie-instellingen die opereren op het terrein van vormgeving, architectuur en e-cultuur geen subsidie kunnen aanvragen. In de praktijk echter is vervlechting van werkgebieden eerder regel dan uitzondering. Die ontwikkeling vraagt om een flexibeler omgang met presentatie-instellingen in de BIS.
Ten aanzien van deze beperkingen is het zoals gezegd goed dat deze instellingen voor subsidie ook terechtkunnen bij het Mondriaan Fonds en bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Wel adviseert de raad de minister nieuwe criteria te ontwikkelen voor (de beoordeling van) presentatie-instellingen waardoor ook binnen de BIS meer rekening wordt gehouden met de actuele dynamiek waarin kunst tot stand komt, vorm krijgt en publiek vindt.
Presentatie-instellingen in de BIS
‘De presentatie van een vernieuwend of experimenteel aanbod van hedendaagse beeldende kunst in een internationale context’; zo wordt de kernactiviteit van presentatie-instellingen beschreven in de Subsidieregeling basisinfrastructuur
De eis die aan de kernactiviteit wordt gesteld brengt met zich mee dat instellingen afvallen en nieuw toetreden. De raad vindt het belangrijk dat dynamiek binnen de BIS wordt gestimuleerd.
Voor de komende BIS-periode ontving de raad negen aanvragen. De raad wijt het beperkte aantal aan de bezuinigingen, die ertoe hebben geleid dat een aantal (voormalige BIS-)instellingen de deuren moesten sluiten en aan het beperkte aantal plaatsen en de criteria en randvoorwaarden, waardoor veel instellingen niet kunnen aanvragen of daarvan afzien. Tot de aanvragers behoren de huidige zes BIS-instellingen de Appel, Witte de With, Marres, MU, BAK, Basis voor Actuele Kunst en Noorderlicht. Daarnaast zijn er drie nieuwe aanvragers: Kunstvereniging Diepenheim, West Den Haag en Stroom Den Haag. Het totale budget van 2.560.000 euro voor zes plaatsen werd overvraagd voor een bedrag van 1.232.509 euro.
Ten opzichte van de vorige BIS-periode werden bij deze adviesronde de normbedragen van 200.000 euro en 500.000 euro losgelaten. Ook werd enige ruimte gecreëerd door profilering een rol te laten spelen. Toch ervaart de raad zijn speelruimte in de advisering over het algemeen nog altijd als beperkt. Hij kan een instelling niet minder dan 90 procent van het huidige subsidiebedrag toekennen en als maximumsubsidie geldt een bedrag van 530.000 euro.
Afwegingen
De raad is bij de beoordeling uitgegaan van de definitie van de kernactiviteit in de regeling, ‘de presentatie van een vernieuwend of experimenteel aanbod van hedendaagse beeldende kunst in een internationale context’.
Kwaliteit is het zwaarste criterium en heeft de doorslag gegeven bij de afwegingen die de raad heeft gemaakt. Vervolgens heeft de raad gekeken op welke wijze de visie en missie van elke aanvrager zijn vertaald in het educatie- en participatiebeleid en in de benadering van het publiek. Ook het ondernemerschap is meegewogen. Daarnaast moet aan een aantal formele criteria worden voldaan.
Op basis van de criteria adviseert de raad positief over de aanvragen van Witte de With, MU, BAK, Basis voor Actuele Kunst, Marres en West Den Haag. Deze instellingen hebben bewezen een consequent artistiek beleid te voeren en hebben activiteitenplannen ontwikkeld die hierbij aansluiten en een interessant kunstinhoudelijk perspectief bieden. Aan het positieve advies over Marres verbindt de raad de voorwaarde dat de instelling een aangepast activiteitenplan indient met een sterker accent op experiment en vernieuwing.
De aanvraag van Stroom Den Haag is artistiek-inhoudelijk van goed niveau maar wordt afgewezen op formele gronden omdat Stroom Den Haag niet aannemelijk maakt dat zij de eigen inkomstennorm van 19,5 procent voor de periode
Op grond van de beoordelingen blijft er één plek over. De raad adviseert die plek open te stellen voor het kernpunt Amsterdam en voor een gemeente in de regio’s Noord en Oost. Hiervoor is een bedrag beschikbaar van 225.000 euro.
Ontwikkelingen
De ontvangen aanvragen kenmerken zich door een inhoudelijke oriëntatie op actuele, maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast vormen reflectie en theorievorming vaak onderdeel van het programma.
Het merendeel van de presentatie-instellingen omarmt interdisciplinariteit. BAK, Basis voor Actuele Kunst, Witte de With en de Appel werken met schrijvers, academici en kunstenaars; Marres met een ‘brede culturele context’ van beeldend kunstenaars, ontwerpers, componisten, parfumeurs en koks. Stroom Den Haag werkt samen met architecten, sociologen, componisten en filmmakers. MU slaat vanuit de beeldende kunst een brug naar nieuwe media en autonoom design, technologie en wetenschap. West Den Haag ontwikkelt eigen noties en noemt zijn benadering superdisciplinair. Alleen Noorderlicht (fotografie) en Kunstvereniging Diepenheim (tekenkunst, beeldhouwkunst en kunst in de openbare ruimte) onttrekken zich aan deze trend; waar anderen verbreden en de grenzen van de disciplines oprekken, versmallen zij. De raad vindt het belangrijk dat er aandacht is voor innovatieve ontwikkelingen binnen de disciplines.
Een ontwikkeling die in de vorige BIS-periode al zichtbaar was en zich nu verder doorzet, is dat alle aanvragers zich inspannen om externe verbindingen te leggen, vooral met het onderwijs. De raad is positief over de meerwaarde van deze samenwerking en verwacht dat deze tendens zich de komende jaren nog verder zal verdiepen.
Uit de aanvragen laat zich verder aflezen dat het onderscheid tussen presentatie-instellingen en postacademische instellingen vervaagt en dat presentaties, onderzoek, educatie en participatie meer in elkaars verlengde komen te liggen. De raad voorziet dat deze tendens van institutionele vernieuwing en cross-overs ook in de volgende BIS-periode een rol blijft spelen. Hij adviseert de minister nieuwe criteria te ontwikkelen die hiermee rekening houden.
De raad is zich ervan bewust dat de presentatie-instellingen binnen deze regeling veel borden in de lucht moeten houden om, meestal met weinig middelen en mankracht, te voldoen aan de vele hoge en soms tegenstrijdige verwachtingen die aan hen worden gesteld. Dat dit de instellingen meestal lukt, sommige zelfs uitzonderlijk goed, is een grote verdienste. De situatie is echter kwetsbaar. Dat betekent dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van besturen en raden van toezicht groot is en zij hun rol goed moeten invullen om groei en ontwikkeling van instellingen te borgen. De raad heeft daarom gekeken hoe de presentatie-instellingen hun governance hebben geregeld en concludeert dat hieraan in veel aanvragen weinig aandacht wordt besteed. De raad vindt het ook opmerkelijk dat instellingen nog onvoldoende aangeven hoe ze culturele diversiteit willen incorporeren.
Maatschappelijke vertegenwoordiging gebeurt door De Zaak Nu, een belangenorganisatie voor presentatie-instellingen. De Zaak Nu functioneert als een brancheorganisatie en brengt zaken aan de orde als de effecten van de bezuinigingen op het aanbod van instellingen en kunstenaars. Ook onderzocht De Zaak Nu de rol en functie van presentatie-instellingen en hun maatschappelijke en artistieke betekenis. 2 Platform BK en Kunsten ’92 zijn daarbij aangehaakt en hebben onder andere onderzoek verricht naar kunstenaarshonoraria. Het valt de raad overigens op dat de actuele kwestie van honoraria niet in alle aanvragen wordt benoemd.
De raad heeft het voornemen om de hierboven genoemde aspecten in een sectoradvies nader te onderzoeken en daarmee een aanzet te geven voor de opstelling van nieuwe criteria en voorwaarden om in de BIS ruimte te geven aan institutionele vernieuwing.
Agenda Cultuur.
Raad voor Cultuur,
pagina 109 (pdf), 2015.
Inleiding
Presentatie-instellingen
Aanvullende aanvraagronde
Inleiding
Presentatie-instellingen
Aanvullende aanvraagronde
Op 19 mei 2016 adviseerde de raad positief over de BIS-aanvragen van vijf presentatie-instellingen in het kader van de Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur
De raad ontving hierop zeven aanvragen. Vier aanvragers zijn gevestigd in Amsterdam; de Appel, Framer Framed, If I Can’t Dance en W139. Eén aanvraag kwam van Extrapool uit Nijmegen (regio Oost), één aanvraag van Noorderlicht uit Groningen (regio Noord) en één van Stroom (Den Haag).
In haar adviesaanvraag van 19 juli 2016 verzocht de minister de raad de aanvragen te beoordelen in lijn met zijn eigen advies van 19 mei, waarin hij adviseerde de zesde plek voor een presentatie-instelling open te stellen voor een aanvrager in het kernpunt Amsterdam of de regio’s Noord en Oost. De minister vroeg ook de aanvraag van Stroom Den Haag inhoudelijk te beoordelen, dit naar aanleiding van het feit dat in de toelichting op de aanvullende regeling met betrekking tot de standplaats wordt gerefereerd aan de Randstad in plaats van aan Amsterdam, zoals geadviseerd door de raad.
Zowel de Appel, Noorderlicht als Stroom Den Haag vroegen reeds in de vorige ronde vierjarige subsidie aan in het kader van de BIS, maar de raad adviseerde negatief over hun aanvraag. Noorderlicht en de Appel zijn opgenomen in de huidige BIS. Framer Framed, If I Can’t Dance en Extrapool deden voor het eerst een aanvraag. W139 ontving eerder landelijke meerjarige subsidie, maar niet in de BIS-periode
Voor de zesde plek als presentatie-instelling in de BIS stelde de minister een bedrag beschikbaar van 225.000 euro. Twee aanvragers overvroegen dit budget ruim; de Appel vroeg 350.000 euro en Noorderlicht vroeg 360.000 euro. W139 vroeg 50.000 euro minder aan, Framer Framed 25.000 euro minder. De overige aanvragers dienden een begroting in die paste bij het door het ministerie vastgestelde subsidiebedrag.
De raad adviseert de minister Framer Framed op te nemen in de BIS
Afwegingen
De raad heeft de aanvragen beoordeeld op dezelfde criteria als in de eerste aanvraagronde. Voor een toelichting op zijn werkwijze verwijst hij naar het beoordelingskader dat op 3 november 2015 is gepubliceerd. Bij de toetsing van de criteria houdt de raad rekening met de visie en het profiel van de aanvrager en de mate waarin deze consistent zijn vertaald in het plan.
Presentatie-instellingen worden gezien als onmisbare schakels voor talentontwikkeling van (Nederlandse) kunstenaars en voor (onafhankelijke) curatoren – met een voortdurende inzet op innovatie van de kunstsector. Voor presentatie-instellingen geldt dan ook dat voor wat betreft het criterium kwaliteit vooral wordt gekeken of instellingen een vernieuwend of experimenteel aanbod van hedendaagse beeldende kunst presenteren in een internationale context.
De raad vindt het belangrijk om dynamiek te stimuleren binnen de BIS en behalve voor presentatie-instellingen die reeds naam en faam hebben opgebouwd ook ruimte te bieden voor nieuwkomers in het bestel. Hij is daarom verheugd dat ook enkele jonge, kleinere instellingen zich in deze ronde meldden, die de raad voor interessante alternatieve keuzemogelijkheden stelden. De raad bemerkt bij hen een nieuw elan op het gebied van presentatiewijzen, publieksbenadering en de omgang met kunstenaars en curatoren. Samen met het al langer bestaande aanbod vormen deze jongere instellingen een aantrekkelijk, dynamisch veld van presentatie-instellingen, zowel in als buiten de BIS. De raad heeft van alle aanvragen, zowel van deze nieuwe als van de al meer gevestigde instellingen, afgewogen in hoeverre van hen de komende vier jaar vernieuwing en experiment is te verwachten.
Framer Framed
Alle aanvragen overziend, waardeert de raad vooral de bevlogen aanvraag van Framer Framed. Deze presentatie-instelling presenteert voor de komende periode heldere, haalbare plannen en heeft de afgelopen periode blijk gegeven van een sterke, vernieuwende kijk op het presenteren van kunst. Als een van de weinige instellingen is Framer Framed al zeer doordrongen van het bewustzijn dat kunstinstellingen in deze tijd zich hebben te verhouden tot een cultureel diverse samenleving, met noodzakelijke gevolgen voor personeel en bestuur, gepresenteerde kunst(enaars) en publiek. Framer Framed onderzoekt met een internationaal en intercultureel programma de rol van kunst in een globaliserende samenleving, en in de activiteiten klinkt consequent de visie door dat kunst kan dienen om een nieuw discours op gang te brengen dat recht doet aan de complexiteit van de huidige samenleving en de belevingswereld van nieuwe publieksgroepen. Als jonge aanvrager toont Framer Framed zich bovendien al ver gevorderd in zijn profilering en uitwerking. Hoewel de financiële positie nog kwetsbaar is, zijn de gepresenteerde plannen concreet en realistisch. Framer Framed is bovendien gevestigd in Amsterdam, wat in lijn is met het advies van de raad om voor de zesde beschikbare plek een instelling aan te wijzen in het kernpunt Amsterdam of de regio’s Noord en Oost.
de Appel
De raad heeft grote waardering voor de constructieve wijze waarop de Appel, een grote presentatie-instelling in Amsterdam, zich na het uitkomen van zijn vorige advies op 19 mei 2016 heeft beraden op zijn positie. De instelling heeft een intendant aangewezen, een nieuw bestuur samengesteld en een nieuwe directeur aangetrokken met een internationale staat van dienst. De raad heeft er vertrouwen in dat aangewezen partijen de Appel de komende tijd weer terug kunnen brengen naar zijn oude niveau. Helaas moet de raad constateren dat het nieuwe team van de Appel nog niet is toegekomen aan het uitzetten en het motiveren van een nieuwe artistiek-inhoudelijke koers, waardoor hij nog weinig zicht krijgt op de tentoonstellingen en activiteiten in de periode
Noorderlicht
Ook Noorderlicht, gevestigd in Groningen, diende al eerder een aanvraag in, maar de raad beoordeelde die negatief omdat hij vindt dat Noorderlicht zijn innovatieve karakter de laatste jaren heeft verloren. In een nieuwe aanvraag paste Noorderlicht zijn activiteitenplan enigszins aan door onder andere uitvoeriger toe te lichten waarin volgens hem zijn innovatieve karakter schuilt. De raad merkt echter op dat de plannen van Noorderlicht feitelijk vrijwel ongewijzigd zijn en de aanpassingen slechts nuances en formuleringen in de aanvraag betreffen. De raad heeft waardering voor de veerkracht waarmee Noorderlicht na de bezuinigingen in de vorige periode is doorgegaan. Hij oordeelt positief over de grote aantrekkingskracht van Noorderlicht op het publiek en op zijn functie in de drie provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Ook de educatiefunctie heeft Noorderlicht goed op orde. Voor de innovatie van het genre fotografie bekleedt Noorderlicht volgens de raad echter geen voortrekkersrol meer. Hij wijst de aanvraag daarom af om dezelfde redenen als in de vorige ronde.
Stroom Den Haag
Ook Stroom Den Haag diende al bij de vorige ronde een aanvraag in. De raad beoordeelde die aanvraag positief, maar moest op formele gronden negatief adviseren omdat Stroom Den Haag niet kon aantonen de komende periode voldoende eigen inkomsten te zullen behalen. Voor de aanvullende aanvraagronde diende Stroom Den Haag een vrijwel onveranderd activiteitenplan in, voorzien van een andere begroting en een verduidelijking van de financiering van zijn functie als presentatie-instelling. Daarmee geeft Stroom Den Haag gehoor aan de kritiek van de raad dat in de begroting het onderscheid onduidelijk was tussen de kosten en baten van enerzijds zijn functie als presentatie-instelling in de BIS en anderzijds zijn diverse functies in opdracht van de gemeente Den Haag. Stroom Den Haag toont met het nieuwe plan aan voldoende eigen inkomsten te zullen behalen in de periode
If I Can’t Dance
Nieuwkomer If I Can’t Dance (Amsterdam) is in de ogen van de raad een interessant initiatief, waarvoor hij zeker een rol ziet weggelegd in het veld van presentatie-instellingen. Hij merkt op dat If I Can’t Dance goed past in de hedendaagse kunstpraktijk, waar de rollen van kunstenaar, curator, schrijver en theatermaker door elkaar lopen. De instelling legt een goed uitgewerkt activiteitenplan voor, waarin ze laat zien met urgente tentoonstellingen te reageren op actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Daarbij kijkt If I Can’t Dance verder dan de grenzen van het Westen. Als ondernemer toont If I Can’t Dance zich actief; de instelling heeft een goede financieringsmix en behaalde de afgelopen periode stijgende eigen inkomsten. De activiteiten op het gebied van educatie en participatie, alsmede het publieksbereik, vindt de raad echter iets te smal. Bovendien komt If I Can’t Dance op dit moment niet in aanmerking voor subsidiëring in het kader van de BIS, omdat de instelling een vaste, permanente tentoonstellingsruimte mist. Hiermee voldoet If I Can’t Dance niet aan de voorwaarde in de regeling dat ze moet beschikken over een locatie die geschikt is voor het tonen van presentaties.
Extrapool
Ook Extrapool (Nijmegen) toont zich in zijn aanvraag een bevlogen instelling, die bezig is de grenzen van de disciplines beeldende kunst, grafische kunst en geluidskunst af te tasten. De instelling heeft haar zaken financieel op orde, maar de raad vindt de activiteiten van Extrapool nog te weinig ontwikkeld en uitgewerkt. Ook mist hij een daadwerkelijke vermenging van de drie disciplines waarmee de instelling zich bezighoudt. Hij ziet Extrapool daarom meer als een interessante productiewerkplaats met een culturele randprogrammering, die nog hard bezig is zich te professionaliseren. Deze indruk wordt nog versterkt door het gegeven dat Extrapool geen vaste openingstijden heeft voor publiek. De activiteiten op het gebied van educatie en participatie zijn verder onvoldoende en het publiek is te eenzijdig van samenstelling; er is geen beleid voor het aantrekken van een meer divers publiek. Om die redenen komt Extrapool volgens de raad niet in aanmerking voor een plek in de BIS.
W139
W139 is reeds een gevestigde naam in Amsterdam en Nederland en was al eerder opgenomen als presentatie-instelling in de BIS. De instelling presenteert nu een radicaal, dynamisch plan, waaruit een groot vertrouwen spreekt in de artistieke kwaliteiten van kunstenaars. Zij begeleiden in wezen elkaar en zichzelf in hun verdere ontwikkeling als kunstenaars; de instelling werkt niet meer met een artistiek leider. Deze nieuwe koers is interessant, maar roept nog veel vragen op. Net als bij de Appel mist de raad in de aanvraag een concrete uitwerking van activiteiten en plannen. Hoe de begeleiding van kunstenaars, talentontwikkeling en werkgeverschap zijn belegd in de organisatie, wordt niet uitgewerkt in de aanvraag. Echte educatieve activiteiten ontbreken, anders dan dat de rondleidingen en reguliere activiteiten worden bezocht door kunstacademies, de eigen publieksgroep Cirkel 139 en een groep kritische observatoren. Daarnaast meent de raad dat het beleid om nieuw publiek te bereiken iets te zeer naar binnen is gericht. Zijn voornaamste bezwaar is echter dat W139 door de gekozen collectieve werkwijze en het ontbreken van een artistieke leiding eerder functioneert als een kunstenaarsinitiatief dan als een presentatie-instelling; hiervoor biedt de subsidieregeling helaas geen ruimte.
Conclusie
Met zijn positieve advies over Framer Framed geeft de raad invulling aan zijn advies van 19 mei 2016, waarin hij, met het oog op het belang van een goede geografische spreiding, adviseerde de vacante plek open te stellen voor een instelling uit het kernpunt Amsterdam of uit de regio’s Noord en Oost. Framer Framed, een relatief jonge speler, legt een flinke dosis experimenteerdrift en lef aan de dag. Framer Framed laat bovendien zien midden in de samenleving van vandaag te staan, met kunstenaars én toeschouwers uit de vele culturen die Nederland – en zeker zijn standplaats Amsterdam – rijk is. De raad verwacht dat de vijf reeds aangewezen presentatie-instellingen en Framer Framed in sterke mate kunnen bijdragen aan een dynamisch veld aan presentatie-instellingen in Nederland, met een stevige focus op vernieuwing en met (inter)nationale zeggingskracht.
De raad adviseert de minister om Framer Framed het aangevraagde bedrag van 200.000 euro toe te kennen. Hij adviseert de resterende 25.000 euro op een andere wijze te bestemmen voor presentatie-instellingen, bijvoorbeeld via het Mondriaan Fonds.
Inleiding
Presentatie-instellingen
Aanvullende aanvraagronde
19.05.2016
aanvraagronde
15.08.2016