Keramiekmuseum Het Princessehof
Keramiekmuseum Het Princessehof
Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof (hierna: Princessehof) verzamelt en ontsluit collecties Europese en Aziatische keramiek. Het Princessehof wil aan de hand van keramiek ‘de werelden van Oost en West, vroeger en nu verbinden’. Het museum heeft in de afgelopen periode de focus verlegd naar Azië en Europa en heeft de doelgroep verbreed, van keramiekspecialisten naar cultuurliefhebbers. Om actueel te blijven, maar ook om een inspiratiebron te zijn voor een nieuwe generatie makers, ontwikkelt het museum de collectie voortdurend door. Het museum heeft de ambitie om de actuele en internationale waarde van keramiek te versterken.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.354.682, op voorwaarde dat het museum een nieuwe – sluitende – begroting indient met een daarop aangepast activiteitenplan. Dit bedrag is conform de indeling in categorie 2.
Het Princessehof heeft een keramiekcollectie van hoge kwaliteit. De raad is positief over de focus op Azië en Europa. Hij is van mening dat het museum zich minder bescheiden mag opstellen en meer mag opereren met internationaal perspectief. Nationaal gezien ziet de raad een voortrekkersrol voor het museum weggelegd ten opzichte van andere instellingen die zich met keramiek bezighouden. Deze rol heeft het museum tot op heden onvoldoende op zich genomen. De raad vindt dat het museum een degelijk educatieprogramma aanbiedt en waardeert de ambitie van het museum een volgende generatie makers te inspireren. De raad mist in de aanvraag een toelichting op de financieringsmix, met name waar deze aan de samenwerking met het Fries Museum raakt.
Beoordeling
Kwaliteit
De raad vindt het Princessehof een museum met een hoogstaande collectie, opererend in een niche. Het aandachtsgebied van het museum is sinds 2013 gericht op Azië en Europa. Het museum heeft gekozen voor een smallere focus om wereldwijde versnippering te voorkomen. De raad is positief over deze inhoudelijke focus. Daarnaast is het museum zich gaan richten op het verbreden van de doelgroep van de keramiekspecialisten naar cultuurliefhebbers. De raad is positief over deze gewijzigde richting en heeft vertrouwen in het succesvol vervolgen van deze koers.
Het Princessehof heeft laten zien aansprekende tentoonstellingen te kunnen organiseren, zowel binnen als buiten de eigen muren. Daarbij merkt de raad op dat het museum af en toe de neiging heeft te ver van de kernactiviteit af te dwalen door een tentoonstelling onnodig breed te maken. Het museum zou bij het samenstellen van tentoonstellingen meer vanuit de eigen collectie kunnen denken. De raad ziet uit naar de tentoonstellingen in het kader van het honderdjarig bestaan van het museum, het Escher-jaar en Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018.
De raad hecht eraan dat kennis over keramiek duurzaam wordt geborgd en benadrukt dat het museum hier blijvend aandacht voor moet houden. De raad ziet kansen voor het Princessehof om als in keramiek gespecialiseerde museale instelling het voortouw te nemen in een (inter)nationaal kenniscentrum. Als hoeder van de discipline keramiek zou het goed zijn dat het museum zich ook ontfermt over kleinere instellingen met keramiekcollecties.
De raad vindt dat het museum zich bescheiden uit met zijn (inter)nationaal vermaarde collectie. Hij is van mening dat het museum alle reden heeft om zich meer te profileren. Keramiek is een aparte discipline binnen de beeldende kunst en de Nederlandse keramiek behoort tot de wereldtop. De vertaling van de module Chinees porselein op de website van het museum is in dit kader een sprekend voorbeeld. De raad ziet kansen voor het museum om zich in het kader van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018 zowel nationaal als internationaal meer te profileren.
De raad vindt het positief dat het museum zich meer wil positioneren als een makersmuseum. Het voornemen om ieder jaar een presentatie van een hedendaagse kunstenaar en ontwerper te maken en de samenwerking met het Europees Keramisch Werkcentrum juicht de raad toe. De plannen op dit vlak vragen echter om een verdere uitwerking.
Educatie en participatie
De raad is van mening dat het museum een verzorgd en traditioneel educatieprogramma aanbiedt. Bij het aanbod voor het primair en het voortgezet onderwijs ontvangt de instelling in de praktijk vooral de jongste leerlingen uit het basisonderwijs. Het principe van ‘niet alleen kijken, maar ook voelen, onderzoeken en doen’ is gedegen uitgewerkt en sluit aan bij de doelgroep.
In 2013 ontving het museum ruim 8.700 leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs. In 2014 lag dit aantal op ruim 1.800 en in 2015 op bijna 2.500. De raad constateert dat er in 2013 een flinke piek was in het aantal jeugdige bezoekers. De raad neemt aan dat dit te maken heeft met de goedbezochte tentoonstelling ‘Delfts Blauw – Kunst of kitsch?’ in het Prinsenhof in Delft. Voor de komende subsidieperiode verwacht het museum jaarlijks 2.850 leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs. De raad acht dit realistisch.
De raad waardeert de ambitie een volgende generatie makers te inspireren. De jaarlijkse ontwerpwedstrijd die het museum in het kader daarvan voor middelbare scholieren in het leven heeft geroepen, vindt de raad origineel en passend bij het karakter van het museum.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De raad vindt het goed dat het Princessehof de vergrijzing probeert om te buigen tot een kans. Het museum heeft moeite gedaan een breder publiek te trekken, maar weet al geruime tijd dat zijn bezoekers ouder zijn dan de gemiddelde museumbezoeker. Het museum wil op deze groep focussen en op die manier het aantal bezoekers vergroten.
In 2013 ontving het museum bijna 75.000 bezoekers (in Leeuwarden én Delft). In 2014 waren er bijna 27.000 bezoekers en in 2015 circa 37.000. Tijdens het jubileumjaar van het museum in 2017 en Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018 verwacht het museum een toename van het aantal bezoekers. Het museum zet in op 40.000 bezoekers in 2017 en 2018, naar de mening van de raad een realistisch streven. Het valt hierbij wel op dat het aandeel betalend bezoek de komende jaren lager zal uitvallen. Een toelichting hierop ontbreekt in het plan.
Het museum organiseert de komende periode geen grote tentoonstellingen buiten de muren van het museum. Om meer bezoekers ertoe te verleiden naar Leeuwarden te komen, worden kleine presentaties van de collectie gepresenteerd op verschillende externe locaties, bijvoorbeeld de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het Medisch Centrum Leeuwarden. De raad vindt dit een inventieve werkwijze.
Om een grote groep geïnteresseerden in China te bereiken heeft het museum op de website een Chinese vertaling van de module rondom Chinees porselein geplaatst. Het bezoek aan de website is sinds 2013 verdubbeld naar 115.000 bezoekers in 2015; 25 procent van dit bezoek is aan de Chinese website. De raad is benieuwd of het museum, eventueel met de gemeente Leeuwarden in het kader van citymarketing, actie gaat ondernemen om bezoekers uit China ook fysiek in het museum te verwelkomen.
Ondernemerschap
De raad stelt vragen bij de samenwerking van het Princessehof met het Fries Museum. Het museum deelt organisatorisch nagenoeg alles met het Fries Museum. Het Princessehof wordt gesubsidieerd door het Rijk en de gemeente en het Fries Museum door provincie en gemeente. De raad mist in het plan een toelichting op deze samenwerking en zou meer inzicht in deze constructie willen hebben. Bovendien valt het de raad op dat de financieringsmix van het museum niet transparant is. De raad mist een toelichting op de in de begroting opgenomen te verrekenen diensten aan het Fries Museum.
Het museum verwacht een omzetstijging in de vernieuwde winkel van 25 procent en in de vernieuwde theesalon van ruim 40 procent. De raad vindt de onderbouwing hiervan onvoldoende en acht dit streven weinig realistisch.
Het werkgeverschap komt goed uitgewerkt aan de orde in de aanvraag. Het bestuursmodel wordt beknopt toegelicht en de Governance Code Cultuur wordt toegepast, al wordt in de aanvraag niet toegelicht op welke manier de organisatie daarmee omgaat.