Schrijvers School Samenleving
Schrijvers School Samenleving
Stichting Schrijvers School Samenleving (hierna: SSS) is een ondersteunende instelling voor de letterensector, gevestigd te Amsterdam. De missie van SSS is het bevorderen van het lezen, in het bijzonder van literatuur. SSS doet dit door te bemiddelen bij schrijversoptredens in het onderwijs, in boekhandels, in bibliotheken, op festivals en bij andere cultureel-maatschappelijke organisaties. Hierdoor brengt SSS jaarlijks naar eigen inschatting een divers boekenaanbod onder de aandacht van ruim 400.000 lezers. In 2014 werden, volgens opgave van SSS, 2.452 contracten voor schoolbezoeken van schrijvers afgesloten en 2.114 contracten met instellingen buiten het onderwijs.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Schrijvers School Samenleving geen subsidie toe te kennen, tenzij de stichting een nieuw activiteitenplan indient dat voldoet aan de volgende voorwaarden.
- In het nieuwe activiteitenplan formuleert SSS haar beleid ter bevordering van de efficiency van de eigen organisatie en geeft ze nadere invulling aan de samenwerkingsverbanden, het publieksbereik en (digitale) productinnovatie.
- SSS toont aan op welke wijze de organisatie bijdraagt aan leesbevordering. In het ingediende plan blijft onduidelijk of de activiteiten daadwerkelijk effectief zijn.
- SSS ontwikkelt verder een efficiënt samenwerkingsverband met Stichting De Schoolschrijver, die zich op een overeenkomstige wijze ten doel stelt kinderboekenschrijvers gedurende langere tijd als ‘gastschrijver’ te verbinden aan Nederlandse basisscholen. De raad verwacht dat een samenwerking tussen de twee stichtingen tot innovatie en ondernemerschap leidt – elementen die hij nu mist bij SSS.
De raad heeft eerder kritiek geuit op de wijze waarop SSS aan haar doelstellingen werkt. SSS heeft hier de afgelopen periode haar beleid niet op aangepast en reflecteert hier in haar aanvraag evenmin op. De raad vindt een aanscherping van het beleid van wezenlijk belang voor het toekennen van een subsidie in het kader van de basisinfrastructuur.
Beoordeling
Kwaliteit
Contact tussen schrijvers en (jong) publiek, fysiek en digitaal, is een voorwaarde voor een vitale literaire cultuur. Het belang van een bemiddelende instelling als SSS daarvoor staat buiten kijf. Een organisatie als SSS werkt immers drempelverlagend voor stakeholders binnen het onderwijs en in het culturele en commerciële veld om deze contacten mogelijk te maken. De raad hecht daarom veel waarde aan de beleidsdoelstellingen van deze instelling.
De raad vindt dat SSS over het algemeen echter haar kernactiviteiten nog te weinig proactief uitvoert. De aanvraag bevestigt dit beeld.
SSS communiceert via een nieuwsbrief; de inzet van sociale media wordt wel genoemd, maar niet geconcretiseerd. De website van SSS is, hoewel verbeterd, nog niet op orde en de administratieve werkprocessen zijn niet optimaal ingericht. Met een geavanceerd, informatief digitaal ‘schrijverskeuze- en -bestelsysteem’ kan naar het oordeel van de raad met beduidend minder administratieve inspanningen worden voldaan aan de vraag naar geschikte schrijvers op locatie. Daarbij kan een voorbeeld worden genomen aan het Vlaams Fonds voor de Letteren, dat met de website auteurslezingen.be de leesbevordering in België stimuleert. SSS spreekt weliswaar over geplande verbeteringen, in het bijzonder van technologische aard (SSS noemt customer relations management en administratieve processen), maar deze verbeteringen had SSS al veel eerder moeten doorvoeren; daartoe heeft de raad de stichting reeds vier jaar geleden aangespoord.
De positionering van SSS laat te wensen over. Scholen verwachten een uitgebreid educatieprogramma dat deel uitmaakt van een leerlijn. Hierin voorziet SSS niet. Hoewel SSS betrokken is bij het programma ‘Tel mee met Taal’ van Stichting Lezen en in dit verband actief is op het vmbo, opereert ze naar het oordeel van de raad nog veel te geïsoleerd. SSS voert geen beleid dat in de pas loopt met maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en daarmee met de vaardigheden die (jonge) cultuurconsumenten zich eigen (moeten) maken. Het aanbod van SSS blijft, ondanks de massale digitalisering van de afgelopen twee decennia, uiterst traditioneel.
De raad constateert verder dat het auteursbestand betrekkelijk gesloten is. SSS bemiddelt immers enkel schrijvers die bij een erkende literaire uitgeverij hebben gepubliceerd. Het is aanvaardbaar dat SSS hiermee een bepaalde minimumkwaliteit wil waarborgen, maar de raad ziet het als een probleem dat als gevolg hiervan schrijvers die zelfstandig publiceren en uitgeven, ‘spoken word’-artiesten en andere ‘niet-canonieke’ performers van de bemiddeling van SSS zijn buitengesloten. SSS legt ook op dit punt niet afdoende rekenschap af van nieuwe (innovatieve) uitgeefkanalen en van de veranderingen die zich al gedurende langere tijd in het literaire veld voordoen. De raad verwacht dat SSS hieraan in het nieuwe activiteitenplan aandacht besteedt.
Stichting Lezen heeft instrumenten ontwikkeld en beproefd om de effectiviteit van leesbevorderingsbeleid te meten. Hiervan zou SSS, die onder andere co-uitvoerder is van het integrale leesbeleid van Stichting Lezen, beter moeten profiteren. Het is de raad niet duidelijk welke literatuurconsumenten van de activiteiten van SSS gebruik kunnen maken, terwijl de verbreiding van literatuur nu juist tot de kerntaken van de stichting behoort. Ook de relatie met de ‘doorgaande leeslijn’ van Stichting Lezen is niet afdoende gespecificeerd.
De raad is van mening dat SSS een efficiënt samenwerkingsverband dient te ontwikkelen met Stichting De Schoolschrijver, die niet in de BIS is opgenomen maar die zich ook ten doel stelt kinderboekenschrijvers als gastschrijver aan Nederlandse basisscholen te verbinden. Stichting De Schoolschrijver, die inmiddels met succes opereert en naar uitbreiding en bestendiging van haar werkzaamheden streeft, kan dan mede gebruikmaken van het door SSS onderhouden netwerk en de aan SSS toegekende middelen, terwijl SSS op haar beurt kan profiteren van de effectieve werkwijze van Stichting De Schoolschrijver. De besturen van beide stichtingen moeten worden aangemoedigd de mogelijkheden hiertoe te verkennen.
Educatie en participatie
Educatie vormt het hart van SSS. Dankzij SSS maken volgens eigen opgave jaarlijks gemiddeld meer dan 400.000 mensen kennis met een auteur of met haar of zijn literaire werk. Dat is een substantieel aantal en de raad waardeert dat. De groep basisschoolleerlingen vormt hiervan ongeveer de helft, aldus SSS, maar hoeveel procent dat is van het totale mogelijke bereik wordt niet duidelijk gemaakt. Aanvullende gegevens ontbreken.
De raad onderschrijft de door SSS gekoesterde overtuiging dat een ‘onschoolse’ aanpak van auteursbezoeken de effectiviteit ervan verhoogt. Tegelijkertijd valt het de raad op dat SSS een visie op educatie heeft ontwikkeld die geen differentiaties naar onderwijsniveaus kent. Zeker nu SSS zich meer wil gaan richten op het voortgezet onderwijs en het vmbo, is het zaak te reflecteren op verschillende typen leerlingen en hun gedrag, wensen en smaken. SSS zou eveneens een visie moeten formuleren op de rol van leerkrachten bij de auteursbezoeken. SSS reflecteert in de aanvraag evenmin op de afnemende belangstelling voor (klassieke) auteurslezingen.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
De website van SSS is inmiddels vernieuwd, maar is nog verre van optimaal. Dat lijkt SSS ook te beseffen wanneer zij aangeeft de website gebruiksvriendelijker te willen inrichten, onder meer met digitale aanvraagformulieren. Deze aankondiging komt naar het oordeel van de raad erg laat. Voor een organisatie die in de afgelopen jaren al meer dan eens is gewezen op de gebrekkige en gebruiksonvriendelijke website, en die over relatief veel financiële middelen blijkt te beschikken, is het zorgwekkend dat de kwaliteit van de website nog steeds zozeer achterblijft.
SSS wil de leescultuur bevorderen, maar evalueert de effectiviteit van het gevoerde beleid enkel in termen van het aantal afgesloten contracten of het aantal auteursbemiddelingen. De raad mist aanvullende gegevens: hoeveel mensen, van welke leeftijd, worden daadwerkelijk in contact gebracht met lezen, schrijvers en literatuur als gevolg van de door SSS ontwikkelde en aangeboden diensten? Anders gezegd: instrumenten voor effectmeting – met inachtneming van uiteenlopende schooltypen en sociale profielen – zijn hard nodig. Het beleid is op dit punt ad hoc, en is nauwelijks empirisch onderbouwd.
Ondanks de afnemende publieke belangstelling voor fysieke voordrachten worden alternatieve digitale presentatievormen via toegankelijke massive open online presentations, op digitale schoolborden bijvoorbeeld, nauwelijks onderzocht, evenmin als de mogelijke voordelen daarvan in termen van effectief bereik en succesvolle kennisoverdracht.
SSS noemt culturele diversiteit in haar plan, zowel met betrekking tot publieksbereik als met betrekking tot het schrijversbestand. De operationalisering van deze aandacht vindt de raad echter onder de maat.
Ondernemerschap
De raad is van mening dat SSS zich dient te heroriënteren op de verdienmogelijkheden. Afstemming met commerciële partijen, in ieder geval uitgeverijen, ligt hierbij voor de hand. Immers, ook zij profiteren – in de zin van marketing – van de diensten van SSS, zonder daarvoor op enigerlei wijze te betalen. In dit verband beveelt de raad een onderzoek aan naar mogelijkheden waarbij ook uitgeverijen proportioneel bijdragen aan de verrekening van de kosten.
De governance bij SSS is verbeterd. SSS merkt terecht op dat de nieuwe bestuursvorm bijdraagt aan een efficiënt gebruik van kennis uit de verschillende bestuursportefeuilles. Uit de aanvraag blijkt echter niet welke zittingstermijnen voor de bestuursleden gelden en of het bestuur beschikt over voldoende kennis van de commerciële aspecten van het door SSS aangeboden ‘dienstenpakket’. De raad herhaalt zijn standpunt uit 2012: SSS zou erg gebaat zijn bij bestuursleden die over bedrijfsmatige kennis en marktvaardigheden beschikken.
Schrijvers School Samenleving
Schrijvers School Samenleving
Aanvullend advies
14 juli 2016
In een reactie op het advies schrijft SSS dat ze wel degelijk reflecteert op kritiek van de raad uit het advies van 2012. Die kritiek betrof met name het achterblijven in het gebruik van moderne en digitale presentatie- en communicatiemiddelen. Het is juist dat SSS in zijn aanvraag hierop ingaat en de raadt vindt het positief dat SSS op het gebied van digitale communicatiemiddelen een moderniseringsslag wil maken. De raad blijft echter onverminderd van mening dat deze slag ook gemaakt moet worden op het gebied van digitale presentatiemiddelen, omdat hiermee de mogelijkheden worden benut om met relatief beperkte middelen een groot effect te genereren.
Het is SSS niet duidelijk wat de raad bedoelt met zijn oordeel dat ze nog te geïsoleerd opereert. De raad erkent dat de organisatie veel samenwerkingspartners heeft, maar uit de aanvraag wordt niet duidelijk dat met deze partners beleidsdoelen worden geformuleerd en uitgevoerd. De raad heeft de indruk dat hiermee voor zowel SSS als de partners een voordeel te behalen valt.
SSS bestrijdt het standpunt van de raad dat het auteursbestand van SSS betrekkelijk gesloten is. Volgens SSS is het schrijversbestand veelzijdig en divers. Hoewel de raad dit prijzenswaardig vindt, vindt hij de keuze om met bekende ‘literaire’ uitgeverijen of schrijvers te werken niettemin een eenzijdige benadering. De raad verwacht dat SSS ook schrijvers aan zich bindt die via andere platforms en alternatieve uitgeverijen een publiek verwerven en die aantrekkelijk zouden kunnen zijn voor bijvoorbeeld middelbare scholieren. SSS is ogenschijnlijk geheel vraaggericht en heeft geen eigen strategie om de vraag naar bepaalde schrijvers, zoals nieuwkomers of onderbelichte talenten, te stimuleren. Door alleen auteurs van gevestigde uitgeverijen op te nemen, vaart SSS nagenoeg uitsluitend op het oordeel van die uitgeverijen. De raad is van mening dat SSS hiervoor ook zelf criteria moet ontwikkelen.
SSS stelt dat het aandeel basisschoolleerlingen kleiner is dan de raad beweert. Onder ‘scholen’ verstaat SSS namelijk zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Dit is de raad niet gebleken uit de aanvraag, maar hij herroept zijn opmerking over dit aandeel.
Ook biedt SSS naar eigen zeggen wel degelijk educatie ‘op maat’, waarmee ze de constatering van de raad weerspreekt dat ze haar educatieve activiteiten niet naar onderwijsniveau differentieert. Het is juist dat SSS een (vrij grove) onderverdeling maakt naar schooltype, maar de raad meent dat SSS meer rekening zou moeten houden met de kennis en vaardigheden die bij bepaalde schooltypen horen; pas dan is er sprake van advies op maat.
SSS spreekt tegen dat ze niet reflecteert op de afnemende belangstelling voor (klassieke) auteurslezingen; ze wijt die in haar aanvraag aan de crisis en bezuinigingen bij bibliotheken. De raad mist hier echter een beschrijving van de gevolgen, van de strategie. De oorzaak van deze afname vormt een van de aanleidingen voor de opmerking van de raad dat SSS dient te zoeken naar auteurs en uitgeverijen van buiten de gevestigde orde en naar alternatieve presentatievormen. SSS schrijft dat de vraag naar auteurslezingen sinds 2013 weer toeneemt. In het plan staat echter dat het aantal door de bibliotheek georganiseerde, schoolgebonden schrijversbezoeken (educatieve functie), die via bemiddeling door SSS tot stand komen, daalt. De raad ziet te zijner tijd graag een analyse van deze bewegingen.
De raad miste in de aanvraag gegevens over hoeveel mensen, van welke leeftijd daadwerkelijk in contact worden gebracht met lezen, schrijvers en literatuur als gevolg van de door SSS ontwikkelde en aangeboden diensten. SSS schrijft dat deze cijfers aan OCW en via de website bekend worden gemaakt, en dat in de prestatieverantwoordingen een ‘cijfermatige uitsplitsing naar onderwijstypen en volwassenen, naar aantallen jeugdauteurs en auteurs voor volwassenen staan opgenomen’. Dit laatste betreft niet de cijfers waar de raad naar vraagt. In de jaarrekeningen zijn inderdaad de aantallen contracten naar schooltype onderverdeeld. De raad vindt deze echter niet gedetailleerd en informatief genoeg. De bereikcijfers zijn niet uitgesplitst naar leerjaar, groep of niveau.
SSS schrijft dat, in tegenstelling tot wat de raad schrijft, de zittingstermijnen van het bestuur wel uit de aanvraag te halen zijn. De raad erkent dit; hij heeft hier een fout gemaakt in het advies.
De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van SSS geen aanleiding zijn advies te herzien. De raad kijkt uit naar het nieuwe activiteitenplan van de instelling.
Schrijvers School Samenleving
Schrijvers School Samenleving
Aanvullend advies
2 december 2016
De raad heeft op 19 mei 2016 geadviseerd Stichting Schrijvers School Samenleving geen subsidiebedrag toe te kennen, tenzij wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De minister heeft dit advies overgenomen. Zij heeft de instelling in haar subsidiebeschikking van 20 september 2016 verzocht een aangepast activiteitenplan in te dienen, waarin Schrijvers School Samenleving haar visie en beleid formuleert ten aanzien van:
- Een efficiënt samenwerkingsverband met Stichting De Schoolschrijver en mede in het kader van deze samenwerking een verkenning naar de mogelijkheden van de inzet van digitale presentatiemiddelen.
- Verbreding van het schrijversbestand met auteurs die niet bij erkende literaire uitgevers hebben gepubliceerd en aantrekkelijk voor jongeren kunnen zijn.
- Onderzoek naar de bijdrage van schrijversbezoeken aan de leesbevordering.
- De gezamenlijke met de bestaande samenwerkingspartners geformuleerde en uitgevoerde beleidsdoelen.
- Verkenning van de mogelijkheden dat commerciële partijen bijdragen aan de kosten.
In dit advies beoordeelt de raad of de instelling aan deze voorwaarden heeft voldaan. Voor het overige handhaaft hij zijn beoordeling van 19 mei 2016.
Conclusie
De Raad voor Cultuur is van oordeel dat Stichting Schrijvers School Samenleving heeft voldaan aan de gestelde voorwaarden. De raad adviseert de minister om halverwege de subsidieperiode de instelling om een voorgangsrapportage te vragen, met daarin:
- Een overzicht van de doelen en concrete resultaten van de samenwerking met zowel Stichting De Schoolschrijver als met uitgeverijen.
- Een overzicht van de resultaten van de inspanningen die zijn geleverd om de diversiteit van het auteursbestand te vergroten.
- Een verslag van het onderzoek naar de effectiviteit van de activiteiten op het gebied van leesbevordering.
Schrijvers School Samenleving (hierna: SSS) heeft in het aangepaste activiteitenplan een stap vooruitgezet; het plan ademt zin in vernieuwing. De ambities en intenties zijn duidelijker beschreven dan in de eerdere aanvraag, maar moeten nog wel uitgewerkt worden. De raad wil SSS daarvoor de tijd gunnen. Hij adviseert de minister daarom halverwege de subsidieperiode een voortgangsrapportage te vragen waarin op bovengenoemde punten wordt ingegaan.
Beoordeling
Kwaliteit
SSS schrijft dat samenwerking met De Schoolschrijver kansen biedt. Dit verheugt de raad. Hij gaat ervan uit dat beide instellingen zich zullen inspannen de samenwerking het komende jaar nader vorm te geven. Hij ziet graag dat SSS in de voortgangsrapportage een gezamenlijke – concreet uitgewerkte – strategische agenda beschrijft, waaraan beide partijen zich de komende jaren committeren. De door de instelling genoemde ‘menukaart’ en de voorgenomen structurele kennisuitwisseling zijn goede eerste initiatieven.
In het kader van het samenwerkingsverband vraagt de minister om een verkenning naar de mogelijkheden van de inzet van digitale presentatiemiddelen. SSS biedt al ‘internetactiviteiten’ aan haar klanten, maar die maken er zeer weinig gebruik van. SSS schrijft dan ook afstand te nemen van de aanbeveling van de raad om zich meer te richten op digitale presentaties. Volgens SSS en haar klanten biedt de ‘live’ beleving, de fysieke ontmoeting, juist de meerwaarde. Als zowel SSS als de schrijvers en scholen geen behoefte hebben aan deze vorm van presenteren, dan is deze beslissing te billijken.
SSS is het met de raad eens dat het schrijversbestand open moet zijn en moet worden verrijkt. SSS schrijft wel dat de ‘zeeffunctie’ van de literaire uitgeverij voor minder eenzijdigheid zorgt dan de raad veronderstelt. Niettemin zal SSS een aantal activiteiten ontplooien om ook een ander soort auteur te bereiken en zodoende het schrijversbestand verder te verrijken en diverser te maken. SSS zal hiervan eind 2017 verslag doen. De raad leest daarin in elk geval graag welke instrumenten zijn toegepast en wat deze hebben opgeleverd.
Educatie
In het aangepaste plan schrijft SSS dat zij samen met Stichting Lezen een onderzoek zal uitvoeren naar de bijdragen van schrijversbezoek aan leesbevordering. Dit onderzoek start begin 2017 en wordt uitgevoerd door een onafhankelijk bureau.
SSS schrijft uitgebreid over de samenwerkingsverbanden en -activiteiten en welke resultaten er behaald kunnen worden. De raad waardeert dit en ziet hiervan graag de resultaten beschreven in de voortgangsrapportage.
Ondernemerschap
De activiteiten van SSS dienen uiteindelijk ook het belang van de uitgevers. SSS beschrijft overtuigend de nog te onderzoeken mogelijkheden voor uitgevers om bij te dragen aan de activiteiten van SSS. De raad is benieuwd naar de resultaten van de nog te onderzoeken voorstellen.
Schrijvers School Samenleving
19.05.2016
14.07.2016
02.12.2016