Nederlands Fotomuseum
Nederlands Fotomuseum
De collectie van Stichting Nederlands Fotomuseum (hierna: het Fotomuseum) geeft een beeld van de maatschappelijke en artistieke ontwikkeling van het medium fotografie en van de geschiedenis van Nederland. Het museum wil een zo breed mogelijk publiek deelgenoot maken van de rijkdom van het medium, en zich positioneren als internationale speler en als hét museum voor de fotografie in Nederland. Voor het Fotomuseum is de sterke documentaire traditie in Nederland en de vernieuwende kracht daarvan de leidraad bij het verzamelen, het presenteren en zijn educatieve activiteiten.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Nederlands Fotomuseum een subsidiebedrag toe te kennen van € 709.301, op voorwaarde dat het museum een aangepaste – sluitende – begroting indient met een daarop aangepast activiteitenplan. Dit bedrag is conform de indeling in categorie 2.
Het Fotomuseum heeft een helder profiel en is ambitieus in zijn plannen. De raad is positief over het activiteitenprogramma waarmee het Fotomuseum de eigen collectie op de voorgrond wil plaatsen en zich internationaal wil positioneren. De raad onderschrijft het aangescherpte collectiebeleid, zeker gezien de achterstanden in digitalisering. Het plan om samen met de SKVR en de Fotovakschool een Internationaal Centrum voor Fotografie te formeren vindt de raad van grote waarde. Ook is de raad enthousiast over de wijze waarop het museum een jonger publiek aan zich weet te binden. Wel vindt de raad het werkgeverschap en de naleving van de Governance Code Cultuur onvoldoende uitgewerkt.
Beoordeling
Kwaliteit
De raad is positief over het functioneren van het Fotomuseum. Het museum heeft een duidelijk profiel en richt zich op de documentaire fotografie. Hiermee heeft het museum een onderscheidende positie in het bestel. Het museum heeft een collectie van nationaal belang en draagt de kennis hierover op aantrekkelijke wijze uit.
De grote ambitie die het Fotomuseum formuleert in zijn plan ziet de raad deels terug in de landelijke samenwerkingspartners. Binnen de fotografie werkt het museum logischerwijs samen met FOAM. De raad is echter van mening dat samenwerking met instellingen als UNSEEN en Noorderlicht ook passend zijn. Hierover leest de raad geen reflectie in de aanvraag.
De raad is daarentegen positief over het activiteitenprogramma. Het Fotomuseum wil de eigen collectie een prominentere rol laten spelen in de tentoonstellingen en nieuw werk in opdracht van het museum laten maken. Het museum wil zich vooral met de eigen collectie in het buitenland profileren.
Een van de doelen die het museum zichzelf stelt, is het aanscherpen van het aankoopbeleid. In plaats van hele archieven aan te kopen, wil het museum meer projectmatig gaan verzamelen. De raad vindt dit een verstandige keuze; het getuigt van realiteitszin. Zoals het museum zelf aangeeft in het plan is de collectie de afgelopen jaren sneller gegroeid dan ze is beschreven en gedigitaliseerd. De registratie- en digitaliseringsgraden op objectniveau liggen daardoor laag, respectievelijk op 12 en 3 procent. Een aangescherpt verzamelbeleid is gezien deze achterstanden van groot belang.
Educatie en participatie
De samenwerking die het Fotomuseum is aangegaan met de SKVR/Beeldfabriek vindt de raad een goede zet. Inhoudelijk levert deze samenwerking veel op, doordat de bestaande kennis in beide instellingen optimaal wordt ingezet. De raad ziet wel een daling in het schoolgebonden bezoek in 2015. Volgens het museum komt dit met name door de toenemende concurrentie met betrekking tot het aanbod voor het Cultuurtraject. De raad vindt het dan ook verstandig dat het museum voorzichtig inzet op een stijging van educatief bezoek.
Over de plannen voor de komende periode is de raad enthousiast. De geplande verhuizing van de SKVR heeft geen negatieve gevolgen voor het Fotomuseum en men wil de samenwerking behouden en verbreden. De Fotovakschool wordt de derde partner, met als gezamenlijk doel een Internationaal Centrum voor Fotografie op te bouwen. Hierdoor kan educatie van het primair onderwijs tot aan de masteropleiding in een doorlopende leerlijn worden aangeboden.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
Het publieksbereik van het Fotomuseum is de afgelopen jaren gestegen van bijna 70.000 in 2013 naar bijna 88.000 in 2015. Voor een museum van dit formaat is dit een mooie prestatie. De ontwikkeling van het stadsgebied Kop van Zuid in Rotterdam, waar het Fotomuseum is gevestigd, heeft grote invloed op de ambities van het museum. De raad vindt het van belang dat het museum en de gemeente hierover in gesprek blijven.
De raad acht de plannen ten aanzien van het publieksbereik haalbaar. Het museum wil zijn bereik vergroten naar 100.000 bezoekers in 2017 en 115.000 bezoekers in 2020. Anders dan andere musea trekt het Fotomuseum veel relatief jonge, mannelijke bezoekers. De doelgroepen zijn goed uitgewerkt en de analyse is helder. De verwachte bezoekerstoename vindt de raad dan ook realistisch.
De talkshows die het museum organiseert, vindt de raad een goed initiatief. De raad mist in het plan wel aandacht voor culturele diversiteit.
Ondernemerschap
De wijze waarop het Fotomuseum met ondernemerschap omgaat, vindt de raad interessant. Er is een team Cultureel Ondernemen aangesteld dat zich richt op het vergroten van de eigen inkomsten. In 2015 is het percentage eigen inkomsten gestegen naar 79 procent ten opzichte van 68 procent in 2014, een prima resultaat. De liquiditeit is echter laag en het weerstandsvermogen is in 2015 gedaald. Deze punten verdienen naar de mening van de raad de nodige aandacht.
De raad ondersteunt het uitgangspunt van het museum dat alle activiteiten ingezet worden vanuit de kern van de collectie. De collectie en de kennis erover worden hierdoor op een integere wijze vermarkt.
De raad mist in het plan een toelichting op het werkgeverschap van de instelling en op de naleving van de Governance Code Cultuur.
Nederlands Fotomuseum
Nederlands Fotomuseum
Aanvullend advies
14 juli 2016
In een reactie op het advies geeft het Fotomuseum aan dat de raad is uitgegaan van een onjuist bedrag dat het museum in de periode
Het Fotomuseum merkt op dat de aansporing om met Noorderlicht samen te werken in een curieus licht staat, omdat de raad adviseert Noorderlicht geen subsidie te verlenen. De raad begrijpt de opmerking van het Fotomuseum in het licht van de advisering. Toch is hij van mening dat samenwerking tussen beide instellingen in de rede ligt, ongeacht een eventuele rijksbijdrage.
Het Fotomuseum kan zich erin vinden dat de raad een toelichting op werkgeverschap en de naleving van de Governance Code Cultuur mist in het plan, maar het museum merkt op dat in de richtlijnen voor het plan niet om een uitwerking van deze onderwerpen wordt gevraagd. In het aanvraagformulier staat echter dat aanvragers in de beschrijving van het ondernemerschap aandacht moeten geven aan de wijze waarop de instelling de Governance Code Cultuur naleeft. Ook in het Beoordelingskader dat de raad in november 2015 heeft gepubliceerd wordt uiteengezet dat hij bij de beoordeling van het criterium ondernemerschap onder meer kijkt naar personeelsbeleid, goed werkgeverschap en de wijze waarop de instelling de Governance Code Cultuur naleeft.
Het Fotomuseum wijst de raad erop dat acquisitie ‘om niet’ en het aankoopbeleid van het museum in het advies door elkaar worden gehaald. De raad is het met het museum eens. Waar de raad schrijft: ‘Een van de doelen die het museum zichzelf stelt, is het aanscherpen van het aankoopbeleid. In plaats van hele archieven aan te kopen, wil het museum meer projectmatig gaan verzamelen’ moet worden gelezen: ‘Een van de doelen die het museum zichzelf stelt, is het aanscherpen van het verzamelbeleid door meer projectmatig te gaan werken.’
De reactie van het Fotomuseum geeft de Raad voor Cultuur geen aanleiding zijn positieve advies te herzien.
Nederlands Fotomuseum
19.05.2016
14.07.2016