De Diamantfabriek
De Diamantfabriek
Stichting De Diamantfabriek (hierna: De Diamantfabriek) is een productiekern die zich op stedelijk en landelijk niveau richt op de ontwikkeling van excellentie binnen muziektheater, opera en nieuwe gecomponeerde hedendaagse muziek met jonge en ervaren toptalenten. De producties die tot stand komen, zijn volgens de instelling het resultaat van een gelijkwaardige samenwerking tussen regisseurs en componisten. De instelling beschrijft dat dit een langdurig werkproces is, waarbij vorm en inhoud gezamenlijk tot stand komen. De instelling is gehuisvest in het Ostade A’dam, heeft het Muziekgebouw aan ’t IJ als presentatiepodium en betrekt in 2018 het nieuwe theater Podium Zuid. Zij neemt naar eigen zeggen een essentiële positie in binnen de keten van muziektheater.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting De Diamantfabriek geen subsidie toe te kennen.
De raad is van mening dat De Diamantfabriek een te kleine en kwetsbare organisatie is om als productiehuis in de basisinfrastructuur te functioneren. De instelling geeft op te bescheiden wijze invulling aan scouting, artistieke coaching en productionele begeleiding van componisten en regisseurs. De raad vindt de focus op muziektheater ook te smal voor een productiehuis in de basisinfrastructuur. De instelling heeft de afgelopen jaren een aantal kleine, opmerkelijke producties gerealiseerd. Als solide ontwikkelaar van talent kan zij echter (nog) niet goed functioneren en de positie in het muziektheaterveld is nog groeiende. Daarnaast vindt de raad dat het bereik als ontwikkelplek voor talent te klein is, en dat het aantal speelbeurten en het aantal bezoekers te laag zijn. De Diamantfabriek initieert op bescheiden schaal educatieve activiteiten, die nog niet zijn uitgewerkt. De financiële positie van de instelling is wankel en de organisatie is te beperkt in omvang.
Beoordeling
Kwaliteit
De Diamantfabriek is in 2009 opgericht en ontvangt sinds 2013 subsidie van de gemeente Amsterdam. De afgelopen jaren heeft de instelling een bescheiden maar opmerkelijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van nieuwe muziektheaterproducties. De Diamantfabriek heeft originele samenwerkingsprojecten tussen makers geïnitieerd, waaruit ondanks de minimale budgetten een paar opmerkelijke voorstellingen zijn ontstaan. Het trackrecord van de instelling is niettemin nog erg klein. De raad acht het werkterrein van De Diamantfabriek, die zich specifiek bezighoudt met muziektheater, ook te beperkt voor een plek als productiehuis in de basisinfrastructuur.
De plannen van De Diamantfabriek zijn ambitieus; de instelling wil het aantal makers en producties uitbreiden en zoekt in andere disciplines inspiratiebronnen voor haar producties. In de ogen van de raad is De Diamantfabriek op basis van die plannen meer een kleine productiekern die met weinig middelen kleinschalig muziektheater produceert, dan een speler van landelijke betekenis op het gebied van talentontwikkeling.
De raad vindt dat De Diamantfabriek voor een productiehuis in de basisinfrastructuur op te bescheiden schaal invulling geeft aan scouting, artistieke coaching en productionele begeleiding van makers. De omvang van de begeleidende staf is minimaal en de pool van experts zou om deze functies te bekleden groter moeten zijn, evenals de artistieke diversiteit. Het is onduidelijk op welke gronden makers en componisten worden gekozen en op basis waarvan de samenwerking tussen hen tot stand komt.
Educatie en participatie
De Diamantfabriek heeft in de ogen van de raad bescheiden plannen op het gebied van educatie en participatie. De producties worden begeleid door educatieve projecten, en leerlingen van de aanpalende middelbare school kunnen onder de titel ‘Young Diamonds’ zelfgemaakte producties uitvoeren. Deze plannen worden onvoldoende uitgewerkt. Het aantal leerlingen dat wordt bereikt is zeer beperkt.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De producties van De Diamantfabriek hebben aansprekende onderwerpen, die ook prikkelend zijn voor een publiek dat niet specifiek geïnteresseerd is in muziektheater. De instelling is bezig zich goed te wortelen in de directe omgeving en de rest van de stad. Zij heeft daarnaast een aantal landelijke samenwerkingspartners en zet zich in voor een verdere ontwikkeling van het nationale en internationale netwerk.
Niettemin was het publieksbereik de afgelopen jaren zeer bescheiden. Ook na de beoogde groei voor de komende jaren blijft het aantal bezoekers sterk achter bij dat van andere aanvragers. De Diamantfabriek verwacht een groter publieksbereik wanneer ze is gehuisvest in het nieuwe Podium Zuid, maar de raad vindt die toename, gelet op de geleverde cijfers, toch betrekkelijk laag.
Ondernemerschap
De financiële positie van De Diamantfabriek is erg kwetsbaar, waarbij de instelling bij tegenvallers zowel op de korte als op de lange termijn in problemen komt. De instelling verwacht een flinke toename van de baten, maar deze verwachting is in de ogen van de raad te optimistisch. Dit heeft zowel betrekking op een verhoging van de subsidie van de gemeente Amsterdam als op de stijging van de publieksinkomsten. De raad mist in het plan een strategie bij tegenvallende inkomsten.
De Diamantfabriek is nu nog een zeer kleine organisatie, met slechts 0,6 fte in dienst. Gezien de huidige formatie vindt de raad het een goed idee dat de instelling ernaar streeft de organisatie te versterken.
De raad is van mening dat de instelling inzicht heeft in de verschillende doelgroepen, maar het is onduidelijk welke marketingactiviteiten tot welke resultaten zullen leiden.
De Diamantfabriek heeft bewust gekozen voor haar besturingsmodel en vermeldt een duidelijke verdeling van taken en bevoegdheden. Dit vindt de raad te prijzen.
De Diamantfabriek
De Diamantfabriek
Aanvullend advies
14 juli 2016
De Diamantfabriek schrijft in haar reactie dat de drie productiehuizen die de raad een positief advies heeft gegeven niet ‘een brede waaier aan disciplines’ vertegenwoordigen. Volgens de instelling ligt de focus eenzijdig op theater en blijven de genres muziektheater, opera, moderne muziek en dans volledig buiten beschouwing. De raad erkent dat niet alle podiumkunstendisciplines dezelfde aandacht krijgen, en heeft dat ook geschreven in de Inleiding Productiehuizen. Maar de drie productiehuizen met een positief advies hebben een sterke multidisciplinaire focus en mede dankzij de allianties die zij met andere instellingen aangaan ondersteunen zij ook talentontwikkelingstrajecten voor onder andere muziektheater, opera, moderne muziek en dans.
De Diamantfabriek is verbaasd dat de raad het productiehuis voor muziektheater te specialistisch vindt en dat tegelijkertijd interdisciplinariteit in de beoordeling een aandachtspunt is. De instelling betoogt vervolgens dat muziektheater bij uitstek een interdisciplinair genre is. De raad is het met die laatste bewering eens, maar is wel van mening dat muziektheater als uitgangspunt voor een productiehuis in de basisinfrastructuur een smalle basis biedt voor talenten uit verschillende disciplines. Gezien de beperkte ruimte die in de basisinfrastructuur beschikbaar is gesteld, heeft de raad gekozen voor productiehuizen die een grotere variëteit aan disciplines en interdisciplinaire mogelijkheden ondersteunt.
De instelling schrijft dat de raad in een kennismakingsgesprek heeft gezegd dat De Diamantfabriek aan de criteria voldoet en een aanvraag kan indienen, mits deze bescheiden zou zijn. De raad weerspreekt deze bewering. Hij betreurt het dat De Diamantfabriek uit het gesprek deze te positieve conclusie heeft getrokken. De raad erkent dat de instelling aan alle criteria voldoet, maar gezien de grote hoeveelheid aanvragen zijn alleen de instellingen positief beoordeeld die in de hoogste mate aan de criteria voldeden.
De Diamantfabriek is teleurgesteld dat de raad niet heeft geadviseerd het gehele budget toe te kennen aan de aanvragende productiehuizen, maar heeft besloten om 100.000 euro ter beschikking te stellen aan het Fonds Podiumkunsten. De raad begrijpt de teleurstelling maar voelde zich genoodzaakt tot deze keuze in het belang van een goede geografische spreiding. Met dit bedrag kan het Fonds Podiumkunsten talentontwikkeling buiten de Randstad een extra impuls geven.
De Diamantfabriek nuanceert het beeld dat de instelling een kleine en wat fragiele instelling zou zijn, door te wijzen op stijgende eigen inkomstenpercentages en een stijgende bezettingsgraad. Daarnaast licht de instelling toe op welke wijze talenten worden gescout en gecoacht. Ook legt De Diamantfabriek uit dat het voor haar moeilijk is om aanvullende subsidies te verwerven, terwijl juist de dure disciplines muziektheater en opera een structurele financiële basis verlangen. De raad juicht toe dat de instelling groeiambities heeft en heeft met belangstelling kennisgenomen van de aanvullende informatie.
Ten slotte noemt de Diamantfabriek een feitelijke onjuistheid. De instelling is niet gevestigd in Ostade A’dam maar werkt daarmee samen. De raad erkent dat hij dat verkeerd heeft vermeld.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van De Diamantfabriek geen aanleiding het advies te herzien.
De Diamantfabriek
19.05.2016
14.07.2016