Theater Rotterdam

Theater Rotterdam

Stichting Theater Rotterdam (hierna: Theater Rotterdam) is ontstaan uit een fusie van het Ro Theater, de Rotterdamse Schouwburg en Productiehuis Rotterdam. Theater Rotterdam produceert en programmeert grootstedelijk geïnspireerd, internationaal theater en ontwikkelt autonoom functionerend talent. De aanvraag voor ‘algemeen theater’ in de basisinfrastructuur heeft alleen betrekking op de taken die de instelling uitvoert op het gebied van het produceren van theatervoorstellingen, met name voor grotezaalproducties en locatieprojecten voor de stad, voor het land en internationaal. Theater Rotterdam profileert zich als een stadstheater dat bestaat uit een ensemble van theatermakers en groepen. Het combineert naar eigen zeggen ‘een sterke stedelijke werking met een internationale voortrekkersrol en artistieke avant-gardementaliteit’.

Subsidieadvies

De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Theater Rotterdam een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.600.000, op voorwaarde dat de instelling een aangepast activiteitenplan met een nieuwe – sluitende – begroting indient.

De raad verwacht hierin een uitwerking van de volgende aandachtspunten:

  • Positionering van de makers en van hun bijdrage aan het nieuwe profiel van de instelling.
  • Oriëntatie van de instelling op de stad en de (cultureel) diverse inwoners.
  • Marketingstrategie en educatiebeleid in het licht van het nieuwe profiel.

Omdat de raad adviseert Theater Rotterdam te subsidiëren als middelgroot gezelschap, hoort bij het nieuwe plan ook een begroting die is aangepast op een rijkssubsidie van 1.600.000 euro. Daartoe behoort ook een goede strategie in geval van tegenvallende inkomsten.

De raad is van mening dat Theater Rotterdam, een fusie van het Ro Theater, de Rotterdamse Schouwburg en Productiehuis Rotterdam, een inspirerend nieuw profiel heeft, maar dat dat nog onvoldoende in de plannen is uitgewerkt. Het plan bestaat in de kern vooralsnog uit niet veel meer dan een constellatie van interessante makers. Theater Rotterdam maakt niet duidelijk wat de verschillende makers gaan produceren, hoe zij zich ten opzichte van elkaar gaan positioneren en hoe zij zullen bijdragen aan het profiel van de instelling.

De raad mist ook een solide plan waarmee Theater Rotterdam inhoud geeft aan zijn ambitie als stadstheater en waarbij het ook specifieker de culturele diversiteit van de inwoners van de stad betrekt. Ook het beleid en de plannen op het gebied van educatie schieten tekort.

Daarnaast vindt de raad de ambities op het gebied van publieksbereik wankel, gelet op het artistieke profiel van de meeste makers en de weinig uitgewerkte marketingplannen.

Er zijn drie instellingen in de grote gemeenten die een aanvraag doen als groot theatergezelschap. De raad adviseert op basis van een vergelijking tussen de artistieke kwaliteit van de drie aanvragers om Theater Rotterdam niet te subsidiëren als groot theatergezelschap. Voor een integrale afweging tussen de verschillende aanvragers groot theatergezelschap, zie de ‘Inleiding Theater en jeugdtheater’.

Beoordeling

Kwaliteit

Het Ro Theater had de afgelopen periode een gevarieerd aanbod van een aantal vaste regisseurs. De raad vindt dat het overtuigend opereerde als grotestadsgezelschap, wat zichtbaar was in thematiek, de samenstelling van het tableau en de marketing. Hij constateert wel dat de voorstellingen niet altijd geslaagd waren; interessante uitgangspunten leidden dan niet tot een artistiek hoogwaardige productie.

Nu de fusie van het Ro Theater met de Rotterdamse Schouwburg en Productiehuis Rotterdam heeft geleid tot Theater Rotterdam en er een nieuwe directie aantreedt, krijgt de Rotterdamse theaterproducerende instelling een ander profiel en een geheel nieuwe artistieke invulling. Volgens eigen zeggen wordt een sterke stedelijke werking gecombineerd met een internationale voortrekkersrol en artistieke avant-gardementaliteit. De raad vindt een dergelijk concept van een grootstedelijk stadstheater een inspirerend idee. Bevlogen gedachten hierover kunnen leiden tot een nieuw type BIS-instelling waarin gezelschap, productiehuis en schouwburg elkaar versterken.

Maar de raad is van mening dat dit profiel onvoldoende tot uitdrukking komt in de artistieke plannen van het theaterproducerende deel van de instelling. Theater Rotterdam heeft een aantal gevestigde en aanstormende theatermakers van nationale en internationale klasse aan zich verbonden, maar uit de aanvraag wordt niet duidelijk wat het resultaat van hun inbreng zal zijn. De aanvraag mist vooralsnog een focus. Zowel het avant-gardistische profiel als de gewaarborgde kwaliteit van grotezaalproducties is allerminst zichtbaar in alle producties. Daarbij valt het de raad op dat het (zichtbare) aandeel van een van de architecten van het gezelschap – Johan Simons – beperkt blijft tot één coproductie per jaar.

De raad mist in de plannen ook een nadere invulling van de oriëntatie op de stad. Theater Rotterdam profileert zich als een grootstedelijke instelling, maar de projecten die specifiek op de stad zijn gericht, blijven intentioneel en zijn weinig overtuigend. Daarbij ontbreekt ook een benadering van de stad en haar inwoners vanuit een cultureel divers perspectief. De keuze van de makers weerspiegelt niet de veelkleurigheid van de stad en de raad mist ook aandacht voor culturele diversiteit in de toekomstige producties.

Gezien het artistieke profiel is talentontwikkeling ook een belangrijke taak van Theater Rotterdam. Deels wordt die taak ingevuld door de keuze voor een aantal jonge makers die ook producties voor de grote zaal zullen maken; het zwaartepunt ligt echter bij het Productiehuis Rotterdam, dat een aparte aanvraag doet als BIS-instelling.

Educatie en participatie

Het Ro Theater had de afgelopen jaren een sterke educatieve werking. Het vervult in Rotterdam een voortrekkersrol en gaat goede samenwerkingen aan. Het gezelschap slaagt erin het aanbod voor volwassenen aantrekkelijk te maken voor jongeren. Door middel van de zogenaamde ‘combinatiefunctie’ heeft het gezelschap de afgelopen periode een goede samenwerking opgebouwd met een aantal Rotterdamse scholen.

Theater Rotterdam heeft het educatiebeleid nog niet afgestemd op het nieuwe profiel; de visie daarop en de plannen blijven oppervlakkig en slecht uitgewerkt. Er wordt niet dieper ingegaan op de toekomstige rol van cultuurcoaches, die in het verleden goed werk hebben verricht. Daarnaast vindt de raad het onwenselijk dat het educatiebeleid voornamelijk aanbodgericht is en zich nog niet richt op de behoefte van scholen.

Maatschappelijke waarde

Publieksbereik

De producties van het Ro Theater hebben de afgelopen jaren een sterk wisselend publieksbereik gehad. De familievoorstelling brengt jaarlijks een grote hoeveelheid toeschouwers op de been, terwijl het bereik van andere grotezaalproducties daarbij sterk achterblijft.

Voor de komende periode blijft de familievoorstelling als publiekstrekker gehandhaafd. De raad vindt dat verstandig, gezien het onzekere publieksbereik van de meeste andere projecten.

De raad denkt dat de gewenste publieksstijging van gemiddeld ongeveer 63.000 bezoekers in 2013 en 2014 naar ruim 84.000 bezoekers in 2017 niet realistisch is. Hij verwacht dat veel van de nieuwe producties voor een groot publiek in artistiek opzicht te hoogdrempelig zullen blijken te zijn. Theater Rotterdam moet er bovendien rekening mee houden dat het zijn publiek opnieuw moet opbouwen. Een ‘ensemble van makers’ zal bovendien minder herkenbaar zijn voor het publiek dan een vaste spelersgroep, zoals het Ro Theater die de afgelopen jaren had. De marketingplannen zijn dermate schetsmatig dat de raad twijfelt over voldoende aanwas van nieuw publiek.

Ondernemerschap

De financiële positie van Theater Rotterdam is gezond en de fusie van de afzonderlijke onderdelen kan financiële voordelen opleveren, zoals efficiëntie en risicospreiding. De raad is van mening dat Theater Rotterdam terecht inschat dat het vanwege het nieuwe, internationale, profiel aanspraak kan doen op private fondsen en andere subsidies. Vreemd genoeg ontbreken in de begroting concrete bedragen onder de post private fondsen. De raad constateert daarnaast dat de instelling geen strategie bij tegenvallende inkomsten heeft.

De organisatiestructuur van Theater Rotterdam oogt topzwaar. Naast een driekoppige directie (van wie, naast de artistiek directeur, nog twee personen moeten worden aangezocht), zijn er ook nog vier artistiek leiders. De raad vraagt zich af hoe effectief en (kosten)efficiënt deze constructie is en krijgt daar op basis van de cijfermatige gegevens geen inzicht in.

De raad staat positief tegenover het streven om in de raad van toezicht rekening te houden met de vertegenwoordiging van vrouwen, jonge mensen en mensen met een biculturele achtergrond.

Theater Rotterdam

Theater Rotterdam

Aanvullend advies
14 juli 2016

Theater Rotterdam stelt in zijn reactie dat hij, anders dan de raad in zijn advies schrijft, wel dieper ingaat op de toekomstige rol van cultuurcoaches. De instelling citeert een passage uit de subsidieaanvraag waarin staat dat de cultuurcoaches een duurzame relatie hebben opgebouwd met partnerscholen. Daarnaast spreekt Theater Rotterdam tegen dat het educatiebeleid voornamelijk aanbodgericht is. In de aanvraag staat dat de instelling jongeren op meerdere momenten in hun schoolcarrière ontmoet; Theater Rotterdam licht toe dat de educatieve activiteiten voortkomen uit de behoefte van scholen. De raad erkent dat hij deze passages niet bij zijn oordeel heeft betrokken en ondersteunt de wijze waarop de instelling haar educatieve activiteiten volgens haar toelichting vormgeeft.

Theater Rotterdam is het niet eens met het oordeel van de raad dat de gewenste publieksstijging voor de komende jaren niet realistisch is. De instelling stelt dat de toename van het aantal bezoekers vanaf 2014 voor het grootste deel voor rekening komt van de familievoorstelling. Het aantal bezoekers zal daarna maar weinig toenemen, terwijl het aantal voorstellingen wel fors hoger is. De instelling heeft de raad ervan overtuigd dat de stijging van het aantal bezoekers hierdoor kan worden verklaard.

De reactie van Theater Rotterdam heeft geen consequenties voor het advies van de Raad voor Cultuur. De raad kijkt uit naar het aangepaste activiteitenplan van de instelling.

Theater Rotterdam

Theater Rotterdam

Aanvullend advies
27 februari 2017

De minister heeft Theater Rotterdam verzocht zijn aanvraag aan te vullen met de volgende aandachtspunten:

  • Een artistieke visie over de positionering van de makers en hun bijdrage aan het nieuwe profiel van de instelling.
  • Oriëntatie van de instelling op de stad en de (cultureel) diverse inwoners.
  • Een marketingstrategie en educatiebeleid, in het licht van het nieuwe profiel.
  • Een strategie bij tegenvallende inkomsten.

De raad vindt dat de instelling aan deze voorwaarden heeft voldaan, al mist hij op onderdelen nog concrete informatie. De raad geeft Theater Rotterdam enkele aandachtspunten mee.

Theater Rotterdam heeft de positie van de makers – in relatie tot het gezelschap en tot elkaar – helder in kaart gebracht. De raad is te spreken over de manier waarop de makers, in al hun verscheidenheid, gezamenlijk een open ensemble vormen en met elkaar gaan samenwerken. Wel vindt de raad het jammer dat de instelling niet concreet beschrijft welke makers de komende tijd producties gaan maken, en hoeveel dat er zijn. Ook is het onduidelijk welke producties op tournee door het land gaan. De raad had hierover graag meer gelezen, omdat dat ook meer inzicht geeft in het daadwerkelijke profiel van het gezelschap.

De raad vindt de beschrijving van de manier waarop Theater Rotterdam zich op de stad wil oriënteren een goede eerste aanzet. Er ontbreekt nog wel een duidelijke verbinding met het ensemble van makers. Ook is de raad benieuwd naar de rol die het productiehuis kan spelen in de verbinding met de stad, juist omdat deze substantieel bijdraagt aan de identiteit van Theater Rotterdam.

De raad kan zich vinden in de meer op ‘belevenis’ gerichte strategieën die in de programmalijnen zijn uitgewerkt. Hij moedigt de instelling aan haar merkbekendheid te versterken en daaraan een (landelijke) marketing- en communicatiestrategie te koppelen.

De raad heeft vertrouwen in de educatieplannen die helder zijn beschreven. De komende jaren zet Theater Rotterdam stevig in op educatie waarmee het de hele keten bedient: van scholen, jong talent tot volwassenen. De strategie bij tegenvallende inkomsten vindt de raad realistisch.

De raad zal de ontwikkeling van Theater Rotterdam met belangstelling blijven volgen. Hij hoopt dat de fusie snel wordt afgerond en dat de instelling kan beginnen met de uitvoering van haar plannen.