Van Eyck

Van Eyck

De Stichting Jan van Eyck Academie (hierna: Van Eyck), gevestigd in Maastricht, profileert zich als een ‘meervoudig instituut voor beeldende kunst, ontwerp en reflectie. Zij is een internationale, multidisciplinaire post-academie voor talentontwikkeling en staat midden in de kunstwereld en maatschappij […].’ De instelling biedt jaarlijks ruimte aan 39 deelnemers voor een verblijf dat varieert van twee maanden tot één jaar.

Haar publieke programma keert Van Eyck binnenstebuiten; daardoor wordt zichtbaar wat er in haar raderwerk omgaat: ‘de geest in de machine’. Het hart van de academie wordt gevormd door de vijf Van Eyck Labs. Via het projectbureau Van Eyck Mirror wordt talent verbonden aan maatschappelijke en culturele thema’s. De Hubert van Eyck Academie ontwikkelt in samenwerking met het hbo en universiteiten onderwijsfaciliteiten, met de ambitie PhD-trajecten voor kunstenaars te ontwikkelen.

Van Eyck onderscheidt zich met dit profiel – en de organisatorische vertaling ervan – van de andere postacademische instellingen. Door publieksactiviteiten en verbindingen die ze aangaat, heeft de instelling binnen de euregio draagvlak.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert de Stichting Jan van Eyck Academie een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.600.000.

De raad vindt dat Van Eyck de ambities uit haar vorige activiteitenplan heeft waargemaakt en moet doorgaan op de ingeslagen weg. De instelling heeft een ambitieus programma neergelegd, waarin zij haar visie op het kunstenaarschap consistent heeft uitgewerkt. Van Eyck onderscheidt zich door multidisciplinariteit en theorievorming, toegankelijkheid en ruimte voor presentatie.

Van Eyck heeft zich, in vergelijking met de andere postacademische instellingen, ontwikkeld tot een zichtbare instelling. Zij heeft een balans gevonden in haar activiteiten door zowel een plek te zijn voor contemplatie en ontmoeting als een brede waaier van initiatieven te ontwikkelen voor kunstenaars en makers uit verschillende disciplines, curatoren, critici en een breder publiek. Van Eyck kan rekenen op draagvlak in de stedelijke regio. De inbedding in de regio levert echter financieel nog weinig op. De raad vindt dit zorgelijk en moedigt de instelling aan om door te gaan met het genereren van een grotere diversiteit aan inkomstenbronnen.

De raad maakt de kanttekening dat een doorontwikkeling van de vijf labs van belang is, waarbij de waaier aan activiteiten in balans moet blijven ten opzichte van de postacademische kernactiviteit van de instelling.

Van Eyck heeft haar educatieprogramma voor scholen goed weten uit te bouwen, al zijn de plannen voor samenwerking met het hoger en wetenschappelijk onderwijs nog niet allemaal uitgewerkt.

De financiële positie van Van Eyck is ook de komende jaren sterk afhankelijk van overheidssubsidie. Voor de raming van een toename van met name publieksinkomsten in de komende periode biedt het plan geen onderbouwing.

Beoordeling

Kwaliteit

Van Eyck heeft de ambities uit het vorige activiteitenplan met verve waargemaakt. Zij heeft zich ontwikkeld tot een multidisciplinair instituut dat openstaat voor kunstenaars, ontwerpers en curatoren en sinds 2013 ook voor dichters en schrijvers (in samenwerking met het Nederlands Letterenfonds). De ambitie is het multidisciplinaire karakter te verbreden naar theater en film, in overleg met het Fonds Podiumkunsten.

De raad vindt dat er energie uit het activiteitenplan spreekt, zeker ook door de aspiraties om een eigen vorm van educatie, onderwijs en onderzoek te ontwikkelen in samenwerking met het hoger en wetenschappelijk onderwijs.

Een belangrijk deel van het programma van Van Eyck Mirror is gekoppeld aan de provincie Limburg en de gemeente Maastricht. De raad vindt de profilering en de strategie – gericht op verbinding met maatschappelijke partijen en het vergroten van inkomsten van Van Eyck Mirror – goed gekozen. Hij is wel van mening dat het programma nog kan winnen aan kwaliteit en belang door kritisch te zijn op het niveau van de opdrachten.

In de nieuwe plannen gaat de instelling verder op de ingeslagen weg en werken deelnemers op grond van een ingediend voorstel gezamenlijk een onderzoeksplan uit in de In-Labs. Er is veel ruimte voor wisselwerking vanuit de beeldende kunst met andere disciplines als literatuur, ontwerp en de reflectie op deze gebieden. Hiermee onderscheidt Van Eyck zich van andere postacademische instellingen.

In de goed geoutilleerde materiaal- en mediumlabs worden research-based projecten uitgewerkt, met een opvallende rol voor drukwerk, tekst en literatuur. Op basis van het toenemende aantal aanmeldingen (300 in 2013 en 580 in 2015) lijken de visie en aanpak van Van Eyck aan te sluiten bij de opvatting van kunstenaars over hun beroepspraktijk. De raad vindt het in dit licht spijtig dat het postacademische begeleidingsprogramma in het plan onderbelicht blijft. Ook vindt hij dat internationale partnerschappen nog te weinig worden aangegaan.

De raad vindt het positief dat Van Eyck meer dan andere postacademische instellingen een breed scala aan activiteiten ontplooit en verbindingen legt, maar ziet ook het gevaar van versnippering. Van Eyck gaat veel projecten aan buiten de culturele sector, onder andere met de zorgsector en de wetenschap. Ook zoekt de instelling samenwerking in projecten die een Europese of landelijke impact hebben, waaronder een ecologisch landbouwproject en een archeologieproject.

Educatie en participatie

Over de afgelopen periode laat Van Eyck een gestage toename van schoolgebonden educatie en openbare activiteiten zien. Vanuit de Hubert van Eyck Academie wordt de komende jaren onder de titel ‘Follow your artist’ samengewerkt met de bovenbouw van Limburgse scholen, met het doel leerlingen dichter bij de hedendaagse kunst te brengen. Ook is er de intentie om samen met de Universiteit van Maastricht en het kunstvakonderwijs een graduate school of arts op te zetten. De raad vraagt wel aandacht voor de realiteitswaarde van deze ambities en vindt ze nog onvoldoende uitgewerkt.

De raad zou graag zien dat Van Eyck zich meer openstelt voor samenwerking met Marres. Juist het zintuigenonderzoek zou goed passen bij het residency-programma.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

De raad heeft waardering voor de activiteiten en plannen van Van Eyck op het gebied van publieksbereik. De instelling heeft haar zichtbaarheid vergroot door zich nadrukkelijk open te stellen voor het publiek. Het gebouw is erop aangepast met een auditorium (waar wekelijks een avondprogramma door deelnemers wordt verzorgd), een presentatieruimte, ‘Open Studios’, een bibliotheek en café. Ook worden er ruimtes verhuurd ten behoeve van openbare activiteiten van externe partijen. De extern gerichte activiteiten hebben het afgelopen jaar circa 9.000 bezoekers getrokken. Via de online nieuwsbrief en via Facebook en Instagram worden activiteiten aangekondigd.

De publieksgroepen zijn kunstenaars, architecten, vormgevers, curatoren en critici en sinds kort ook podiumkunstenaars en filmmakers. Door deze brede waaier is Van Eyck in vergelijking met de andere postacademische instellingen het meest zichtbaar. De ambities uit het vorige activiteitenplan worden waargemaakt en geven vertrouwen voor de toekomst.

Ondernemerschap

De financiële positie van Van Eyck is niet sterk. Er is sprake van een negatieve algemene reserve. De raad vindt dit zorgelijk. De instelling is wel proactief in het zoeken van samenwerking en weet in het verlengde daarvan binding met fondsen en in enige mate partnerschappen met het bedrijfsleven te realiseren.

De raad is positief over de inzet van Van Eyck om een grotere diversiteit aan inkomstenbronnen te realiseren, maar concludeert dat de activiteiten zich (nog) onvoldoende financieel terugbetalen. De raad zou graag zien dat Van Eyck een marktconforme bijdrage van haar deelnemers vaststelt in overeenstemming met vergelijkbare atelierprogramma’s in omringende landen.

Ook is Van Eyck er nog niet in geslaagd een eigen fonds op te richten, zoals andere postacademische instellingen hebben gedaan. Van Eyck heeft wel veel goodwill opgebouwd bij haar stakeholders en is in staat haar activiteiten met overtuiging te promoten.

De raad vindt het positief dat Van Eyck een breed regionaal draagvlak heeft weten te creëren en op een financiële bijdrage van de gemeente Maastricht en de provincie Limburg kan rekenen. Dat realiseert Van Eyck door kunstenaars te betrekken bij maatschappelijke vraagstukken en door de werkplaatsen te vernoemen naar regionale meesters; hierdoor plaatst Van Eyck zich in de culturele traditie van de regio.

De raad mist in het plan van Van Eyck aandacht voor governance. Er is geen profielschets of beschrijving van taken en verwachtingen ten aanzien van de leden.

Van Eyck

Van Eyck

Aanvullend advies
14 juli 2016

In een reactie op het advies stelt Van Eyck dat de raad ten onrechte constateert dat haar financiële positie niet sterk is. De raad erkent dat hij een te negatief beeld heeft geschetst van de financiële positie van Van Eyck. De raad baseerde zich in zijn advies vooral op de gegevens van 2013 – 2014, omdat de cijfers over 2015 laat beschikbaar waren. Op grond van de laatste cijfers ontstaat een gunstiger indruk. De balanspositie en liquiditeit van Van Eyck laten nu een positief beeld zien. De raad is verheugd dat er sprake is van een stijgende lijn.

De reactie van Van Eyck geeft de Raad voor Cultuur geen aanleiding zijn positieve advies te herzien.