Intro
Intro
Stichting Intro in situ (hierna: Intro) is een productiehuis voor eigentijdse muziekperformances en -installaties, gevestigd in Maastricht. Het productiehuis heeft als missie aansprekende muziekproducties te maken waarbinnen ruim baan is voor aanstormend talent. Intro begeleidt, faciliteert en coacht talenten bij hun zoektocht naar nieuwe muziekvormen. Het productiehuis profileert zich als expert op het gebied van eigentijdse muziekontwikkelingen en gaat vanuit de eigen stedelijke regio samenwerkingen aan met andere culturele instellingen, het onderwijs, podia en festivals op lokaal en (inter)nationaal niveau.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Intro in situ geen subsidie toe te kennen.
De raad erkent de unieke positie van Intro in het Nederlandse culturele landschap. De aangekondigde plannen vindt de raad goed passen bij de missie en de visie van het productiehuis; de talentontwikkelingstrajecten, de vele samenwerkingen en de educatieve activiteiten sluiten aan bij de onderzoekende en innovatieve werkwijze van Intro.
Desondanks adviseert de raad Intro niet te honoreren als productiehuis. De raad vindt de focus op experimentele eigentijdse muziek van het productiehuis te smal voor een plek in de basisinfrastructuur. Daarnaast ontbreekt in de aanvraag een duidelijke beschrijving van de artistiek-inhoudelijke begeleiding van de talenten bij hun activiteiten.
Intro bereikt voldoende publiek en verwacht de komende jaren een forse toename van het aantal bezoekers. De raad vindt deze ambitie niet realistisch, gezien het zeer specifieke publiekssegment dat Intro bedient.
Beoordeling
Kwaliteit
Intro is sinds de oprichting in 1984 een huis voor hedendaagse muziektalenten en ontving tot 2009 rijkssubsidie. Intro is, als productiehuis voor experimentele eigentijdse muziek, uniek in Nederland. Daarmee is het een belangrijke plek voor talenten om zich binnen dit segment te kunnen ontwikkelen, waarbij ook ruimte is voor interdisciplinaire samenwerkingsverbanden. Het productiehuis heeft door zijn uitgebreide netwerk goed zicht op nieuwe talenten en weet daardoor een groot aantal getalenteerde makers aan zich te binden.
De komende periode zet Intro zijn artistieke koers voort. De visie en de missie van het productiehuis komen in de plannen goed tot uiting; het presenteert een gevarieerd palet aan activiteiten waarin de innovatieve kracht van Intro wordt bevestigd. Het productiehuis maakt als talentontwikkelaar onderscheid tussen twee fases: de ontwikkelfase en de productiefase. De ontwikkelfase is bedoeld voor prille talenten die in diverse labs experimenten kunnen uitvoeren met verschillende genres, vormen en technieken. De productiefase richt zich op gevorderde talenten die in opdracht of autonoom kunnen werken aan een productie. Intro zorgt voor speelmogelijkheden en koppelt het talent aan mogelijke opdrachtgevers.
In de beschrijving van de talentontwikkelingstrajecten komt duidelijk de faciliterende kant van de begeleiding naar voren; Intro zorgt onder meer voor technische ondersteuning en speelplekken. De raad mist echter een helder geformuleerd plan waarin de artistiek-inhoudelijke begeleiding van de talenten in de trajecten en projecten wordt beschreven.
Als productiehuis voor experimentele eigentijdse muziek vult Intro volgens de raad een belangrijke niche in het culturele veld op, maar hij vindt het specialisatiegebied van Intro te klein voor een plek in de basisinfrastructuur. Ondanks ruimte voor interdisciplinaire samenwerkingen is de focus hoofdzakelijk gericht op een zeer specifieke discipline. De raad vindt de samenwerkingsverbanden van Intro, waarbinnen ook aandacht is voor maatschappelijke verbindingen, op zowel artistiek als zakelijk vlak interessant.
Educatie en participatie
Binnen de mogelijkheden van een productiehuis doet Intro voldoende op het gebied van educatie. Intro ontwikkelt educatie- en participatieprojecten, geeft workshops en organiseert masterclasses. Het productiehuis ziet educatie als belangrijk middel om het ‘publiek van morgen’ te enthousiasmeren voor klank en geluiden. Naar eigen zeggen vormen het stimuleren van luisteren, het bijbrengen van de betekenis van klank en de bewustwording van de rol van geluid in intermenselijke communicatie een belangrijke basis voor de projecten. De komende periode zet Intro deze koers voort met aansprekende educatieve activiteiten.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
Intro trok door zijn specifieke profiel met gemiddeld bijna 14.000 bezoekers in 2013 en 2014 een select publiek van liefhebbers. De raad vindt het aantal bezoekers buiten Maastricht voldoende om te kunnen spreken van landelijke zichtbaarheid.
Uit de begroting blijkt dat Intro de komende periode een toename van het aantal bezoekers verwacht. De raad mist in de aanvraag, op een minimale opsomming van de promotieactiviteiten na, welke strategie het productiehuis hanteert om deze toename van gemiddeld 3.000 bezoekers per jaar te verwezenlijken. Met het oog op het zeer specifieke publiekssegment vindt de raad deze groeiambitie niet realistisch.
Ondernemerschap
Intro is een financieel stabiele organisatie en voldoet aan de eigen inkomstennorm. Uit de begroting wordt duidelijk dat het productiehuis een flinke toename van eigen inkomsten verwacht. De raad mist echter een concrete beschrijving van de wijze waarop de activiteiten kunnen bijdragen aan de verhoging van de inkomsten. Ook rekent Intro op een forse toename van de subsidie van de provincie Limburg. Uit het activiteitenplan wordt niet duidelijk of de provincie deze stijging reeds heeft toegezegd.
Het productiehuis bestaat naar eigen zeggen uit een klein en flexibel team. In de periode 2014 – 2017 breidt Intro het vaste team uit van 3,1 fte naar 4,0 fte, en in 2020 met nog 1 fte, door de bestaande uren van werknemers te vergroten. Intro geeft aan dat het wegens zijn kleine omvang niet aangesloten is bij een cao, maar probeert naar eigen zeggen ‘zo veel mogelijk’ de cao te volgen. De raad onderstreept het belang hiervan.
Intro hanteert de Governance Code Cultuur en licht in zijn aanvraag toe hoe hiermee wordt omgegaan. De raad waardeert dit. Wel mist hij een onderbouwing van de deskundigheid van de raad van toezicht.
Intro
Intro
Aanvullend advies
14 juli 2016
Intro schrijft in zijn reactie het gevoel te hebben dat de activiteiten van het productiehuis ten onrechte in verband worden gebracht met een achterhaald beeld van de (nieuwe) muzieksector, namelijk dat die klein en smal is. In dit verband merkt Intro op dat de eigentijdse muziek juist enorm in beweging is en zich verbindt met andere disciplines.
De raad benadrukt dat hij zeker niet van mening is dat de niche van Intro als productiehuis in het algemeen te klein en te smal is. Hij erkent dan ook in het advies de belangrijke positie van Intro in het culturele landschap. Hij heeft echter gekozen voor drie productiehuizen in de BIS met een bredere artistieke focus. De raad verwijst voor een toelichting hierop naar de Inleiding Productiehuizen.
Daarnaast vindt Intro het moeilijk te plaatsen wat de raad met de opmerking bedoelt dat er in de aanvraag een duidelijke omschrijving van de artistiek-inhoudelijke begeleiding ontbreekt. De raad meent dat de invulling hiervan in de aanvraag te vrijblijvend is geformuleerd. Aangezien dit de kernactiviteit van een productiehuis is, had de raad graag meer willen lezen over de wijze waarop een talent artistiek wordt bijgestaan om zich zo een beter beeld te kunnen vormen van de begeleiding.
Ook is Intro het oneens met de constatering van de raad dat de verwachte publiekstoename niet realistisch is. Het productiehuis vindt het argument van de raad dat Intro ‘een zeer specifiek publieksegment bedient’ een onterechte framing. De raad benadrukt echter dat Intro zijn belangrijkste doelgroep zelf omschrijft als ‘cultuurzoekers, jonge cultuurfreaks en cultuurfanaten’. Ook vindt Intro dat de groei van 3.000 bezoekers reëel is en goed is toegelicht in het plan. Bij nader inzien beaamt de raad dit.
Tot slot reageert Intro op de opmerking van de raad dat hij een concrete beschrijving mist van de wijze waarop de activiteiten kunnen bijdragen aan de verhoging van de inkomsten. Het productiehuis verwijst hiervoor naar de toelichting op de cijfers. De raad is van mening dat deze toelichting summier is en hij op basis hiervan niet kan opmaken op welke manier de activiteiten concreet bijdragen aan de verhoging van de inkomsten.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van Intro geen aanleiding het advies te herzien.
Intro
19.05.2016
14.07.2016