Van Gogh Museum
Van Gogh Museum
Stichting Van Gogh Museum (hierna: Van Gogh Museum) maakt het leven en het werk van Vincent van Gogh en de kunst van zijn tijd toegankelijk voor zo veel mogelijk mensen. Het museum heeft de grootste Van Gogh-collectie ter wereld, waaronder schilderijen, tekeningen en brieven. Daarnaast bestaat de collectie van het museum uit laat-19e-eeuwse prentkunst en werken uit de periode 1840 – 1920 van tijdgenoten en navolgers van Van Gogh. De Mesdag Collectie in Den Haag vormt een integraal onderdeel van het Van Gogh Museum.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Van Gogh Museum een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.374.314. Dit bedrag is conform de indeling in categorie 2.
De raad is positief over het Van Gogh Museum. Het activiteitenplan is professioneel en helder geformuleerd, en het tentoonstellingsprogramma is van hoog niveau. De verbouwing van het entreegebouw, de nieuwe vaste presentatie en het nieuwe restauratieatelier zijn in de ogen van de raad zeer geslaagde veranderingen. Het museum is een autoriteit op het gebied van Vincent van Gogh en het heeft zich ontwikkeld tot een sterk merk. De raad vindt wel dat het Van Gogh Museum in het plan meer aandacht had moeten besteden aan De Mesdag Collectie. Het Van Gogh Museum heeft een groot en gevarieerd educatief aanbod. De raad waardeert het voornemen om meer Nederlandse bezoekers te trekken. Ronduit lovend is de raad over het ondernemerschap van het Van Gogh Museum.
Beoordeling
Kwaliteit
Het Van Gogh Museum heeft zich de afgelopen jaren vernieuwd. Het entreegebouw is verbouwd, de vaste presentatie heeft een transformatie ondergaan en er is een nieuw restauratieatelier gerealiseerd. De projecten zijn binnen het budget en de geplande termijn afgerond. De vernieuwingen zijn in de ogen van de raad zeer geslaagd. De raad vindt het Van Gogh Museum een schoolvoorbeeld van hoe goed inhoudelijk museaal beleid gecombineerd kan worden met een succesvolle ondernemende opstelling. Het museum weet commercieel slim te opereren, waardoor de eigen inkomsten hoog oplopen. Het artistieke perspectief blijft te allen tijde leidend.
Volgens de raad heeft het Van Gogh Museum zich ontwikkeld tot een sterk merk; het museum is een autoriteit op het gebied van Vincent van Gogh. Het Van Gogh Museum werkt internationaal veel samen en zet Nederland hierdoor voorbeeldig op de culturele kaart. Maar ook nationaal is het museum actief in samenwerking. Rond de 125e sterfdag van Van Gogh werkte het Van Gogh Museum samen met het Kröller-Müller Museum, het Noordbrabants Museum, toeristische partijen en erfgoedlocaties. Het Van Gogh Museum wil deze samenwerkingsverbanden uitbreiden met meer Nederlandse, Belgische en Franse erfgoedlocaties. De raad juicht deze samenwerkingen, waarin het Van Gogh Museum het voortouw neemt, toe.
Het activiteitenplan van het Van Gogh Museum is professioneel, helder geformuleerd en getuigt van realiteitszin. De raad is onder de indruk van de programmering. Hij is van mening dat het museum blijft verrassen met de presentatie van zijn collectie. Het tentoonstellingsprogramma is jaarlijks opgebouwd uit twee grote tentoonstellingen, een bescheidener zomerpresentatie in de tentoonstellingsvleugel en twee kleinere tentoonstellingen in het prentenkabinet. In de vaste opstelling ligt de focus op de kunst van Van Gogh en zijn tijdgenoten. Eén kabinet is blijvend gewijd aan een werk van een moderne of hedendaagse kunstenaar. Dit moedigt de raad aan, omdat Van Gogh tot op de dag van vandaag inspireert. In De Mesdag Collectie worden twee tentoonstellingen per jaar getoond.
De raad beschouwt de zorg voor De Mesdag Collectie als een belangrijke taak van het Van Gogh Museum. De Mesdag Collectie vormt een integraal onderdeel van het Van Gogh Museum. De collectie bevat werken van de Franse school van Barbizon en de Haagse school van de 19e eeuw. De raad betreurt het dat de aandacht voor De Mesdag Collectie in het plan beperkt is.
Educatie en participatie
De verantwoordelijkheid die het museum voelt en uitdraagt op het gebied van educatie, vindt de raad van grote waarde voor de sector. Het educatieve aanbod is talrijk en het is samengesteld in samenspraak met het onderwijs. De afdeling educatie is solide en heeft een centrale positie in de organisatie. Het educatief bereik is groot, met name in het voortgezet onderwijs. Het totale aantal deelnames aan schoolgebonden activiteiten, waaronder leerlingen uit het primair en voortgezet onderwijs en studenten mbo/h.o., steeg van ruim 36.000 deelnemers in 2013 naar circa 44.000 in 2014 en zo’n 57.500 in 2015.
Voor de komende periode wil het Van Gogh Museum via educatie de participatie vergroten en meer maatschappelijke waarde creëren. De raad vindt dit een mooi uitgangspunt.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De bezoekersaantallen van het Van Gogh Museum zijn gestegen van gemiddeld ruim 1,5 miljoen in 2013 en 2014 naar ruim 1,9 miljoen in 2015. Tijdens de verbouwing van het entreegebouw heeft het museum een tijdelijke tentoonstelling georganiseerd in de Hermitage. Het bezoek op die locatie viel enigszins tegen. Van de bezoekers is 85 procent afkomstig uit het buitenland, een aanzienlijk percentage.
De komende periode ligt de focus meer op het nationale publiek, in het bijzonder op de jeugd, jongvolwassenen, ouderen en mindervaliden. Dit moedigt de raad ten zeerste aan. In het algemeen richt het Van Gogh Museum zich op bezoekers die al geïnteresseerd zijn in Van Gogh en op mensen bij wie het de nieuwsgierigheid wil opwekken. Dit vindt de raad een duidelijke en werkbare doelstelling. De raad mist in het plan wel een visie op het bereiken van een cultureel divers publiek.
Ondernemerschap
Het Van Gogh Museum is een financieel gezonde instelling. Het museum heeft zich de afgelopen tijd georiënteerd op het verbreden van zijn inkomstenbronnen. Het is een pilot gestart met een consultancytak, vooral gericht op het verwerven van inkomsten uit het buitenland. Ook is er een joint venture opgezet: de Van Gogh Experience. De raad is voorstander van het experimenteren in ondernemerschap en het zoeken van nieuwe wegen om inkomstenbronnen aan te boren. Door de grote nadruk die het museum in het algemeen legt op de inhoud van zijn taak, heeft de raad vertrouwen in deze ontwikkelingen.
De raad is onder de indruk van het ondernemersplan en het marketingbeleid, gericht op het vergroten van eigen inkomsten uit verschillende bronnen. Dankzij zijn inspanningen heeft het museum het eigen inkomstenpercentage zien stijgen van 405 procent in 2013 naar 577 procent in 2015.
De Governance Code Cultuur wordt onderschreven, maar in het plan beknopt toegelicht.