Stichting Lezen
Stichting Lezen
Stichting Lezen is een ondersteunende instelling voor de letterensector, gevestigd te Amsterdam. Stichting Lezen ontwikkelt en geeft uitvoering aan landelijke programma’s, campagnes en projecten ter bevordering van het (literair) lezen. Het wil fundamenteel en toegepast onderzoek naar lezen en leesgedrag initiëren, hierover publiceren en het vertalen naar de praktijk, zodat intermediairs en beleidsmakers hun werk effectief kunnen uitvoeren. Bovendien stelt de instelling zich ten doel de effectiviteit van leesbevorderingsbeleid waar mogelijk te evalueren. Stichting Lezen werkt bij dit alles samen met vrijwel alle belangrijke partijen in de sector, zoals de CPNB, de Koninklijke Bibliotheek, de Vereniging Openbare Bibliotheken en de Stichting Lezen & Schrijven.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Lezen een subsidiebedrag toe te kennen van € 1.870.000, op voorwaarde dat de stichting een nieuw activiteitenplan indient met aandacht voor de volgende punten.
- Stichting Lezen formuleert een overtuigender visie op haar identiteit of signatuur, mede in relatie tot de activiteiten van (samenwerkings)partijen in hetzelfde werkveld en tegen de achtergrond van relevante ontwikkelingen in het onderwijs.
- De instelling laat zien zich minder op de praktische of operationele uitvoering van leesbevorderingsactiviteiten te richten en zich meer te oriënteren op onderzoek naar en de coördinatie en evaluatie van deze activiteiten.
- De instelling licht de financiële relaties tussen haar activiteiten nader toe. Zij onderzoekt bovendien beter de wegen die leiden naar aanvullende financiering.
De raad ziet te weinig focus in het plan dat Stichting Lezen heeft ingediend. De instelling signaleert terecht een aantal knelpunten, maar geeft geen inzicht in de wijze waarop zij meent deze het hoofd te kunnen bieden. Op basis van een financiële analyse noemt de raad de financiële situatie van Stichting Lezen alarmerend (zie onder ‘Ondernemerschap’). De raad adviseert daarom Stichting Lezen te vragen het activiteitenplan aan te vullen op het gebied van de bovenstaande, met elkaar samenhangende aspecten.
Beoordeling
Kwaliteit
Met haar expertise en activiteiten vervult Stichting Lezen een belangrijke functie als spin in het web. Ze initieert en beheert diverse leesbevorderingsprogramma’s. Stichting Lezen slaagt erin deze bij de belanghebbende partijen op de agenda te zetten. De onderzoeksagenda is uitstekend op orde. De stichting levert solide interventieprogramma’s op het gebied van (literair) lezen. De aandacht die hierbij uitgaat naar gedifferentieerde doelgroepen is deugdelijk.
Stichting Lezen heeft bovendien een groot publieksbereik en is goed ingebed in de sector. Stichting Lezen staat bekend als een solide en ‘wijze’ partner. Mede dankzij Stichting Lezen wordt het majeure maatschappelijke probleem van ontlezing daadkrachtig aangepakt. De raad onderkent hiervan ten volle het belang.
De doelstellingen van Stichting Lezen zijn over het algemeen helder. Maar de raad mist in de subsidieaanvraag een toekomstvisie. Hij is daarom van oordeel dat Stichting Lezen meer focus moet aanbrengen in haar aanbod van projecten, mede in relatie tot (verwachte) wijzigingen in de inkomsten als gevolg van de beëindiging van additionele projectsubsidies.
Het beleid op het gebied van digitaal lezen vindt de raad te weinig specifiek. Ook op dit vlak is meer profilering gewenst. Verder blijkt uit het ingediende plan niet helder hoe de activiteiten uit de basissubsidie en de additioneel gesubsidieerde activiteiten in het kader van het actieplan ‘Kunst van Lezen’ zich tot elkaar verhouden. Ook de rolverdeling met de Koninklijke Bibliotheek is onduidelijk. Er kan bovendien een sterkere band met het onderwijs worden gesmeed, zeker met de pabo’s of lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs.
Uit het ingediende activiteitenplan wordt niet helder hoe de verhouding is tussen de verschillende beleidsterreinen waarop Stichting Lezen zich beweegt. Delen uit de aanvraag lezen als een ongestructureerde opsomming van activiteiten. Het is de raad niet duidelijk of de focus van Stichting Lezen ligt op het produceren van wetenschappelijke en operationele kennis op het gebied van leesbevordering ten behoeve van uiteenlopende stakeholders, of eerder op het daadwerkelijk (‘praktiserend’) vergroten van leesvaardigheden bij (jonge) lezers, al dan niet in achterstandsposities.
Naar het oordeel van de raad is Stichting Lezen in de eerste plaats een kennisinstituut, dat met gezag gevraagd en ongevraagd adviseert over alles wat samenhangt met de (literaire) leescultuur. De raad is dan ook van mening dat Stichting Lezen zich minder zal moeten richten op de praktische uitvoering van leesbevorderingsactiviteiten en meer op onderzoek naar en de coördinatie en evaluatie van deze activiteiten.
De raad verwacht van Stichting Lezen een overtuigender visie op haar signatuur, mede in relatie tot de activiteiten van onder andere OCW (in het bijzonder in relatie tot het grootschalige actieprogramma ‘Tel mee met Taal’), de Koninklijke Bibliotheek en Stichting Lezen & Schrijven, en tegen de achtergrond van relevante ontwikkelingen in het onderwijs.
Stichting Lezen is van oudsher gericht op het vergaren en verbreiden van kennis. Voor het gebruik van deze kennis in de praktijk is Stichting Lezen afhankelijk van een breed veld aan intermediairs en samenwerkingspartners. In de subsidieaanvraag ontbreekt een kritische visie op of een kritisch oordeel over de vraag of de partners ook op de best passende wijze bijdragen aan de doelen van Stichting Lezen. Voorkomen moet worden dat de ‘vernetwerking’ van Stichting Lezen ten koste gaat van de daadkracht en het (onafhankelijke) publieke gezag.
Educatie en participatie
Stichting Lezen initieert en ondersteunt projecten op het gebied van literatuureducatie en leesbevordering. Daarbij richt zij zich onder andere op deskundigheidsbevordering en intermediairs. In haar aanvraag noemt Stichting Lezen een veelheid aan nieuwe en bestaande tussenpersonen, maar een specifiek beleid ontbreekt. Het is de raad niet duidelijk hoe de verschillende doelgroepen zich tot elkaar verhouden, vanuit welke (sociaal-maatschappelijke) motivatie de accenten op doelgroepen worden verlegd, verdiept of verbreed, en wat de gewenste resultaten zijn. De raad mist in dit kader bovendien een visie op de rol die Stichting Lezen wil spelen binnen de vaste kaders die de curricula van opleidingen vormen op het gebied van leesbevordering.
De raad betreurt het dat Stichting Lezen niet is overgegaan tot de eerder door de raad geadviseerde benoeming van een lector aan een hogeschool (pabo), maar gekozen heeft voor een tweede bijzonder hoogleraar (aan de Universiteit Twente). Aanwezigheid op een pabo zou naar de mening van de raad meer hebben bijgedragen aan de overdracht van kennis op het gebied van lezen onder aanstaande docenten in het primair onderwijs. De raad mist een onderbouwing van deze beleidsbeslissing.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
In de subsidieaanvraag van Stichting Lezen voor de periode
De stichting constateert dat haar activiteiten uitstekend bekend zijn bij de intermediaire doelgroep, maar wil tevens de bekendheid van het onderliggende merk ‘Stichting Lezen’ vergroten. De raad vindt echter dat het marketingbudget vooral zou moeten worden besteed aan de producten en uitingen, en niet aan de bekendheid van de initiator zelf.
Ondernemerschap
De financiële positie van Stichting Lezen geeft reden tot zorg. In het activiteitenplan staat niet gekwantificeerd wat het resultaat en de doelstelling zijn van de diverse activiteiten, voor wie, tegen welke prijs en waarom welke activiteiten al dan niet worden voortgezet. Stichting Lezen geeft niet aan hoe ze de toekomstbestendigheid van de financieringsmix wil vergroten en concludeert dat ‘wat nodig en mogelijk is met de huidige middelen niet kan worden gerealiseerd’. Een strategische verkenning naar de mogelijkheid ook diensten te leveren aan commerciële partijen zou om deze reden voor de hand liggen. Stichting Lezen maakt niet duidelijk welke keuzes gemaakt zullen worden indien de benodigde middelen onverhoopt niet worden verworven. De raad mist een alternatief plan waarin Stichting Lezen zich oriënteert op inkomsten van derden.
Het plan bevat weinig houvast om activiteiten, kosten en resultaten met elkaar in verband te brengen. Zo is in het activiteitenplan niet opgenomen tegen welke kosten diverse activiteiten zijn uitgevoerd. Ook blijkt uit het plan niet specifiek wat de werknemers doen in relatie tot de gerealiseerde activiteiten. De raad verwacht van Stichting Lezen op dit punt meer helderheid, keuzes en onderbouwing.
Stichting Lezen beschrijft het bestuursmodel in haar subsidieaanvraag, maar gaat niet in op het profiel van de bestuursleden.
Stichting Lezen
Stichting Lezen
Aanvullend advies
14 juli 2016
In een reactie op het advies reageert Stichting Lezen op de constatering van de raad dat het plan te weinig focus kent. De stichting licht toe dat het twee taken heeft, een vanuit de BIS en een aanvullende taak vanuit het Actieplan Laaggeletterdheid. Stichting Lezen beschrijft deze taken. De raad vindt dat Stichting Lezen haar signatuur in haar reactie op het advies beduidend scherper en overtuigender heeft toegelicht dan in de aanvraag en waardeert dat.
Stichting Lezen is het daarnaast oneens met de geconstateerde spanning tussen kennis- en uitvoeringstaken. Zij schrijft dat ze haar beleid wil continueren, waarbij ze zich richt op zowel professionals als op activiteiten voor kinderen. Stichting Lezen schrijft die activiteiten niet zelf uit te voeren, zoals de raad suggereert, maar als opdrachtgever een ‘coördinerende en aanjagende rol’ te vervullen. De raad ondersteunt deze rol van Stichting Lezen, naast de rol van onderzoeker naar leesbevorderingsactiviteiten, van harte.
Stichting Lezen weerlegt de kritiek van de raad dat zij geen cijfermateriaal geeft over het bereik en de kosten van de activiteiten. De raad constateert dat in het jaarverslag en de jaarrekening inderdaad de bereikcijfers van de projecten, de onderzoeken, publicaties, expertmeetings, symposia et cetera zijn opgenomen. Hij erkent dat zijn uitspraak hierover in het advies onjuist is.
Stichting Lezen meent dat er, in tegenstelling tot wat de raad meent, geen sprake is van een alarmerende financiële situatie. Stichting Lezen kan blijven doen wat ze vanuit haar opdracht in de BIS moet doen, maar voor verdere ambities is nu geen budget, aldus de stichting. De raad heeft geconstateerd dat Stichting Lezen een goede balanspositie heeft. Zijn zorgen betreffen met name de toekomst. Stichting Lezen is in grote mate afhankelijk van een enkele grote batenpost. Bij het wegvallen van de incidentele subsidies in 2020 is zij voor 92 procent afhankelijk van structurele subsidie van OCW.
De keuze voor de aanstelling van een tweede hoogleraar aan de Universiteit Twente is volgens Stichting Lezen uitgebreid besproken in het monitorgesprek met de raad (november 2014) en werd volgens haar instemmend ontvangen door de raad. Dit is echter niet in het gesprekverslag terug te lezen; de stichting betreurt het dit niet als aanvulling op het verslag te hebben ingebracht. Gegeven de rol van Stichting Lezen als onderzoeks- en kennisinstituut waardeert de raad de aanstelling van een tweede hoogleraar aan de Universiteit Twente. De raad hecht er daarnaast echter ook aan dat wetenschappelijke kennis terechtkomt bij degenen die verantwoordelijk zijn voor het primair en voortgezet onderwijs. De raad verwacht dat Stichting Lezen dat kan realiseren dankzij haar netwerk binnen het pabo-veld. De raad kijkt uit naar de resultaten.
De raad constateerde volgens Stichting Lezen onterecht dat ze de bekendheid van het merk ‘Stichting Lezen’ wil vergroten. Stichting Lezen zegt dat dit niet de marketingstrategie is, en dat waar mogelijk en waar passend de naam van de initiator wordt vermeld. De raad heeft zijn uitspraak gebaseerd op een toelichting van Stichting Lezen in haar aanvraag waarin ze zegt te streven naar een betere herkenbaarheid van alle Stichting Lezen-activiteiten. Hier is volgens de raad geen sprake van een onjuiste constatering.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van Stichting Lezen geen aanleiding zijn advies te herzien. De raad kijkt uit naar het nieuwe activiteitenplan van de instelling.
Stichting Lezen
Stichting Lezen
Aanvullend advies
27 februari 2017
De minister heeft Stichting Lezen verzocht om een overtuigender visie te geven op de eigen identiteit, mede in relatie tot de activiteiten van collega-instellingen. Ook heeft de minister gevraagd om een overzicht dat alle activiteiten, kosten en resultaten van de stichting met elkaar verbindt, en om een overzicht van de onderzochte mogelijkheden voor aanvullende financiering. De raad is van mening dat Stichting Lezen aan deze voorwaarden heeft voldaan.
Stichting Lezen gaat in het aangepaste activiteitenplan in op de genoemde aanvullende voorwaarden. Zij beschrijft nu helder haar visie op leesonderzoek en leesbevordering en maakt haar positie in het werkveld duidelijk. De instelling geeft een opsomming van de activiteiten en het per activiteit behaalde bereik. Ook heeft Stichting Lezen beter aangegeven wat de samenhang tussen de verschillende activiteiten is, en licht zij de financiering ervan toe. De samenwerkingsverbanden van de instellingen worden nu uitgebreid beschreven.
Voor een ondersteunende instelling zijn de mogelijkheden om de eigen inkomsten te verhogen beperkt. Stichting Lezen schrijft dat het zich hiervoor niettemin blijft inzetten. Met name private partijen (sponsors) zullen worden benaderd voor aanvullende inkomsten. De raad waardeert de voorgenomen inspanningen van de instelling.
Stichting Lezen
19.05.2016
14.07.2016
27.02.2017