West Den Haag
West Den Haag
Stichting West (hierna: West) is een middelgrote presentatie-instelling in Den Haag. De instelling rangschikt haar activiteiten in drie onderdelen: ‘Main Space’, met kunst- en parallelprogramma’s; het ‘Instituut voor Kunst en Kritiek’, voor debatten, publicaties en cursussen, te ontwikkelen in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en uitgeverij Valiz; het ‘Volkspaleis’, onder welke noemer op locatie festivalmanifestaties worden gehouden. Met deze programmaonderdelen wil West een zo groot en breed mogelijk publiek aanspreken. De instelling profileert zich door kunst te verbinden met wetenschappelijke en sociaal-maatschappelijke thema’s. West structureert de programma’s in vier duothema’s die worden samengevat in het nieuwe begrip ‘Urtopie’.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting West een subsidiebedrag toe te kennen van € 275.000.
West ontwikkelt energieke, multidisciplinaire programma’s, waarmee de instelling het lokale verbindt met het internationale. De instelling heeft een stabiele basis in Den Haag en heeft volgens de raad potentie om verder te groeien. Over de ambitie om een ‘Instituut voor Kunst en Kritiek’ te formeren is de raad positief. De samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen is daarbij een goede keuze. De raad is van mening dat West de komende periode moet benutten om strategisch beleid te ontwikkelen om zijn vleugels internationaal te kunnen uitslaan. Ook verwacht hij dat het educatiebeleid inhoudelijk handen en voeten krijgt. Met het hoge bezoekersaantal van zo’n 20.000 laat West zijn ambitie zien om een groot publiek te bereiken met een gevarieerde programmering.
Beoordeling
Kwaliteit
De raad is positief over de drive en het doorzettingsvermogen van West. De instelling creëert nieuwe verbindingen tussen de kunsten en de samenleving en zet daartoe verschillende middelen in, zoals symposia en debatten, performances, publicaties en de website. De jaarlijkse edities van het ‘Volkspaleis’ trekken veel publiek en verlevendigen het culturele aanbod in Den Haag.
De instelling draagt een gevarieerd kunstbegrip uit en streeft naar cross-overs. Dit komt tot uitdrukking in de programmering, die bestaat uit dans, beeldende kunst, muziek, fotografie, architectuur en film. Het consequent gevarieerd programmeren maakt dat West een divers samengesteld publiek aan zich heeft weten te binden. Anders dan bij veel andere presentatie-instellingen worden de kunsten door West niet geprogrammeerd in relatie tot een maatschappelijke actualiteit. De instelling wil onderzoeken wat kunst vermag en teweeg kan brengen bij het publiek. De raad vindt de aanpak van West verfrissend.
West probeert met zijn ‘Instituut voor Kunst en Kritiek’ nieuwe theoretische inzichten te creëren en gaat hiervoor structurele relaties aan met partijen als de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en uitgeverij Valiz. De raad vindt dit positief, maar hij mist een duiding van de nog onvoldragen theorieën die West ontwikkelt en in het plan uiteenzet. De raad gaat ervan uit dat de duiding in de komende periode haar beslag gaat krijgen in samenwerking met partners als de RUG.
De instelling presenteert zowel grote (inter)nationale als lokale en (nog) onbekende kunstenaars. Meermaals heeft West al in een vroeg stadium talenten gepresenteerd, zoals Florentijn Hofman en Haroon Mirza. De ambities zijn af te lezen aan de longlist van kunstenaars, waarop ook namen van gevestigde kunstenaars te vinden zijn, zoals Gary Hill, Ulrike Ottinger, Doug Aitken en Jesper Just.
West heeft relevante internationale contacten en bezit de potentie om een interessante speler te worden in het internationale veld. De raad moedigt de instelling dan ook aan om zijn buitenlandse activiteiten en zijn visie op internationalisering in de komende periode verder uit te bouwen.
Educatie en participatie
Uit het plan blijkt dat het educatieprogramma voor scholen nog in de kinderschoenen staat en zich beperkt tot het organiseren van rondleidingen. Wel kondigt West aan dat het aansluiting zal zoeken bij de Haagse Cultuurschakel, waarmee Haagse cultuurinstellingen gezamenlijk een aanbod organiseren voor het primair en voortgezet onderwijs. Als West voor deze doelgroep kiest, verwacht de raad dat het in de toekomst expertise betrekt om passende programma’s te kunnen ontwikkelen.
Vooralsnog richt West zich met zijn educatieve activiteiten vooral op studenten van hogescholen en universiteiten. In relatie tot het profiel van West heeft de raad begrip voor deze keuze. Maar West gaat er volgens de raad iets te gemakkelijk van uit dat deze doelgroepen zelf hun informatiebronnen zoeken via de ‘online academie’ die West blijkens het plan voor ogen staat. Informatie produceert op zichzelf niet automatisch educatieve waarde. Daarom kleven er wel nadelen aan een model waarin programma’s worden geproduceerd en via de website worden gecommuniceerd, zonder dat er sprake is van afstemming en dialoog. Daarnaast vraagt de raad zich af hoe deze doelgroepen op de hoogte worden gebracht van de rijke informatie die West deelt via de website.
Ten behoeve van de kennisuitwisseling organiseert West al geruime tijd diverse seminars en workshops. In het kader van het ‘Instituut voor Kunst en Kritiek’ zal jaarlijks een beperkt aantal activiteiten worden ontplooid: debatten, publicaties, seminars en de ‘Winterschool’, die bestaat uit een meerdaags programma voor reflectie en discussie, onder andere gericht op deelnemers uit het postacademisch onderwijs.
Maatschappelijke waarde
Publieksbereik
West trekt circa 20.000 bezoekers per jaar. Dit relatief hoge aantal wordt bereikt door de presentaties op locatie, zoals het ‘Volkspaleis’. West richt zich op een cultureel divers publiek. West wil meer en meer zijn website inzetten als communicatieplatform en presenteert er bijvoorbeeld al talrijke video-opnamen van debatten. De ambitie om via de route van de website echt in dialoog te treden met het publiek wordt volgens de raad nog onvoldoende uitgewerkt.
Ondernemerschap
De financiële positie van de instelling is stabiel. In zijn begroting ruilt West de bijdrage van het Mondriaan Fonds in voor een hogere, structurele overheidsfinanciering en rekent het daarnaast op een verdubbeling van de gemeentelijke subsidie. Verder boort de instelling geen nieuwe bronnen aan. De raad meent dat West er in de komende periode goed aan doet te onderzoeken op welke wijze de financieringsmix verrijkt kan worden, bijvoorbeeld door coproducties aan te gaan met buitenlandse partners, door tentoonstellingen te exporteren of door de eigen inkomsten uit bezoekersbijdragen te vergroten.
West wil zijn personeel uitbreiden van 3 fte in 2014 naar 6 fte in 2017. In het plan staat beschreven dat voor de nieuw te ontplooien activiteiten behoefte bestaat aan een bredere basis om de continuïteit te kunnen waarborgen en professioneler te kunnen opereren. De raad is positief over het aantrekken van inhoudelijke expertise, ook met het oog op de doorwerking van de visie en de missie in het educatieprogramma.
West besteedt in zijn plan nauwelijks aandacht aan zijn governance. De instelling erkent de Governance Code Cultuur, maar licht verder niet toe hoe zij het toezicht en de relatie tussen bestuur en directie vormgeeft.